Ik kan wel denken van niet, maar ook ik ben een echt kuddedier. Dus doe ik ook een aantal standaard dingen. Zo sluit ik netjes ieder jaar mijn loopjaar af. Eigenlijk is dit complete onzin. Afgezien van het feit dat je nog wat vergissingen bij het gebruik van het jaartal maakt verandert er niet zo veel. Dit soort logische gedachten horen echter niet bij een kuddedier en ook zeker niet bij mij. Dus moet mijn loopjaar afgesloten worden, traditioneel gebeurd dit door te gaan genieten op de Sylvesterloop. Toen ik hoorde dat de Sylvesterloop 2009 in 2010 plaats zou vinden viel een van de grondvesten onder mijn bestaan uit en was ik alle houvast in mijn leven kwijt. Nadat ik van de schrik bekomen was zag ik de voordelen ook wel: in 2010 dus 2 keer een SM-loop en ik hoefde niet na te denken over wat ik vorig loopjaar allemaal uitgespookt had. Ik ben inmiddels wel een groot voorstander van dat laatste. Wat schiet je op met allemaal lijstjes met aantallen, afstanden en tijden. Het waren weer weinig aansprekende resultaten. Het is allemaal samen te vatten met: ik heb hoogtepunten en dieptepunten meegemaakt maar heb wel genoten en ben dus tevreden. Ik heb gelukkig nog heel wat verbeterpunten en ga daar aan werken. Kortom niet terugkijken maar vooruitkijken. En dit zo lezende realiseer ik mij pas wat het voor een briljante zet was om de SM te verleggen naar 2 Januari: dit is het begin van een mooi en heel uitdagend loopjaar. En een aantal uitdagingen zal ik zeker aangaan dit jaar. Maar het heeft geen nut om geweldige verhalen op te hangen over wat ik allemaal ga doen. Laat ik eerst maar eens iets gaan doen en dan kan ik wel vertellen hoe het gegaan is.
En zo ben ik dus weer terug bij de SM loop. Dit was de 5e keer dat ik op een zaterdagmorgen bij de Nachtegaal voor de openhaard met een kopje koffie mocht zitten. Uit het feit dat ik vóór de open haard zat, mét koffie blijkt dat ik inmiddels toch wel een loper met een beetje ervaring aan het worden ben. Onervaren lopers staan achteraan of zelfs buiten zonder iets warms te drinken. Dit komt trouwens niet omdat je door veelloperij sneller wordt; gewoon een kwestie van zorgen dat je weet hoe laat de zaak open gaat en zorgen dat je dan voor de deur staat. Maar zoals altijd komt aan alle moois een eind en brak dus hier ook weer de tijd aan dat ik de warmte van de openhaard mocht inruilen tegen de kou van de Limburgse heuvels. Dit klinkt trouwens erger dan het is. Want het was weer een echt juweeltje: heuvels, sneeuw, strak blauwe lucht en ik mocht daarin een paar uurtjes ronddollen. En kreeg ik honger of dorst dan was ik nooit ver van een verzorgingspost af. Wat zou ik nog meer kunnen wensen. Ik ga deze tocht niet verder beschrijven want ik beschik niet over genoeg woorden hiervoor en om nu een aantal a4 tjes vol te kalken met het woord “grandioos” is iets wat zelfs ik niet zinvol vind. Ik kan denk ik wel volstaan met het verwijzen naar mijn plaatjes die voor zich zelf spreken. Het zijn er weer “maar” 96, dus wordt het tijd dat die verdomde spalk van mijn vinger afgaat .
Er is nog één ding wat ik vergeten ben en dat zijn de mensen. Het was natuurlijk beregezellig met zo’n kleine 150 loopenthousiastelingen zeker omdat het reunie gehalte steeds hoger wordt. Ook heel leuk was te zien dat er hier weer een aantal mensen hun marathondoop kregen. Ik ben van mening dat iedereen in staat is om een marathon uit te lopen. Wel ben ik van overtuigd dat hiervoor stevig getraind moet worden; met name denk ik dan aan lange rustige duurlopen. Ook denk ik dat er genoeg lopers zijn die serieus genoeg getraind hebben maar niet aan het lopen van de marathon toekomen. Dit zit voor een gedeelte tussen hun oren en voor een gedeelte in de hocus pocus die rond het marathonlopen hangt. Veel lopers worden zo bang gemaakt door allerlei verhalen en ook de druk die ze zich zelf opleggen, dat ze naarmate het grote moment nadert steeds onzekerder worden en uiteindelijk als een dood vogeltje richting start gaan (als ze al gaan). Vervolgens presteren ze het om alles wat je maar fout kunt doen ook daadwerkelijk fout te doen.
Ik had met twee lopers die nog allebei geen marathon op hun lijstje hadden afgesproken dat zij mee zouden gaan en heerlijk ontspannen de halve marthon mee zouden hobbelen. Genietend en keuvelend zijn zij meegelopen. Na 10,5 kilometer was het voor de halve marathonlopers omkeren geblazen. De marathonlopers mochten toen aan de beklimming van de Keutenberg beginnen. Subtiel als ik ben zei ik toen tegen de mannen: “jullie stappen nu toch niet voor de Keutenberg uit. Ga nu nog en kilometerje of 4 mee tot de Gulpener brouwerij. Dat is so wie so een veel logischer punt om uit te stappen”. De mannen konden de logica hier ook wel van inzien. Zij ging dus mee naar de brouwerij. Daar kostte het niet veel moeite om ze ervan te overtuigen dat het niet echt slim was om de paar kilometer tot het keerpunt niet óók nog te lopen. Bij het keerpunt kon ik hun uitleggen dat ze gekomen waren om een halve marathon te lopen en dat het nu dus tijd werd om dat nog even te doen. Dat hebben ze ook met veel plezier gedaan. Terug bij de Nachtegaal hadden we dus weer twee marathonlopers erbij. En wat veel belangrijker is: twee mannen die echt genoten hadden en met een grijns op hun gezicht naar huis gingen die de uitbundige zon deed verbleken. Kortom een grandioze afsluiting van een fantastische loopdag.
(1.423 meters omhoog)
Op school zijn ze een poging aan het doen om mijn zoon enige kennis van spreekwoorden en gezegden bij te brengen. Dit heeft tot gevolg dat hij regelmatig met prachtige vragen bij mij staat. Van de week was de klassieker “Kinderen die vragen worden overgeslagen” aan de beurt. Deze rijmde niet echt met mijn opvoeding, waarin ik duidelijk probeer te maken dat je alles kunt en moet vragen. Dit wil natuurlijk niet zeggen dat je alles krijgt wat je vraagt. Van der andere kant, soms krijg je veel meer dan je vraagt. Afgelopen zaterdag heb ik ervaren dat de uitdrukking soms is “Kinderen die vragen worden platgeslagen”.
Ik had immers voor mijn vorige loopje in de Eifel om sneeuw gevraagd. Deze vraag was prompt gehonoreerd met stevige winterse omstandigheden. Ik was dus een tevreden mens en vond het ook meer dan genoeg. Schijnbaar was dit echter nog niet helemaal tot de weergoden doorgedrongen. Afgelopen week stond de Nord Eifel Ultra op het programma. En er werd een echt weeralarm afgekondigd. Ik ben zelf niet zo geïnteresseerd in weerberichten. Het weer is zoals het is en ik vind weerberichten meestal ook niet echt duidelijk. Dit weeralarm liet echter aan duidelijkheid weinig te wensen over: iedereen werd met klem gewaarschuwd om Zaterdag vooral niet de deur uit te gaan. Aangezien een gewaarschuwd mens voor twee telt zag je dat een aantal organisatoren van loopwedstrijden, volledig terecht, hieraan de juiste consequenties verbonden en hum wedstrijden afgelasten.
De organisator van de NEU reageerde heel anders. Hij gaf aan dat het hem wel leuk leek om een keer in een sneeuwstorm te lopen. Wel benadrukte hij dat het gevolg van het extreme weer waarschijnlijk zou zijn dat de verzorgingsposten niet met een auto te bereiken zouden zijn en we dus maar zelf alles in een rugzak mee moesten nemen. Dit zou volgens hem het loopje alleen nog maar leuker maken. Eigenlijk kon ik mij hierin heel goed vinden. Want het is gewoon zo dat achteraf de loopjes onder extreme omstandigheden de aller-leukste blijken te zijn. Dit trouwens wel met de nadruk op achteraf.
Om te kunnen lopen moest ik wel nog even bij de start in Düren zien te komen. Dit is een kilometer of 70. Op zich is dit met de auto een reisje van niets. De waarschuwingen waren echter inmiddels in de trant van: blijf van de weg af; zou je echt zo stom zijn om de weg op te gaan zorg dan minimaal voor een volle tank en een overlevingspakket. Kortom ik had dus het geluk dat mijn avontuur al begon op het moment dat ik de deur uitstapte. Ik moet toegeven dat het flink aan het sneeuwen was en dat er ook een stevig briesje was. Dit vond ik eigenlijk wel prachtig want het stoorde mij de laatste tijd wel een beetje dat het mooie witte landschap doorsneden werd door die lelijke zwarte asfaltstrepen. Dat ik niet de enige was die dit prachtig vond bleek wel doordat de die paar andere auto’s die ook op de weg zaten superlangzaam gingen rijden om optimaal te kunnen genieten. Het enige wat niet echt langzaam ging was trouwens de wijzer van mijn klok. Met een snelheid van ruim 20 kilometer per uur is een ritje van een kilometer of 70 op eens een hele reis. Gelukkig had ik afgesproken om in Aken een paar lopers op te halen en kon ik dus na verloop van tijd de autosnelweg verlaten en even flink doorglijden. De laatste dagen had het trouwens mailtjes van lopers geregend die volstonden met hele betogen maar waar niet in stond wat men eigenlijk wilde zeggen. Ik zou dit als volgt willen samenvattend: ik durf niet te komen. Dat ik perfect in staat ben om Duitstalige mails samen te vatten merkte ik in Aken toen de sneeuw op de plekken waar wij afgesproken hadden nog volledig maagdelijk was. De uitzondering hierop was uiteraard Helmut. Hij zat gewoon thuis te wachten tot ik aangeglibberd kwam. Dus hadden wij tweeën ruim plaats in mijn auto toen wij onze reis richting Düren voortzetten. De start van de NEU was om 9.00 precies. Als trotse bezitter van een navigatie systeem kon ik al vrij vroeg inschatten hoeveel later wij op de startplek zouden arriveren. Wij hadden dus al heel snel in de gaten dat het heel verstandig was om de organisatie te bellen. Gelukkig sjouwt een beetje loper tegenwoordig meer dan voldoende elektronica mee. Zo hadden wij tweeën samen maar liefst vier mobiele telefoons bij ons. Die uiteraard helemaal opgeladen waren. Eigenlijk wel jammer dat als je niet over de juiste telefoonnummers beschikt het aantal telefoons helemaal niets zegt. Ook hier moet je weer het voordeel van inzien. Toen wij in Düren aankwamen was het heerlijk rustig aan de start.
Helmut en ik keken elkaar aan en vroegen gelijktijdig:”En nu?” Ook in het antwoord waren we eensluidend: De NEU lopen. Daar waren we immers voor gekomen. Dus dat antwoord lag ook wel voor de hand. We waren ruim 20 minuten te laat dus hebben we ons best gedaan om niet nog meer tijd te verliezen. Dus handschoenen aan, mutsje op en geen tijd verliezen met loslopen. Dit laatste had toch geen nut omdat er niemand meer in de buurt was die ons kon bewonderen.
Dus kon het feest beginnen. Er was alleen een klein probleem. We hadden geen flauw idee waar we naartoe moesten. Dit laatste moet ik ietwat zorgvuldiger formuleren. We wisten wel waar we naar toe moesten: we moesten zorgen dat we weer op de parkeerplaats bij de auto terug kwamen. Op zich geen echte uitdaging. Er was best een rondje van een paar meter te bedenken waarna we dit doel bereikt hadden. Helaas was de afspraak dat dit rondje een kleine 57 kilometer lang moest zijn. Bij de meeste lopen is de route gemarkeerd, ofwel speciaal door de organisatie of zijn het bestaande markeringen. De route van de NEU is alleen opgeslagen in het hoofd van organisator Stefan. En die liep daar dan ook ergens door de sneeuw te baggeren. Althans dat vermoedden wij want wij zagen hem niet. Helmut had alle edities van de NEU tot nu toe gelopen (2 dus) en ik had ook al eens een editie gelopen. Dus hier liepen 3 jaar gebundelde routekennis. Ik moet trouwens ook nog even vermelden dat Stefan gelukkig tot de categorie lopers behoort die van mening is dat je om te lopen niet altijd een weg of pad nodig hebt. Dat was nu wel heel erg gunstig want door het fikse pak sneeuw waren wegen e.d. toch niet te vinden. We wisten echt maar globaal de richting van de route en kwamen dus op het idee om de sporen in de sneeuw te volgen. In een beetje film werkt dit altijd perfect. Toch is de werkelijkheid iets uitdagender dan een film. En dat is maar goed ook, want een beetje film duurt maar anderhalf uur en voor anderhalf uur lopen trek ik mijn schoenen niet meer aan. De fenomenen continue sneeuwval en sneeuwstorm zorgden er gezamenlijk voor dat het landschap niet (meer) overal door voetstappen bezoedeld was. Daarnaast heb ik ook geleerd dat niet alleen hardlopers sporen in de sneeuw achter laten.
Naast het zoeken van de route/groep hadden we nog een andere uitdaging. De NEU is een heel mooie wilde Eifel loop waarbij het stuk tot kilometer 17 bijna niet met een auto te bereiken is. Dat is dan ook normaal het eerste punt waarop verzorging plaats vindt. Vanaf daar is er een verzorgingspost circa om de 5 kilometer. Dus neem je voor de zekerheid normaal een beetje drinken mee om het eerste stuk te overbruggen. Dat had ik nu ook gedaan. Maar ik had geen flauw idee of we de route en dus ook de verzorgingsposten zouden vinden. Wat ik wel snel in de gaten had was dat het een lange loop zou worden en dan is een klein beetje drinken niet echt veel. Omdat we letterlijk op jacht waren liepen we het eerst stuk behoorlijk hard hetgeen bij mij betekent dat ik drinken moet. Maar dan zou ik wel heel snel door mij voorraad heen zijn en dus aan het einde van de rit in de problemen kunnen komen. Omdat ik gewoon weet dat ik veel vocht nodig heb probeer voor de loop zoveel mogelijk te drinken. Kortom ik zit normaal in de auto met een hand aan het stuur en in de andere een mooie 1,5 liter fles. Helaas waren de verkeersomstandigheden zo dat twee handen aan het stuur zeker geen overbodige luxe waren. Dus indrinken had ik ook niet gedaan.
Voor ons gevoel zaten we redelijk op de goede route . Hetgeen ook bevestigd werd door de sporadische wandelaars die we onderweg aan een interview onderwierpen. Je kunt natuurlijk nooit honderd procent vertrouwen op inschattingen die mensen van tijd maken. Maar het zag er wel naar uit dat we echt aan het inlopen waren. Op een gegeven moment kwamen op iets van een viersprong, waar ook naar alle vier de richtingen iets van voetspoeren te onderscheiden was. Omdat vier mogelijkheden nog niet genoeg waren zagen wij ook sporen tussen de bomen het bos in verdwijnen. Logisch redenerend kwamen wij tot de conclusie dat dit alleen maar de sporen van de NEU lopers konden zijn. Die middag hebben wij geleerd dat er ook nog andere reden voor mensen zijn om de afzondering van een bos op te zoeken. Deze wijs les heeft er voor gezorgd dat de achterstand op de groep met ruim een kilometer werd vergroot.
Tot mijn grote verbazing kregen wij opeens de verzorgingsauto in het vizier. En hier stonden ook de overige NEU lopers. Wij hadden dus stevig doorgelopen. De groep die daar stond bestond uit 5 lopers. Twee daarvan vonden de tocht dermate zwaar dat zij besloten om ter plekke uit te stappen. Dat was jammer maar ik kon het wel begrijpen. De post had nog een kleine verassing voor mij in petto: het drinken was op. Maar het zou bij de volgende post weer aangevuld zijn. Nu wis ik dat we vanaf hier om de 5 kilometer een post zouden hebben dus lag ik daar niet zo van wakker. Toen ik hoorde dat de wegen zo moeilijk bereikbaar waren dat de geplande posten niet per auto bereikbaar waren en de volgende post pas over 2,5 uur lopen zou zijn was ik geheel gerust gesteld. Ik wist nu heel erg zeker dat de verzorgers meer dan genoeg tijd hadden om drinken te halen.
Het gaf toch wel een heel prettig gevoel dat we de groep gevonden hadden . Dus een stuk rustiger konden we onze tocht vervolgen. Deze was echt schitterend: ongerepte uitgestrekte witte vlakten. Het was ook echt zwaar lopen. De striemende koude wind, de sneeuw buien en de losse sneeuw. Het kostte kracht maar gaf energie. En het deed ook pijn. Met stukken was de losse sneeuw een centimeter of 25 hoog en dat kost kracht. Ook waren er stukken dat de sneeuw een halve meter hoog was. Daardoor heen lopen of eigenlijk ploegen is een zeer bijzondere belevenis. Door de combinatie van kou en mijn gespalkte vinger heb ik helaas maar 44 foto’s kunnen maken, en die kunnen de echte schoonheid niet tonen. ,
Ook al geniet ik met volle teugen van dit soort tochten, toch doet het soms wel pijn. Ik was een paar weken geleden tijdens een training in een gat in een fietspad gestapt en had mijn enkel verstuikt. Voor mij dus de bevestiging dat het lopen in de bewoonde wereld veel te gevaarlijk is. Op zich is zo’n verstuikte enkel niet zo’n probleem. Als je je schoenen maar stevig dichtsnoert en regelmatig koelt hou je de zwelling binnen de perken. Voor dat koelen heb ik trouwens een hele studie gemaakt van alle soorten diepvries groenten. Ik ben hierbij tot de conclusie gekomen dat spruiten het beste helpen. Ik heb mijn kinderen dan ook, zeer tot hun verdriet, voorlopig verboden om spruiten te eten. Doordat wij zeer snel vertokken waren had ik mij de moeite niet genomen om mijn schoenveters aan te trekken. Na verloop van tijd bleek dit niet zo’n slimme actie. Kortom, vanaf een bepaald moment herinnerde iedere stap mij er aan dat ik dat niet meer vergeten moest. Ik was dan ook niet zo blij dat ik door de sneeuw wat kleinere stapjes moest maken. Maar dat hoort er allemaal bij en maakt het achteraf alleen maar mooier.
Het was een echt loopavontuur wat ik voor geen geld zou hebben willen missen. Ik kan iedereen dan ook van harte aan bevelen om volgend jaar de tweede Zaterdag van Januari vrij te houden.
Vorige week was ik uitgenodigd om een groep jonge wetenschappers toe te spreken. Dit is iets wat ik zeer regelmatig mag doen. Normaal mag ik dan iets vertellen over zaken waar ik mijn professioneel mee bezig houd. Tot mijn verbazing was het nu de bedoeling dat ik hen zou rondleiden door de belevingswereld van een topsporter. Het is een feit dat ik niet precies weet wat ik ben maar ik weet wel héél zeker dat ik geen topsporter ben. En ook al is het een veel voorkomend verschijnsel dat mensen veel en graag praten over wat ze níet zijn, in dit specifieke geval wilde ik dit niet doen. Maar ik had beloofd dat ik zou komen en dat ik ook een praatje zou houden dus besloot ik maar iets te gaan vertellen over extreem sporten. Het zal menigeen verbazen maar het verhaal dat ik verteld heb had een boodschap. Eigenlijk meerdere. Het ging er over dat een mens tot heel veel in staat is maar dat je er wel iets voor moet doen. Dat realiseer je heel snel, maar je maakt ook een hele ontwikkeling door: ooit neem je je voor dat je iets wilt bereiken. Dat is het begin van een lange reis met veel hoogte en dieptepunten. Op enig moment begin je je te realiseren dat dat doel helemaal niet zo interessant meer is. Maar dat de reis in al zijn facetten een van de meest fascinerende belevenissen is. En die is ook niet voorbij als je aanvankelijke doel bereikt hebt. Kortom eindelijk eens een verhaaltje met een kop, een staart en een beetje een boodschap. Maar ook een staartje voor mij. Want toe ik klaar was stond er een van de toehoorders op en vroeg: ”Kijk ik hier nu naar een verslaafde?”
Kortom niet alleen de toehoorders hadden iets om over na te denken. Uiteindelijk ben ik tot de conclusie gekomen dat er nog steeds een verschil is tussen iemand die iets heel graag doet en iemand die iets ten koste van alles iets moet doen.
Zondagmorgen was ik mij klaar aan het maken voor mijn 5e deelname aan Le Tréfle á 4 feuilles, of, voor mensen die gewoon willen doen: klavertje 4. Een van de loopjes dit ik absoluut niet wil missen. Ondanks het vroege tijdstip ging dit heel vlotjes totdat ik ging zitten om mijn loopschoenen aan te doen. Toen schoot er iets in mijn rug. Gelukkig is er nog nooit op mij geschoten; maar ik ik wist meten hoe dat moest voelen. Een heel felle pijnscheut en op dat moment zat mijn hele rug op slot. Helaas had ik dat al vaker meegemaakt en wist ik dus dat er een tussenwervelschijf verschoven was en op een zenuw was gaan drukken. Dan is het een kwestie van zo snel mogelijk bij de manueel therapeut zien te komen en daarna zoveel mogelijk bewegen. Omdat het op zondagmorgen bij de therapeut op de stoep gaan zitten niet echt zinvol is besloot ik maar om te kiezen voor het zoveel mogelijk bewegen. Ook al lees ik steeds meer over het lopen op blote voeten, het betekende voor mij toch dat ik eerst mijn schoenen moest zien aan te trekken. Hoe het gelukt is weet ik niet maar na verloop van tijd had ik ze zo goed als het ging aan mijn voeten. Rechtkomen ging mede dank zij de aanwezigheid van een stoel, tafel en een paar muren eigenlijk best wel gemakkelijk. Ik had op dat moment twee keuzes: of ik probeerde in mijn bed te komen of ik ging even naar Olne. In bed kruipen leek mij niet echt slim want dan had ik al die pijn om die schoenen aan te krijgen voor niets gehad. Sterker nog: ik zou ook weer stevige pijn moeten lijden om de schoenen uit te krijgen. Het zal iedereen bevreemden maar ik moest toen spontaan aan het woord verslaafde denken.
( Foto Henk Sipers)
Ik weet niet meer hoe ik in mijn auto gekomen ben. Wel weet ik nog dat ik aan een verhaal van een verslaafde moest denken die beschreef dat hij soms op bepaalde plaatsen wakker werd en geen flauw idee had waar hij was noch hoe hij daar gekomen was. Hoe het ook zij: in de auto zitten was best prettig en een bevestiging voor mij dat ik een heel verstandige beslissing genomen had om richting België te gaan. Het kon ook niet anders, ik was ingeschreven, Henk Sipers moest opgehaald worden en ik wist uit ervaring dat bewegen gezond was. Sterker nog het mooie van klavertje vier was dat je in principe na het eerste rondje van een kilometer of 12,5 al uitstappen kon. Van de andere kant, dan moest ik gaan zitten wachten tot Henk klaar was en zitten ging veel moeilijker dan bewegen.
( Foto Henk Sipers)
Gelukkig regende het pijpestelen dus werd ik niet afgeleid door de vraag of ik een jas aan moest en kon ik mij volledig concentreren op het lopen. Afgezien van de geweldige en ongedwongen sfeer is ook het parkoers een van de charmes van het klavertje. Alles wat iemand die jong van hart is nodig heeft om een keer echt de beest uit te hangen is hier aanwezig. Modder, veel water, sneeuw, ijs, rotsen en stenen zijn er in alle soorten en maten. Je mag omhoog en omlaag en om de 5 kilometer een bekertje water. Sterker nog, vanaf kilometer 17 mag je rondhuppelen met een roze lintje om je nek. Als je zoveel plezier kunt beleven is een beetje last van je rug toch wel een zeer geringe investering. En ik moet zeggen, omhoog ging probleemloos. Bergaf werd ik er toch wel aan herinnerd dat ik maandagmorgen bij de manueel therapeut op de stoep moest gaan staan. Dit is natuurlijk erg mooi geformuleerd allemaal, en dat komt ook een beetje omdat mijn geheugen de neiging heeft om achteraf zaken een beetje rooskleuriger voor te stellen dan ze in werkelijkheid geweest zijn. Want als ik heel diep graaf in mijn geheugen geloof ik dat ik soms toch wel een speels vloekje bij een afdaling gelaten heb en vreemd genoeg speelde ook soms het woord “verslaafde” door mijn gedachten. Ik ben nog steeds blij dat ik even een stukje gelopen heb. Waar ik wel van baal is dat hier geen filmopname van gemaakt is. Ik krijg namelijk soms het welgemeende advies om een beetje meer rechtop te gaan zitten. Ik ben er van overtuigd dat ik de hele tijd met een perfect rechte rug gelopen heb. Ik heb dus weer genoeg mijn best gedaan om de komende maanden weer onderuitgezakt in een stoel te zitten.
( Foto Henk Sipers)
Dus als ik nu zeker na een aantal redelijk pijnlijke sessie bij de therapeut alles overzie ben ik blij dat ik dit loopje weer heb mogen meemaken en snap ik steeds minder waar de vergelijking met een verslaafde op gebaseerd is.
30 januari Limburgs Zwaarste (Try out)
www.funrunner-heerlen.nl/funrunnerlopen/pagina2.html
Laatst hoorde ik een mooi voorbeeld van goed voorbereid op stap gaan. Een kennis ging met zijn gezin met de auto op vakantie. Uiteraard wilde hij een keurige indruk maken, dus vlak voor zijn vertrek had hij zijn auto heel mooi gepoetst. Ruim voor het geplande vertrektijdstip waren ook alle spullen in de auto geladen. Toen hij van een welverdiend kopje koffie zat te genieten zag hij dat het weer begon te sneeuwen. Omdat we nu wel sneeuw genoeg gehad hebben en hij niet voor niets uren gepoetst had, was het besluit om de auto nog even in de garage te zetten zo genomen. Eigenlijk was het wel heel erg jammer dat hij vergeten was dat hij ook al zijn mooie fietsen al op het dak van de auto gezet had. Toen hij hieraan door het geluid van metaal op beton aan herinnerd werd was het helaas te laat. Gelukkig was de auto zo mooi gepoetst dat de motorkap als een spiegel functioneerde en hij dus zonder uit te stappen al een eerste indruk van de ravage kon krijgen.
Ik kan mij voorstellen dat de vraag kan ontstaan waarom mij dit verhaal te binnen schoot toen ik een paar regels op papier wil zetten over Limburgs Zwaarste. De reden is dat ik me begon af te vragen wat er in je omgaat als je daar in je auto zit die klem in die garage zit en weet dat er maar één manier is om dat op te lossen. Dat is namelijk weer achteruitrijden, en je weet nu precies tot wat voor een ellende dit zal leiden. Of om het anders te zeggen: je ben ergens aan begonnen, zit er midden in, krijgt een vermoeden wat je nog te wachten staat en weet dat je geen kant meer op kunt………
Daarnaast vind ik dit ook een mooi voorbeeld dat heel duidelijk maakt dat een voorbereiding tot in de puntjes niet altijd de garantie geeft dat alles op rolletjes loopt.
Laat ik maar eens met de voorbereiding beginnen. Een tijd gelegen had Willem zich laten ontvallen dat hij van plan was om met een kleine groep lopers Limburgs Zwaarste voor te lopen. Uiteraard was mijn reactie daarop kort, krachtig en heel duidelijk:”daar ben ik bij!”. Ik kan dan ook niet zeggen dat het telefoontje vrijdagavond laat met de mededeling dat de start zaterdagmorgen om 7.00 was als een complete verrassing kwam. Toch moet Willem een lichte aarzeling bij mij bespeurd hebben want hij bood mij de mogelijkheid om slechts de laatste 60 kilometer te lopen. Als ik al enige aarzeling gehad had om mee te lopen, na die opmerking was die helemaal weg en er was ook geen discussie mogelijk: deze jongen zou om 7 uur klaar staan en de hele afstand gaan lopen.
Ergens stond mij nog bij dat niet alleen de route van LZ vernieuwd was maar ook het startpunt op een nieuwe locatie. Dus heb ik Willem maar even gevraagd waar dat was c.q. hoe ik dat de bereiken kon. De reactie dat dit heel eenvoudig was en de daar op volgende beschrijving met een klein weggetje naar rechts wat je eigenlijk niet ziet was volkomen helder. Kortom ik heb toch maar even een adres op internet opgezocht en in mijn gps geprogrammeerd. Die kende de straat wel maar het huisnummer niet, dus de opmerking over een straatje dat je niet ziet sloeg waarschijnlijk ook nog op een huisnummerbordje. Omdat er ongetwijfeld nog wel ergens en paar niet al te zeer afgetrapte loopschoenen in de garage zou liggen was ik klaar met mijn voorbereiding en kon ik dus met een gerust gevoel een studie van de binnenkant van mijn oogleden gaan maken.
Toen ik, nadat ik ’s morgens vroeg een paar schoenen - die met uitzondering van afgesleten zolen er best redelijk uitzagen - gevonden had stond buiten een kleine verassing op mij te wachten. Het was helemaal wit. Sterker nog het sneeuwde zo hard dat ik het knap vond dat ik zag dat het zo wit was. Niet dat sneeuw nu zo’n verassing was, het had immers de afgelopen periode alleen maar gesneeuwd. Maar de afgelopen twee dagen was eigenlijk alle sneeuw verdwenen. Schijnbaar had moeder natuur haar foutje gemerkt en was alle zeilen bij aan het zetten om dit even recht te zetten. Kortom ik kreeg weer een mooie kans om aan mijn sneeuwschuivertechniek te gaan werken. Uiteraard moest ik voor het zover was eerst nog even richting startpunt zien te geraken. Dit ging buiten verwachting goed.
Een bijkomend voordeel van vroeg over besneeuwde straten rijden is ook dat je ziet of er al auto’s voor je geweest zijn. Bij het straatje waar ik verwacht werd mijn avontuur te beginnen was dit nog niet het geval. De conclusie was in ieder geval dat Willem hier nog niet geweest was. Zo’n conclusie is een mooie basis voor allerlei wetenschappelijke theorieën. Met name ging het er nu om of ik te vroeg of Willem te laat was. Trouwens het idee dat ik in een verkeerd straatje zat is geen moment bij mij opgekomen. Uiteindelijk kun je aan de gehanteerde theorie heel snel aflezen of de bedenker een optimist of een pessimist is. Kortom ik moest wel te vroeg zijn. Hoe het ook zij, na een paar telefoontjes en een klein stukje omrijden kon ik precies op het officiële punt starten.
Ik behoor toch de gelukkigen die alle edities van LZ gelopen hebben en heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat dit een grandioos loopje is. Mooi, zwaar, goed verzorgd en een geweldige sfeer. Dus de ideale combinatie van genieten en het zeker niet voor niets krijgen. Ik heb ook de ontwikkeling mogen mee maken van een handvol lopers tot een zeer respectabel aantal deelnemers. Dit is een van de punten waar ik redelijk dubbel over ben. Enerzijds vind ik dat iedereen die hier zin in heeft gewoon lekker mee moet kunnen lopen. Van de andere kant, de toename van het aantal lopers kan ook ten koste gaan van de sfeer en dus het karakter van een loop. Gelukkig is met name door de tomeloze inzet van Willem, Annemarie en hun vrijwilligers dat nog steeds niet het geval. Ik heb dus, ook al heb ik ieder jaar wel nog een eigen stukje aan het parkoers toegevoegd, de ontwikkeling van het parkoers mogen meemaken, Naar mijn bescheiden mening was dit parkoers af. Er zat voor elk wat wils in. Uiteraard weet je als je een kilometer of 70 gaat draven dat er altijd wel een paar stukjes inzitten die wat minder zijn. Ik denk dat Marc Pappa zou zeggen: ”Ge kunt geen fritten maken zonder een patat te doden”. Dus was ik meer dan benieuwd wat Willem zich nu weer voor moois bedacht had. En omdat ik dit in alle geuren en kleuren weten wilde had ik ook meteen een mooie smoes om niet als een gek te hoeven lopen.
Het startpunt is in de buurt van Imstenrade, in goed Nederlands de gateway naar het zuidoostelijk stukje van Limburg. Dit is wellicht een minder bekend stukje maar wel heel mooi. Zeker als je van daaruit in zuidelijke richting gaat. Tot mijn verbazing gingen we echter naar het noorden. Of om het anders te zeggen: richting Vrusschemig. Het staat buiten kijf dat je op iedere verjaardag de show steelt als je achteloos kunt laten vallen dat je laatst nog Vrusschemig doorkruist hebt. Toch is dit een stukje oostelijke mijnstreek waar ik niet zo vaak heen ga om te genieten van de omgeving. Tot mijn grote verbazing was het Willem ook hier weer gelukt om een paar paadjes en een verstopte trappenpartij te vinden die ook dit stukje de moeite waard maken. Het was mij volkomen duidelijk waarom hij persé eerst naar deze richting wilde. Strijthagen moest bezocht worden want daar lag de beruchte trappenpartij. Iets wat inderdaad niet ontbreken mocht. Als ik mij niet vergis moest je in de vorige edities een kleine 20 kilometer op dit feest wachten. Nu kreeg je deze traktatie al na een kilometer of 5 voor je kiezen. Dit is een veel beter moment van je bent nog heel erg fit en je komt dan ook in de verleiding om die onnozele 525 trapjes gewoon op te rennen. Ik kan dit iedereen van harte aanbevelen, dan heb je namelijk een garantie dat je de komende 65 kilometer de tijd hebt en aan die stommiteit zult denken. Ik heb trouwens een foto gemaakt van Willem die naast mij liep. Helaas was het zo hard aan het sneeuwen dat Willem niet op die foto te zien is. Uit voorgaande jaren kon ik mij nog heel goed herinneren dat het pad omlaag een heerlijk rustig omlaag draaiende weg was. Sinds ik nu met Willem gelopen heb weet ik dat ik hier ieder jaar te veel gelopen heb. Er is ook een rotpaadje tussen de struiken en dat is de officiële route. Aan het einde van dit paadje is een stukje waar het een meter of 3 omlaag gaat. Ik moet bekennen dat ik het helemaal niet erg vond dat ik dat de voorgaande edities heb moeten missen. Ik heb trouwens weer een voordeel van sneeuw ten opzichte van modder ontdekt. Als je op je kont omlaag komt wordt je alleen maar nat en helemaal niet vies.
Na 10,2 kilometer waren we weer terug aan de start en tevens bij de eerste verzorgingspost. Omdat dit niet zomaar een wilde loop was maar een echte generale repetitie was deze post er dus ook en kon ik mij nuttig maken met het testen hiervan. Tevens werd door de komst van Wim het aantal lopers met 50 procent verhoogd. De opkomst viel mij wel een beetje tegen want Willem had toch diverse mensen vrijdagavond gebeld met de de mededeling dat zij tot de gelukkigen behoorden die 70 kilometer mochten lopen. Ik denk dat veel lopers te bescheiden zijn om zo’n kadootje aan te nemen.
Nu ging het dus het Imstenraderbos in. De Putberg mochten we alleen bekijken en helaas niet op. In plaats daarvan ging het naar de Molsberg. Ik weet dus nu het verschil tussen een molshoop en een molsberg.
Niet dat ik toen nog wist waar ik zat, maar het ging via Waalbroek, om zo even een stukje van het miljoenenlijntje mee te nemen. Vervolgens werd er een lusje gemaakt om Baneheide te omzeilen. En toen kwam Platte Boschen inzicht. Ik weet niet waar die naam vandaan komt maar het getuigd wel van gevoel voor humor om deze heuvel plat te noemen. Inmiddels was verzorgingspost twee ook al bereikt.
Tussendoor is mij duidelijk geworden dat Willem ook iets geleerd heeft van de parkoersbouwers uit Olne. Want op een gegeven moment gingen we niet meer over een pad maar door een riviertje. Hiermee bedoel ik niet dat we even een riviertje moesten oversteken, neen gewoon een dikke vijfhonderd meter in de stroom van dit riviertje lopen. In maart lijkt mij dat een prima idee om de modder van de schoenen te krijgen. Met deze sneeuw en ijs was dat eigenlijk niet nodig.
Gesterkt kon de volgende uitdaging aanvaard worden. Het ging namelijk letterlijk over de grens van Nederland en Duitsland. Mijn persoonlijke uitdaging was om met één been in Nederland te lopen en met één been in Duitsland. Helaas moest ik na verloop van tijd dit opgeven en gingen we Duitsland in. Met achterlating van Mamelis was het zaak om de Schneeberg te beklimmen. Dit is echt, zeker in de sneeuw, een stuk met waanzinnig mooie vergezichten. Ondertussen had ik ook nog even de kans gehad om weer tegelijkertijd in twee landen te lopen. Trouwens normaal hoort bij het reizen het achterlaten van enige valuata in een Tax-free shop. Die waren hier niet maar je komt wel langs een heel aparte kaasboederij en wellicht is dit een mooie kans om het thuisfront te vergasten op wat Duitse kaasspecialiteiten. Met name de Gouda Käse kan ik aanbevelen.
En toen werd het tijd voor een echte intellectuele uitdaging, waar ik nog steeds niet uit ben dus. Ik liep namelijk weer in Nederland op de viergrenzenweg die kruiste met de drielandenweg. Ik weet dus nog steeds niet hoe je tussen drielanden vier grenzen kunt hebben. Wat ik wel weet is dat er tussen de Schneeberg en de Vaalserberg nog een stevige jongen ligt. Ook weet ik dat ik niet echt soepel loop in een centimeter of 40 sneeuw, maar leuk is het wel. En verzorgingspost 3 was meer dan welkom. Want eerlijk gezegd, het licht begon bij mij een beetje uit te gaan. Maar goed, we waren nog niet in België geweest en Willem kwam volgens zijn berekeningen een kilometer of 4 tekort voor een 70K loopje. Kortom we moesten even naar België om wat kilometers op te halen. Jammer eigenlijk dat het geen 75K loop is want dan hadden we ook nog Cottessen mee kunnen nemen. Het was mij in Duitsland al opgevallen dat je aan de bebouwing heel snel in de gaten had dat je niet meer in Nederland liep, nu merkte je meteen dat je in België was. Voor de goede orde, dat kwam niet alleen door de prijzen voor de benzine bij de tankstations.
Na een stuk door een weiland en een mooie klim in de bossen was rust nummer 4 vrij snel bereikt. Wim nam hier afscheid van ons en ik had het eigenlijk helemaal gehad. Ik weet niet meer of het nu 45 of 47 kilometer waren. Maar ik vond het genoeg. Ik moet toegeven dat het feit dat ik voor het hijgende Hert (Nederland’s enige berghut) stond ook niet echt motiveerde om nog een kilometer of 25 door de sneeuw en kou te gaan ploeteren. Ik had echt moeten werken als een paard om vooruit te komen en ook geen enkel moment mijn ritme kunnen vinden. Maar het echte probleem zat in mijn hoofd. Dus daar moest ook de oplossing vandaan komen. Er woedde een hele strijd in mijn grijze massa. Dominant was het gevoel dat een heel vette mooie marathon op een verdomd zware ondergrond genoeg voor een zaterdagmorgen was. Ook het gevoel van de man die zich, met de beste bedoeling klem gereden heeft was aanwezig. Wat moet je doen? Je hebt je zelf in deze positie gemanoeuvreerd. Ga je door, wetende dat het nog wel even pijn zal doen. Of stap je uit, wetende dat je op dat moment uit je lijden verlost bent maar je waarschijnlijk daarna toch weer spijt zult krijgen. Daarnaast, ik had toch gezegd dat ik de hele loop zou doen en wilde toch zo graag, later als ik groot ben, ultraloper worden. Kortom het was een heel mooie mentale training voor mij aan het worden. Wat de doorslag gegeven heeft weet ik niet, maar ik ben toch doorgegaan. Misschien is dat ook wel een van de hele mooie dingen van deze manier van lopen, je kunt kiezen om jezelf heel goed ervan overtuigen dat het meer dan genoeg is wat je gedaan hebt en dan bij een warme open haard met een goed glas bier en een welgevuld bord gaan zitten of je kunt nog 3 of 4 uurtjes gaan afzien. En toch geeft dat laatste achteraf de meeste voldoening.
Kortom ik mocht nog de plaatsjes Rott en Melleschet gaan bezoeken. Daarna volgde een rustpost op de parkeerplaats van een frituur. Ik kwam die parkeerplaats op precies hetzelfde moment ophobbellen als twee, zo te zien, zeer regelmatige bezoekers van de frituur. Op dat moment was ik weer heel tevreden met mijn hobby.
Vanaf dat punt kwam in mijn ogen het meest spectaculaire gedeelte van de loop. Het stuk van Nijswiller naar Eys. Veel lopers kennen deze buurt nog wel van de eerdere edities. De lange weg omhoog met de rust bij het bankje. In deze editie heeft Willem echter iets heel anders voor de lopers in petto. De uitzichten zijn werkelijk fenomenaal. Een aantal van mijn 248 foto's getuigen daarvan. Dit blijft zo zeker omdat de Piepertweg overgeslagen wordt en in plaats daarvan de Eyserbosweg van achter benaderd wordt. Vervolgens mag je niet naar Trintelen maar krijg je een lus met uitzichten die je nog lang bij blijven. Ik was op dat moment meer dan blij dat ik doorgebeten had.
Tevens kreeg ik hier heel mooie herinneringen aan het feit dat ik ruim dertig jaar geleden ook iets aan sport gedaan had. Ik heb namelijk op deze Eyserbosweg deel genomen aan het kampioenschap berglopen. Het was de bedoeling om zo snel mogelijk precies een kilometer bergop te lopen. Ik weet vrijwel zeker dat dit mijn traagste kilometer ooit geweest is. Toch ben ik er nog steeds er trots op dat ik dat toen gepresteerd heb. Ondanks dat ik daarna toch wel in landen gelopen heb waar ze het woord berg meer op zijn plaats is. Ik moest toen namelijk omhoog lopen met een zak zand van precies 100 kilogram in mijn nek. En dat maakt het lopen toch wel wat zwaarder en compenseert als zodanig een tekort aan hoogte meters. Zeker als je dan bedenkt dat je na een meter op 800 zo’n last van je onderrug krijgt en dus de zak laat vallen. Gelukkig bepalen de reglementen dat je op dat moment de zak zelf moet optillen en hulp dus niet toegestaan is. Ik denk dat niemand het nu nog vreemd vindt dat ik daarna 20 jaar lang niets meer aan hardlopen gedaan heb.
Voor mijn gevoel veel te snel was ik bij verzorgingspost 6. Gelukkig kwamen er nog twee stevige klimmetje hierna waarvan de tweede door de weilanden het verdriet dat dit feest teneinde aan het lopen was behoorlijk verzachtte. Tenslotte ging het richting Huls. Vanaf daar is het nog een kilometer of 4 over een weg en een fietspad. Ideaal om het lichaam het gevoel te geven dat je weer terug bent op aarde.
Inmiddels was het letterlijk aardedonker geworden en de temperatuur gedaald tot 7 graden onder nul. Omdat ik Willem gevraagd had waar het officiële eindpunt was kan ik dankzij een fenomenale eindsprint op de laatste 5 meter de boeken in gaan als de eerste overwinnaar van Limburgs Zwaarste.
Samenvattend: dit is gewoon een spectaculair mooie loop. Een ieder kan hier iets van zijn gading in vinden. De afstand is 70 kilometers, er zitten een kleine 2.500 meter omhoog en ook weer omlaag in. Je komt in 3 landen. Je wordt 6 keer tot in de puntjes verzorgd en alsof dit niet genoeg is, er zijn ook onderweg nog een paar pleisterplaatsen die de moeite van een pauze waard zijn. De uitzichten zijn soms meer dan spectaculair .
En de zwaarte? Ik ben ondanks mijn optimale voorbereiding en dankzij de winterse omstandigheden finaal naar de filistijnen gegaan maar in Maart zal dit parkoers er heel ander bij liggen en is het heel goed te doen. Dus laten we maar stoppen met de naam Limburgs Zwaarste en het gewoon noemen zoals het is: Limburgs Allermooiste.
Tenslotte de route: