In februari heb aanwezig mogen zijn bij de AKRM, de Galgenberg Marathon en La Magnétoise.
Ik weet wel wie André van de Vliert is. Maar kennen deed ik hem niet. Dit is een beetje vergelijkbaar met andere grote (sport)mensen, iedereen roept wel dat hij meneer X of mevrouw Y kent, maar bedoelt eigenlijk dat hij weet wie bedoeld wordt.
Heel bewust open ik dit stukje met de zinsnede wie André van de Vliert is. André loopt niet meer rond maar hij is er nog steeds. En in mijn ogen is het hoogst mogelijke wat een mens bereiken kan dat er na je overlijden in plaats van “hij was“ gezegd wordt “hij is”. Dat ik André niet gekend heb is jammer zeker omdat wij een paar keer een afspraak gemaakt hadden om samen een stukje te gaan lopen maar dit steeds door omstandigheden afgezegd is. Toen ik hoorde dat er een marathon ter herinnering aan André zou komen was het besluit om hieraan deel te nemen dan ook heel snel genomen. Toen ik vervolgens gevraagd werd om een van de tempogroepen voor te lopen voelde ik mij echt vereerd. Toen vervolgens voor mij beslist werd dat ik dan de “snelle” groep mocht voorlopen was ik ook blij dat ik eindelijk weer eens de kans kreeg om niet te hoeven treuzelen.
Het was toch wel mooi om te zien dat de inschrijving snel vol liep. Sterker nog, de organisatie moest op een gegeven moment besluiten om het aantal startplaatsen uit te breiden. Omdat ik altijd alles heel strak plan, stond ik als eerste op de startlijst en kon het vollopen van die lijst geen roet in het eten gooien. Echter, ik ben nog steeds in de gelukkige omstandigheid dat ik over een werkgever beschik. Zoals het mooie woord al doet vermoeden is dit iemand die de hele dag bezig is met het geven van heel speciale kadootjes, meer specifiek werk dus. En aangezien ik, zoals bekent is, geen deel uitmaak van de net-generatie, mag ik heel ouderwets reizen naar die plaatsen waar dat werk zich bevindt. En toevallig was dat die zondag in Zagreb. Kortom het kwam wel heel goed uit dat ik afgesproken had dat ik een beetje zou doorlopen. Omdat ik na Zagreb nog op een paar exotische plaatsen op deze aardbol verwacht werd zou ik weliswaar van Schiphol vertrekken maar op de terugreis op een ander vliegveld arriveren. Op zich geen probleem, zei het dat het dan wel erg lastig was als mijn auto nog op Schiphol stond. Dus was het ‘t meest verstandige als ik met de trein naar Utrecht zou komen. Volgens de dienstregeling zou dit precies op tijd moeten kunnen lukken. Dus nu maar hopen dat de NS ook de dienstregeling gezien had.
Nu heb ik regelmatig in verslagen mijn verbazing uit kunnen spreken over de extra uitdagingen en de avonturen die de NS een eenvoudige reiziger laat beleven. Nu heb ik iets meegemaakt waardoor ik bijna ga geloven dat André zelf zorgde dat zijn marathon vlekkeloos verliep. Zoals gepland zat ik dus in de eerste trein die richting Utrecht ging. In Roermond stapte Lianne in die trein. Omdat zij een tweede klas kaartje had en keurig opgevoed is besloten wij om netjes te verkassen naar de tweede klasse. Behalve ons zaten er ook 5 NS medewerkers in de eerste klasse. Eén hier van zei tegen ons: “blijven jullie maar gerust zitten.” Vervolgens riep hij de conducteur op en vroeg hem Lianne een kaartje eerste klas te geven. Hetgeen ook prompt gebeurde. In Utrecht aangekomen moesten wij nog een stukje met de bus. Toen wij instapten zei de chauffeur “Jullie gaan naar de marathon”. Dit was op zich een knappe observatie, net knap iemand die bij het zien van een man die gekleed is in het uniform van de Nederlandse Landmacht spontaan tot de conclusie komt dat hier wel eens sprake zou kunnen zijn van een soldaat. Van de andere kant, op zondag morgen lopen wel meer mensen rond in loopkleren, maar hij wist schijnbaar dat er een marathon was. Vervolgens was ik voor de tweede keer op één dag met stomheid geslagen. Hij zei namelijk daarna ”lopers hoeven van mij geen kaartje”. Schijnbaar beviel het feit dat ik met open mond stond zo goed want toen wij bij de halte kwamen riep hij om dat de marathonlopers niet moesten uitstappen. Ook al lag het niet aan de route en was er dus ook geen halte, hij bracht ons daarna met de bus tot aan het straatje waar de atletiekbaan was! Ik ben echt een heel nuchter mens maar langzaam begon ik toch echt te geloven dat er iemand was die “daarboven een heel goed woordje voor dit loopje gedaan had”.
Kortom, perfect op tijd en in een opperbeste stemming stonden wij dus in de kantine van U-Track. Omdat de aanleiding voor deze loop zwaar k…. was bestond de kans dat er hier een beetje sombere, bedrukte sfeer zou hangen. Dit was gelukkig niet het geval. De sfeer die daar hing was gewoon prettig. Ik weet trouwens niet of dit het juiste woord is, maar het voelde gewoon goed.
Om 10:00 uur startte de eerste tempogroep, om 10:10 nummer 2 en wij mochten om 10:20 de kantine verlaten. Deze groep bestond in totaal uit 7 lopers. De echte voorloper van deze groep was niemand minder dan Nitish en ik mocht er een beetje bijhangen. De afspraak was dat wij met een snelheid van 11,5 km/h zouden lopen. Het fenomeen lopen op een bepaald tempo blijft mij trouwens verbazen. De afgelopen tijd heb ik steeds gelopen als de perfecte imitatie van een vierkante baksteen die probeert om de Alpe d’Huez omhoog te komen. En nu vroeg men mij met een snelheid van 11,5 te lopen en ik heb de hele marathon precies 11,5 gelopen. Niet dat dat nu zo’n prestatie is maar op de een of andere manier doen mijn voeten nog steeds wat ik mij in mijn hoofd zet. En het is echt zo dat ik daar niet bij hoef na te denken of zo. Het gebeurt gewoon. Gelukkig blijft dit binnen redelijke grenzen, ik moet er niet aan denken dat ik mij straks in mijn hoofd ga halen om echt serieus tegen de klok te gaan lopen.
(Foto Jannet Lange)
De route was verassend mooi. Het was een mooi paadje langs de Kromme Rijn dat wij in principe volgden. Ook het weer was perfect. De sneeuw en andere smurrie waren verdwenen. Het was droog en er was weinig wind. Ook was het een beetje nevelig. Dat laatste gaf een bepaalde sfeer. Op een geven moment liep ik langs het water in de nevel en begonnen mijn gedachten weer wat te dwalen. Uitaard speelde hierbij de aanleiding van dit loopje heel sterk mee. Ik kon toen heel goed zaken relativeren en was een heel tevreden mens. Je loopt rond, want je waant je alleen op de wereld en komt tot de conclusie dat het niet beter zal en hoeft te worden. Je doet die eenvoudige zaken die je leuk vindt en hebt ook niet meer nodig. Of ik wel mijn vliegtuig zou halen en of ik al die “enorm belangrijke problemen” die op mijn boordje lagen tot een goed einde zou brengen leken heel wat minder belangrijk. Ik realiseer mij ook dat het niet echt gepast is om te spreken over het feit dat je je eigenlijk perfect gelukkig voelt terwijl je loopt ter herinnering aan iemand die ons veel te jong uit het leven gerukt is. Maar ik kan het niet anders verwoorden en wellicht komt het juist door zo iets onbegrijpelijks dat je je gaat realiseren hoe relatief allerlei zaken zijn en dat tevredenheid wel een heel groot goed is.
Toen wij na zeven of acht kilometer bij de eerste prima verzorgingspost kwamen vond ik het eigenlijk zelfs een beetje jammer dat mijn mijmeringen verstoord werden. Van de andere kant, ik hoef ook niet te melodramatisch te doen, het was ook gewoon leuk om daar een stukje te draven. En zeker toen rond een kilometer of 13 alle drie de groepen bij elkaar zaten. Eigenlijk was een grote gezellige bende.
Rond kilometer 16 verzamelden alle groepen in een loods. Ann Lens hield hier een mooie toespraak. Ik vond het gewoon razend knap zoals ze dat deed, geen sentimenteel verhaal. Gewoon mooi en integer. Een mooi moment van bezinning dus.
Vervolgens mochten we weer weg en nu mocht groep 3 voorop, want er moesten nog wat linten opgehangen worden. Het ging even door een weiland. En toen weer op zoek naar de Kromme Rijn. Gelukkig heb ik door dat stuk van het loopje de kans om even een puntje van kritiek te spuien. Gelukkig want anders wordt dit toch we een erg klef verhaal. In het weiland moesten we namelijk onder een brug door en die was wel erg laag. Voor mijn gevoel was die doorgang hoogstens 50 centimeter maar dat zou overdreven kunnen zijn. Dus ik stel voor om bij de volgende editie dit punt te omzeilen; dan wordt het tevens een stevige ultra.
Uiteindelijk kwamen we bij verzorgingspost nummer 3 in Cothen en konden we dus aan de terugreis beginnen. Hier was nog even een kippevelmoment; Nitish kreeg van Jaap, de broer van André, de rugzak van André waar tevens een foto van André opzat omgehangen. Jaap had de eerste helft met die rugzaak gelopen. Heel mooi dat André op die manier bij zijn loop aanwezig was.
(Foto Jannet Lange)
Na 44 kilometer waren we weer terug bij de atletiekbaan. Ik was een heel mooie ervaring rijker en hoop van ganser harte dat deze loop ieder jaar georganiseerd gaat worden. Als ik zie met hoeveel liefde deze loop door de vrienden van André georganiseerd wordt kan ik maar één conclusie trekken: iemand waar mensen zo iets moois voor organiseren is een groot mens.
27 februari
Eerlijk gezegd ben ik wel een beetje jaloers op lopers die al heel wat jaren lopen. Zij hebben heel wat meer plezier kunnen beleven, maar dat is niet de echte reden voor mijn afgunst. Zij hebben vaak de eerste versie van een loop mogen meemaken en dat is voor iemand die zoals ik pas net komt kijken niet weggelegd. En voor een geboren verzamelaar als ik betekent het ontbreken van nummer één dat je serie niet compleet is; de ultieme frustratie dus. Bij normale verzamelingen is het, zei het soms tegen absurde kosten, mogelijk om je verzameling compleet te maken. Bij loopjes kan dit niet. Ook al zag ik laatst dat via internet de medailles en finisher T-shirts van allerlei marathons te koop zijn. Iets wat iemand, die weigert om een shirt te dragen van een marathon die hij niet uitgelopen heeft, wel een beetje verbaast. Als beginnend loper moet ik dus die loopjes waar ik de eerste edities van gelopen heb in ere houden. Zodoende stond ik bij de vierde editie van de galgenbergmarathon dus voor de vierde keer aan de start. Los van mijn verzamelwoede blijft dit trouwens een van de loopjes die ik voor geen geld zou willen wissen.
Uiteraard hoort bij een kreet in de trant van “voor geen geld willen missen” wel een verklaring van het waarom. En met de simpele opmerking dat ik zelfs bij de vierde keer in dit gebied toch nog even 104 foto’s wist te maken kom ik er niet. Dus nu mag ik onder woorden brengen waarom ik dit zo’n geweldig leuk loopje vind. En als ik niet mijn nek wil breken door over gemeenplaatsen te struikelen en mijn voet niet wil bezeren door het intrappen van open deuren is dit een uitdaging. Het doet mij wel een beetje denken aan een goede maaltijd. Dat is ook meer dan een aantal goede ingrediënten. Het heeft ook te maken met de verhouding hiertussen, de inzet en betrokkenheid van degene die het maakt, de ambiance en ook een beetje met degene die ervan gaat genieten. Dit is denk ik wel een mooie kapstok om de Galgenberg marathon te beschrijven.
Men neme een mooi gebied: de Utrechtse Heuvelrug. Zoek hier een mooi punt: Residence Rhenen. Zet een rondje van een dikke 42 kilometer uit. Zorg hierbij voor bos, heide, wat heuveltjes, een paar dorpjes, een kasteel en nog wat markante punten. Charter een groepje enthousiaste vrijwilligers die hun vrije zaterdag willen opofferen om met koek en zopie op een aantal sportievelingen gaan staan wachten. Zoek een zeer gemêleerd gezelschap. Zorg ook voor een beetje regen en een zeer voedzame traktatie voor lichaam en geest is klaar.
En ik heb die traktatie met veel genot veroberd. En als ik mij niet vergis gold dat voor iedereen die ik hier heb zien ronddartelen. Na dit festijn kreeg ik zelfs twee toetjes. Eerst kreeg ik een met liefde in huisvlijt gemaakte medaille, die een ereplaats krijgt in mijn plastic zak met trofeeen. En vervolgens heb ik een eretitel gekregen. Door Jannet Lange ben ik namelijk benoemd tot lid van de DKWU. Nu kan ik mij nog goed herinneren dat er in mijn jeugd Duitse brommers van dit merk waren die de volksmond Deutsche KinderWagen genoemd werden. Toen ik het dus hoorde schrok ik even want ik had voor mijn gevoel een hele tijd gezellig met Jannet lopen te keuvelen en nu was ik dus bang dat dat als een beetje gebrom overgekomen was. En dat ze daarom aan een brommer was gaan denken. Of erger nog, dat lopen met mij het gevoel gaf dat ze een kinderwagen moest voortsjouwen. Gelukkig was dit niet het geval. DKWU is de afkorting van Drie Kale Wijze Ultralopers. Ik vind het een heel mooie afkorting. En nog mooier vind ik dat alle vier de woorden fout zijn , althans niet op mij van toepassing. Er zijn echt wel meer lopers te vinden die kaal zijn. Sterker nog, als ik tijdens een loopje een beetje rondkijk kost het mij moeite om 3 lopers te vinden die niet kaal zijn. Maar eigenlijk is dit helemaal niet relevant. Ik ben namelijk niet kaal: ik heb alleen maar geen haren en dat is iets heel anders. En aan de snijwonden te zien die ik ’s morgens vroeg heb als ik mij heel erg moet haasten is dit “geen haren hebben” iets wat ik absoluut niet voor niets krijg. Dan komt het woord wijs. Wijselijk zal ik hier geen commentaar op geven maar dat is dan ook het enige moment waarop ik op iets dat de zweem van wijsheid heeft te betrappen ben. En tenslotte ultraloper ? Ik zou het inderdaad graag willen zijn maar dat is nog wat anders dan het echt zijn. Laat ik eerst maar eens begin April een stukje over het strand gaan lopen en dan zal ik wel merken of ik ook kan wat ik wil. Dus laten we het voorlopig maar houden op een OS (Onnozele Schravelaer).
Wil ik voldoen aan de standaard voor een weblog en/of veellopersverslag dan moet ik nog iets vertellen over mijn reis en over wie ik allemaal gezien heb en uiteraard dat iedereen zo geweldig gelopen heeft. Dat doe ik lekker niet dus, anders komt iedereen er achter dat ik ondanks gps het toch nog presteerde om vlak bij de start te staan om dan tot de conclusie te komen dat er een rivier overgestoken moet worden. En uiteraard blijf ik er bij dat die rivier er de voorafgaande jaren niet geweest is. En uiteraard was hij er ook niet meer toen we weer naar huis reden! En als hij er wel was, dan heb ik hem waarschijnlijk niet gezien door het aangename gezelschap, dat heel erg goed gelopen had, en het feit dat prima ingelopen was voor La Magnétoise die ik de volgende morgen even met een bezoekje ging vereren.
www.nutripauquet.be/la_magnetoise_12.html
Lopen is goed voor je taalbeheersing. Zo heb ik tijdens de Magnétoise geleerd wat het verschil is tussen:”het weer zal mij worst wezen” en “het zal weer worst wezen”.
Omdat ik de laatste tijd voor mijn gevoel veel te weinig loop kwam het mij heel goed uit dat de Galgenbergmarathon en la Magnétoise in één weekend vielen. Omdat een marathon en een ultra-trail in een weekend nog geen uitdaging genoeg is, was ik blij met de mededeling dat de weergoden nog een stevige duit in het zakje zouden doen. Zware stormen, windstoten met orkaankracht en zware slagregens worden beloofd. Realist als ik ben neem ik de voorspellingen met een korreltje zout en zie het grote voordeel ook meteen: ik hoef geen tijd te verspillen aan de vraag of ik al dan niet een jasje moet aantrekken. Dat er toch wel mensen zijn die wat meer vertrouwen in de weersvoorspellingen hebben blijkt uit het grote verschil tussen de het aantal aanwezige lopers en het aantal voorinschrijvers. Ook de verhalen waar sommige lopers mee komen “zo veel water op de autosnelweg dat de auto begon te slippen” “soms waren er windstoten waarbij je de auto alleen met de grootste moeite op de weg kon houden” droegen absoluut bij aan het verhogen van de feestvreugde. Kortom dit zo horende was de basis voor een paar sterke verhalen voor het thuisfront en het nageslacht weer aanwezig.
Het loopje start in Magnée en als het goed is kom je na 65 kilometer weer bij het chalet in Olne. Om de loper helemaal in de watten te leggen word je met de bus naar Magnée gebracht zodat je na afloop daar in je eigen auto kunt stappen. Tenzij je natuurlijk Wouter Hamerlinck bent want dan mag na afloop op je vouwfiets stappen. De organisatie had er ook voor kunnen kiezen om de lopers na afloop van de finish naar de startplaats terug te brengen. Boze tongen beweren dat hier niet voor gekozen is omdat een voertuig waarin iemand die de Magnétoise gelopen heeft nooit meer schoon te krijgen is. Toen ik toevallig deze week mijn auto een keer met daglicht mocht bekijken kon ik mij voorstellen dat deze redenering hout snijdt. Zoals reeds gezegd is de afstand tussen Magnée en Olne een kleine 65 kilometer. Omdat hierbij niet echt gereisd word over wegen zou het vermoeden kunnen ontstaan dat dit de kortste verbinding tussen die twee punten is. De afstand tussen Olne en Magnée over begaanbare wegen is echter 6,6 kilometer. Dus om voor de start om 8:00 uiterlijk om 7:15 in de bus te moeten zitten is een beetje overdreven. Toen wij als keurige opgevoede Nederlander rond 7:30 bij de bus kwamen, waren wij ook met afstand de eerste. Dat was wel de laatste keer die dag dat er een Nederlander eerste was.
We zaten dus met een plukje Hollandse jongens in de bus bij elkaar. Op de een of andere manier hing er een beetje de sfeer van een schoolreisje. Melig dus. Nadat we in de bus een korte uitleg over de route markering gekregen hadden, kregen we ook de mededeling dat er een revolutionair nieuw soort sportvoeding ontwikkeld was. Mijn Frans is niet echt denderend daarom dacht ik dat ik het verkeerd begrepen had toen ik meende te horen dat het om worst ging. Gelukkig werd het verhaal ook vertaald en het ging inderdaad om worstjes. Er kwam een hele opsomming van wat er in die worsten zat waarbij het magere vet mij wel heel sterk aansprak. Wij zouden bij de verzorgingspost op kilometer 44 de kans krijgen om deze wonderworsten te testen. Uiteraard kon ik het niet laten om te vragen of er dan ook mayonaise verstrekt werd. Met andere woorden: de sfeer zat er goed in. Derhalve hadden wij toch iets om naar uit te zien, want deze loop is ten aanzien van de verzorging heerlijk Spartaans: water op kilometer 22 en een uitgebreide post op kilometer 44.
De start was ook echt geweldig. Rond 7:55 stonden de lopers wat te drentelen rond de kerk en zei de organisator opeens :”allez” en dus was het feest begonnen, temminste voor die lopers die het gehoord hadden. De rest zag dat er iets in beweging kwam en kon stoppen met het irrigeren van de beplanting en achter de meute aan gaan. De route is prima gemarkeerd met linten dus ben je op jezelf aangewezen. Ik kon mij van eerdere deelnames nog heel goed herinneren dat het even het straatje achter de kerk volgen was, dan naar rechts en dan de bosjes in en dan door de modder fel omlaag. Omdat de “grote weg” rechtdoor gaat stond op het punt waar de lopers rechtsaf moesten een van de weinige verkeersregelaars. Het was fascinerend om te zien hoe de goede man kon genieten van de inspanningen van de lopers. Ik kan mij dan ook goed voorstellen dat dit zo indrukwekkend was dat hij daarom vergat waarom ze hem daar neergezet hadden. En laten we eerlijk zijn: nu kon hij de lopers de berg zien afdonderen en vervolgens ook nog een keer omhoog zien komen. Ook ik was blij met deze actie want hierdoor kreeg ik, toen ik het modderpaadje omlaag strompelde, te zien hoe alle snelle jongen zich daar omlaag gooiden.
De regen was voor mijn gevoel lang niet zo erg als ik verwacht had. Ik was helaas al zeiknat geworden op de paar honderd meter van de parkeerplaats tot aan het chalet maar tijdens het lopen viel het heel erg mee. Ook de wind viel voor mijn gevoel wel mee. Er lagen redelijk wat takjes en twijgen, maar dat was het wel zo’n beetje. Dus niets stond een heerlijk dagje genieten in de weg. Het had natuurlijk de afgelopen dagen al flink geregend dus aan plassen, poeltjes en modder was geen gebrek. De ervaring heeft mij intussen geleerd dat het proberen te omzeilen van plasjes een totaal zinloze actie is, natte voeten krijg je toch. En er is eerlijk gezegd niets leukers dan meteen de eerste grote plas die je ziet dan maar meteen vol in te knallen. En als je dan ook nog het geluk hebt dat die een stuk dieper is dan je verwachtte is ook meteen een ander probleem opgelost. Ik wil altijd als ik in het buitenland loop zo netjes mogelijk voor de dag komen. Soms gebeurt het wel eens dat als je midden in de nacht wat loopkleren in een tas gooit de kleurcombinaties die zo ontstaan heel creatief zijn maar toch iemand met gevoel voor smaak versteld doen staan. Als je echter dor een flinke plas gegaan bent, ben je tot aan je middel in een mooie schutkleur gehuld en is dit probleem dus ook weer uit de wereld. Trouwens het blijft mij nog steeds verbazen hoeveel verschillende kleuren modder je op zo’n dagje lopen tegenkomt. Op een geven moment dacht ik dat het allemaal inbeelding was maar toen ik een week later mijn voeten en tenen bekeek zag ik dat het toch echt waar was.
(foto Jo Lukasik)
Mijn doelstelling was helder: die dag zo lang mogelijk lopen en dus proberen rustig te dieselen. En dus alle tijd te nemen om te genieten. Eigenlijk hoort hier ook het maken van veel foto’s bij. Gezien de te verwachtten regen had ik besloten om maar geen camera mee te nemen, want ik had al genoeg foto’s van regendruppels op mijn lens. Zoals reeds verteld viel die regen eigenlijk wel mee. Een kleine uitzondering hierop vormde een hagelbui na een uurtje of 6 lopen. Het blijft opmerkelijk dat zo’n kleine korreltjes op zo’n groot gezicht zo’n pijn kunnen doen. Vervolgens hadden we nog de wind. Na verloop van tijd lagen er geen twijgjes maar twijgen op de weg. Dit duurde ook niet meer lang want toen werden het takken. Ik weet niet precies wat de volgende stap in de evolutie van een boom is. Als je er echter niet meer overheen kun klimmen zijn het wel indrukwekkende takken. Aan het begin van de middag was de wind echt stevig. Of het echt orkaankracht was weet ik niet. Wat ik wel weet is dat ik boven op een van de hoogvlaktes kwam en ik echt niet meer vooruit kwam. Dit is wel heel apart: je hebt het gevoel dat je stevig aan het lopen bent en je benen bewegen ook echt maar je komt niet vooruit. En als je je dan nog meer inspant ga je in plaats van vooruit naar de zijkanten. Gelukkig gebeurde dat op redelijk brede stukken. Als dat op de richels gebeurd was had ik waarschijnlijk weer stukken van het parkoers te zien gekregen die nog nooit iemand gezien had. Toen het echt zwaar aan het spoken was interesseerde het mij helemaal niet dat ik niet vooruit kwam maar was ik veel meer bezig om aan de prikkeldraad te ontsnappen.
Toen de wind op volle kracht was hoorde ik ook heel regelmatig een voor mij onbekend geluid. Het kostte even om dit te kunnen plaatsen. Het duurde niet lang voor ik door had wat dat was. Het was het geluid van bomen die omwaaiden. Je hoort even een fluittoon en dan een kraak en dan ligt zo’n grote jongen om. Dat gaat enorm snel. Er zijn touwens twee varianten: een boom breekt middendoor of valt helemaal om. Dit is heel erg stoer om te vertellen maar toen ik daar boven zat dacht ik daar heel anders over. Het gebeurt heel snel en zeer regelmatig en je kunt geen kanten uit. Kortom ik begon mij af te vragen wat er mis is met een potje biljarten onder het genot van een lekker drankje in goed gezelschap in een goed verwarmde kroeg. Gelukkig hoefde ik nog maar een kilometertje of 30 en wist ik dat ik nog heel lange stukken door de bossen mocht. Op zo’n momenten heb je even iets nodig om naar uit te zien. Gelukkig had ik dat, want ik wist dat er op kilometer 44 een verzorgingspost kwam. Meer specifiek de post met de wonderworsten. Met iedere meter die ik liep groeiden die worsten in smaak, grootte en heilzame eigenschappen. Kort voor de post was ik al zo ver dat ik mij niet meer kon voorstellen dat mensen überhaupt zouden kunnen leven zonder deze worsten. Ik kreeg zelfs al visioenen van een verbouwing thuis waarbij wij een “walk-in fridge” zouden krijgen uiteraard helemaal gevuld met worsten. Dus toen brak het grote moment aan. Het waren inderdaad worstjes. Niks mis mee maar daar is ook alles mee gezegd. Daarom was het ook jammer dat je nog ruim een uur merkte dat je worst gegeten had.
(foto Jo Lukasik)
Kortom een illusie armer kon ik van de laatste twintig kilometer gaan genieten. Maar er was nog genoeg om van te genieten, want ook het laatste stukje van deze mooie tocht heeft een paar verrassingen. Maar hier ga ik niets over verklappen. Na een dikke 8 uur zag ik het chalet voor mij. Uiteraard was er geen finish-boog of iets dergelijks. Sterker nog: er was niemand buiten, hetgeen gezien het hondenweer ook niet echt verwonderlijk was. Dus besloot ik maar naar binnen te gaan. ’s Morgens vroeg had ik wat moeite gehad om een deur te vinden die open was. Moeder natuur had dit probleem voor mij opgelost. Aan de achterkant was er een deur uitgewaaid en dus was er nu een groot gat waardoor ik naar binnen kon. Toen ik binnenkwam ben ik maar even gaan zitten. Na een minuut of 10 zag ik Kornel binnenkomen. Hij had zijn knie verdraaid en daarom had ik hem op het laatste stukje nog ingehaald. Ik ben toen opgestaan om te vragen hoe het met hem ging. Doordat ik opstond viel het de organisatie op dat ik ook binnen was en hebben ze mij toch maar mooi als finisher genoteerd.
Omdat ik toch stond ben ik maar naar de auto gelopen om wat droogs aan te trekken. Het besluit daartoe was redelijk snel genomen. Ik bleek echter door de combinatie van regen en wind zo verkleumd te raken dat ik ruim 20 minuten nodig had om de natte kleren uit en droge aan te trekken. Ik heb dus maar mooi geleerd dat ik wel zo aardig kan willen zijn om de andere lopers niet jaloers te willen maken met de aanblik van mijn atletische body maar dat dan het gevolg is dat ze dan wel erg lang mijn inspirerend gezelschap moeten missen.
Samenvattend: ik heb mij kostelijk geamuseerd, voor mijn doen goed gelopen en ben er weer eens zonder kleerscheuren afgekomen. Alhoewel als ik de kleren van mijn lijf gescheurd had maar een paar minuten in de kou hebben hoeven te vertoeven. En ik heb als klap op de vuurpijl ook nog een aantal pakken worsten met echt mager vet in de koelkast liggen. Waarschijnlijk zijn dat de enige etenswaren die bij mij nog een hele tijd in de koelkast zullen liggen.