12 tot en met 19 september Trans Swiss Run

www.transswissrun.ch

Ik heb ruim een jaar een T-shirt waarmee ik graag, fier als een haan, rond paradeer. Het is een eenvoudig grijs katoenen shirtje en vertoont inmiddels lichte slijtagesporen. Op dat shirt staat “Europas längster Berglauf”. Ik ben blij dat deze tekst in het Duits is. Want hierdoor eindigt het middelste woord op ster en niet op ste. Voor mij hoeft namelijk niet alles een etiketje met `ste` krijgen. De houdbaarheid hiervan is over het algemeen maar heel beperkt. Daarnaast irriteren etiketjes heel snel. Ik knip dan ook vrijwel altijd meteen de etiketjes uit shirts en onderbroeken. En om nu rond te lopen met een shirt met een gat midden in de voorkant lijkt mij ook niet zo’n goed idee. 

Maar een ster voel ik mij wel in dit shirt. Ik was hier zeker niet de snelste en ook niet de beste, wel bijna de laatste. Maar ik ben nog steeds zo enorm trots omdat ik die Loop, met een hoofdletter, volbracht heb. Ik heb afgezien en genoten en ik heb mij in een prentbriefkaart gewaand. Toch wil ik deze loop nooit meer doen. Voor de goede orde: de organisatie was perfect, de mensen super aardig en de sfeer tussen de lopers was grandioos. De reden dat ik niet meer terug ga is de tijdslimiet die men vastgesteld had en zeer rigide hanteerde. Soms leed het genieten teveel onder de terreur van de klok. Nu snap ik ook best wel dat je als organisatie limieten moet stellen en soms mensen tegen zich zelf in bescherming moet nemen. Ook weet ik wat een wedstrijd is en hoe belangrijk de rol van een klok hierin is. Winnen wil ik wel. Ik hoef echter niet meer zonodig van een andere loper of van een klok te winnen. Ik wil van mijzelf winnen. Voor mij is de mooiste overwinning als ik iets volbracht heb waar ik enorm tegenop zie en enorm veel voor heb moeten doen, laten en afzien. En als ik dan ook nog kan genieten van spectaculaire uitzichten en aardig mensen, dan ben ik een heel gelukkig mens. Kortom ik wilde heel graag terug naar Zwitserland en mij daar weer meten met mijzelf en moeder natuur. 

Toen ik vorig jaar over de eerste Trans Swiss run las, stond ik dan ook meteen in de startblokken. Toen ik ook nog las dat deze 478 kilometer lang was, was mijn grijns even de grootste. Helaas kon ik in 2008 de benodigde dagen niet meer uit mijn agenda persen. Maar voor 2009 werd meteen gereserveerd. Later zag ik dat de afstand aangepast was naar 428 kilometer, maar dat mocht de pret niet drukken; zeker omdat er ik bij de inschrijving een grafiekje kreeg met weer een andere afstand en het indrukwekkende aantal hoogtemeters van 28.800 omhoog.

Kortom ik kon niet wachten tot het feestje van start zou gaan.

Ondanks dat ik soms wat minder prettige ervaring met het vervoer over het spoor heb besloot ik toch om het nog eens op die manier te proberen. De reis met de trein naar Zwitserland verliep mede dankzij het aangename gezelschap van Willem en Annemarie vlekkeloos. Alhoewel vlekkeloos is in dit verband misschien niet de beste term. Toen ik ’s morgen in de trein stapte vond ik het vreemd dat mijn tas vochtig aanvoelde terwijl het niet geregend had. Op dat moment leerde ik twee dingen. Het is verstandiger om de drinkdop op een bidon dicht te doen voor je hem in een tas stopt; zeker als de bidon gevuld is met sportdrank. En het is totaal zinloos om voor een loop van 8 dagen 8 schone setjes loopspullen mee te nemen want van het reizen worden ze veel smeriger dan van het lopen.

Onze treinreis eindigde in Konstanz in Duitsland. De start was echter in Kreuzlingen in Zwitserland. Dit was geen enkel probleem omdat de organisatie ons netjes met een auto op het station kwam ophalen. Het duurde even voor we een methode gevonden hadden om alle bagage in de kofferbak te krijgen. De hierdoor verloren tijd werd echter ruimschoots ingehaald door een eigen interpretatie te geven aan het begrip eenrichtingsweg. Ook de redenering dat je, als je maar genoeg voetgangers in je auto hebt zitten, je ook over een voetgangerspromenade mag rijden, zorgde voor een aanzienlijke inkorting van de reistijd.

De avond voor de eerste etappe werd gezamenlijk door gebracht in een jeugdherberg op een schitterende locatie aan de Bodensee. Toen wij onze kamersleutels kregen vond ik het vreemd dat er zoveel kamers waren met nummer 11. Toen ik mij langs de bagage van een negental lopers een weg naar binnengebaand had, was dit raadsel ook weer opgelost.

Die avond heb ik weer een nieuw woord geleerd, namelijk Apero. Een geweldige manier om onder het genot van een hapje en droogje de mensen waar je de komende week me zult optrekken te leren kennen. Jammer alleen dat je zo snel moet door eten en drinken omdat je anders te laat voor het eten bent. Maar toch houd ik het woord apero in mijn collectie.

Nederland was weer zeer ruim vertegenwoordigd in het deelnemersveld: Bram van der Bijl, Jos Broersen, Willem Mütze en ondergetekende wilden de complete run doen. Annemarie Hosli wilde iedere dag de mooiste stukken gaan doen. Wilma Dierx en Wilma Vissers konden helaas alleen de eerste twee dagen ons met hun gezelschap verblijden. Dat trouwens de aanwezigheid van de Nederlanders niet onopgemerkt gebleven is blijkt wel uit onderstaand stukje dat ik in verslag aantrof: ”es sind 5 Holländer hier, allesamt gutgelaunte Kollegen, zwei davon sind markante Figuren mit rund 2 m Grösse und 100 kg auf der Wage”. Ik vraag mij wel af wie hier nu precies mee bedoeld werden.

’s Avonds heb ik nog genoten van de briefing in een prachtig Zwitserduits dialekt. Begrepen heb ik er geen woord van maar het klonk wel geweldig mooi. In ieder geval kregen we na afloop de kaarten met de routes van de volgende dag. Voor die etappe waren dat 10 a4 tjes. Na mijn avontuur in Tsjechië was ik opeens overtuigd van de toegevoegde waarde van kaarten met de looproute. Ook had ik geleerd dat als de kaarten nat worden je een heel mooi gekleurde prop hebt. Die kun je ongetwijfeld iemand als modern kunstwerk aansmeren. Helaas schiet je daar niet zoveel mee op als je weer eens ergens gestrand bent. Daarom had ik een mooi plastic hoesje meegenomen. Als klap op de vuurpijl had ik bovendien een keycord meegenomen, nu kon ik dus eindelijk die ondingen die je tegenwoordig overal in je handen gedrukt krijgt gebruiken. Toen ik later de foto’s bekeek vond ik dat ik er superprofessioneel uitzag met zo’n fel rood bandje om mijn nek met daaraan een plastic hoesje met kaarten.

Dag 1 Kreuzlingen -  Hulftegg

 

Hoogtemeters: + 1.703


Map created by EveryTrail: Geotagging Community

Alle foto's van die dag staan hier: dag 1

De start was gepland aan de oever van de Bodensee. Dus wandelden we gezellig keuvelend die paar honderd meter. Daar werd als startteken een mooi stukje vuurwerk afgestoken. Mijn vraag om dit over te doen omdat mijn foto mislukt was werd serieus overwogen. Schijnbaar kende de organisatie mij nog niet goed genoeg.

Het was de bedoeling dat Walti ( de man binnen de organisatie verantwoordelijk voor de routes) het eerste stuk met ons mee zou lopen. Daarom moest de groep het eerste stuk bij elkaar blijven. Zo kon hij ons door Kreuzlingen loodsen. En kreeg ik geen ezelsoren aan mijn kaarten.

Vrij spontaan vormde zich al heel snel een kopgroep bestaande uit een dame en 3 heren. Tot mijn verbazing was ik een van die drie heren. Vrolijk keuvelend, genietend en voor ons gevoel meteen na de start kwamen we bij de eerste verzorgingspost. Deze was zeer ruim voorzien. Toch bleek achteraf dat dit slechts een schamele afspiegeling was van alles wat ons de komende periode te wachten stond. Deze post was bij een boerderij en de boer had tevens voor de lopers een kist appels klaar gezet. Dat vond ik een van de vele voorbeelden dat de mensen die je onderweg tegenkwam het erg leuk vonden dat wij op die manier aan het genieten waren van al het moois wat hun land te bieden had.

 

Nadat ik alle vier de mogelijkheden die de viersprong, waar de verzorgingspost was, uitgeprobeerd had, ben ik uiteindelijk weer op de juiste route gekomen. Dat was ook de weg die ik bij de eerste poging om weg te komen gekozen had. Ik besloot toen dat ik de volgende keer als ik de route niet zou kunnen vinden weer mijn eerste gevoel zou volgen. Gelukkig heb ik dat die dag nog niet hoeven toe te passen. Wel kwamen we even in een omgekeerde situatie. Wij wisten vrij duidelijk waar we moesten lopen, alleen was die weg op niet te overziene wijze afgesloten. Ik gebruik hier wel het woord weg maar het was een bos waar we door heen moesten. Dit was een mooie gelegenheid om het verschil in cultuur tussen Europeanen in de praktijk te zien. Mijn Duitse medelopers waren hier heel duidelijk in: “Het is verboden om dit bos in te gaan, dus gaan wij ook niet!”. Ik als jonge onderzoeker wilde uiteraard weten waarom ik dat bos niet in mocht. Achteraf ben ik tot de conclusie gekomen dat de beslissing om dit bos af te sluiten nog niet zo gek was. Toch had het mogen kruipen en klimmen zijn voordelen: mijn spieren waren zo ontspannen dat ik wat makkelijker de extra snelheid kon produceren. En die kon ik weer goed gebruiken om de mensen die de omleiding gelopen had in te halen.

Bij de volgende verzorgingspost kregen we naast het uitgebreide assortiment ook pasta en verse soep. Ik kon dus mooi thuis vertellen dat ik ook als ik aan het lopen was, mijn middagmaaltijd niet oversloeg. Het eerste stuk van deze etappe was vergelijkbaar met Zuid Limburg. Maar als je in Limburg blijft doorlopen dan kom je vanzelf in de Ardennen en dat was hier ook het geval. Dus na verloop van tijd begonnen de heuvels steeds hoger te worden. Tot mijn groot plezier zaten er af en toe stevige lussen in het parkoers om zodoende de volledige hoogtemeters te benutten. Das was ook het moment dat ik kennis maakte met het fenomeen Rolli. Rolli is een enorm sympathieke Zwitserse loper. Meer specifiek Rolli is een oriëntatieloper. Hij had er dus een handje van om de beste verbinding tussen twee punten te vinden, dit was dus niet altijd de beschreven route. Dus ook al wist je zeker dat hij achter je was en dat hij je niet in gehaald toch kon je hem dan opeens weer een heel stuk voor je zien. Kortom ook in Zwitserland kunnen ze toveren.

Na een stevige heuvel beklommen te hebben kwamen we in een dorpje. Aan het einde hiervan lag een heel mooi en groot klooster. Uiteraard trok dit onze volledige aandacht. Hoe het kwam weet ik nog steeds niet maar aan de zijkant van het klooster midden in een weiland meende ik Franz (een van onze verzorgers) in een klapstoel te zien zitten. Achteraf bleek met mijn ogen niets mis en was het inderdaad de bedoeling om daar een verzorgingspost in te richten, zij het dat de organisatie er van overtuigd was dat wij nog lang niet in de buurt waren. Nadat wij voor een gedeelte het werk van het uit de auto sjouwen van flessen cola en gebak bespaard hadden konden wij de aanval openen op de laatste deel-etappe van dag 1. Ik had al op het hoogteprofiel een stevige bult gezien  En dat klopte dus. Gelukkig heb je op de eerste dag nog meer dan genoeg kracht dus was dit een mooie gelegenheid om eens te testen hoe sterk de kopgroep was.  De finish was grandioos. Helemaal boven op een berg lag een hotel en verder niets. Het uitzicht was spectaculair en dat gecombineerd met het besef dat je hier helemaal op eigen kracht naar toe gerend bent geeft een gevoel van voldoening dat niet te beschrijven is. Zeker als je nergens last van hebt en weet dat je nog 7 dagen mag lopen.

 

Ik dacht dat het nu een kwestie van douchen en après lopen was, maar daar had ik mij in vergist. Iedere etappe werd afgesloten met de vijfde verzorgingspost. Helaas waren wij veel sneller dan gepland, dus de post moest nog komen. Maar wat er toen gebeurde was het wachten ruimschoots waard. Er werd een barbecue opgebouwd en gebruikt. Hans-Jörg van de organisatie was een gepassioneerde hobby kok en kon zich dus helemaal uitleven. Gezien het feit dat er nog een hele aanhang wagen met bier was heb ik heb geadviseerd om het vooral rustig aan te doen met koken.

Het binnenkomen vóór de andere lopers had nog een nadeel. De kamerkeuze. De meerpersoonskamer bestond uit twee verbonden slaapkamers, de ene met een tweepersoonsbed en de andere met zes stapel bedden. Bescheiden als ik ben heb ik mij maar weer opgeofferd en de anderen behoed voor de moeilijke keuze wie in het tweepersoonsbed moest gaan liggen. 

Dag 2 Hulftegg - Bruni

Hoogtemeters: + 2.049

 
Map created by EveryTrail: Travel Community

Al mijn foto's van die dag staan hier: dag 2 

Het is prachtig om te zien hoe snel een aantalen wildvreemde mensen een groep kunnen worden. Op vrijdag avond zie je mensen voor het eerst op zondagmorgen zit je opeens met een groep vrienden te ontbijten. Lopen verbroedert dus echt. Daarnaast droeg ook het ontbijt een steentje (lees Chinese muur) bij aan de sfeer. Ik heb heel wat ontbijtbuffetten gezien maar dit sloeg alles. Ik zag later een foto op een website waarin ik temidden hiervan sta. Ik denk dat die foto heel treffend het jongentje in Luilekkerland weergeeft. Achteraf bleek dat dit restaurant heel bekend is voor zijn zondagochtend brunch en dat ze die bij wijze van ontbijt voor ons iets eerder klaargezet hadden. 

 

Door de organisatie was besloten om de snelle lopers een uurtje later te laten starten. Zodoende kon ik mooi de rest zien starten. Omdat de beide Wilma’s wat problemen hadden met het monteren van contactlenzen besloten zij spontaan om met ons mee te gaan. Door de goede instructies van de organisatie vonden wij zonder problemen het bospad waar wij in moesten. Na verloop van tijd stonden wij voor de keuze: over een berg of onderlangs. Onze keuze viel op boven over. Toen ik tijdens de klim tussen twee bomen doorkeek zag ik onder ons over de weg Rolli. Hierdoor kreeg ik het vermoeden dat ik voor de juiste route gekozen had. Toen wij daarna weer over een berg moesten die duidelijk op de kaart naast de route lag was ik hier niet meer zo zeker van. Hoe het ook zij, het was een schitterend begin van weer een prachtige dag.

 Na verloop van tijd ging het richting het mooie stadje Rapperswil. Vervolgens stond Pfäffikon op het programma. Op zich niet vreemd zij het dat er een meer tussen beide plaatsen licht. Beide plaatsen worden verbonden door een kilometerslange brug die alleen toegankelijk voor voetgangers is. Heel apart, je hebt het gevoel dat je over het water aan het lopen bent.

 Vervolgens stond Einsiedeln op het programma. Een plaats die erg mooi maar ook erg toeristisch is. Het klooster en de indrukwekkende kerk zijn zeker de moeite van een bezoekje waard. Op deze zondagmiddag dachten heel wat mensen daar ook zo over. Het was zo druk dat het de verzorging niet lukte om daar een post in te richten. Gelukkig hadden ze wel een doos met eten en drinken in een parkje achtergelaten. Tenminste dat denk ik. Als dat niet het geval is geweest heb ik de picknick van Zwitserse dagjesmensen soldaat gemaakt. Ik was er ook echt aan toe want om te voorkomen dat ik mijn nieuwe drinkrugzak na een loopje weer mag vervangen had ik besloten om er alleen water in te doen. Dus was wat brandstof meer dan welkom.

 

Dus weer helemaal op krachten kon ik het laatste deel van deze etappe gaan doen. Niet dat ik ooit van Bruni gehoord had maar het klonk in ieder geval heerlijk Zwitsers. En het was ook zo, want het lag in het zicht van de kleine en grosse Mythen. Twee bergen met opmerkelijke namen. Het uitzicht op deze bergen was net zo mooi als de aanblik van Hans-Jörg die daar vol passie maultaschen stond te bereiden.

 

Bij de aanmelding voor deze loop moest je de keuze maken tussen een eenpersoons, tweepersoonskamer of een mehrbedzimmer. Ik had gekozen voor de optie mehrbedzimmer. Tot en met dat moment had ik nog geen berouw van mijn keuze gehad. Toen ik het leuke hotelletje zag waar wij zouden slapen ook nog niet. Toen ik vroeg waar mijn kamer was kreeg ik een beschrijving waarvan ik mijn wenkbrauwen even moest fronsen. Ik moest onder het hotel zijn en dan door de skiopslagruimte lopen en dan door de ruimte voor de verwarmingsketels en dan zou ik het wel vinden. Dus vol verwachting ben ik mijn ontdekkingsreis begonnen. Eerst ben ik in de garage tussen de grasmaaiers beland. Zo leerde ik dus dat er twee kelder ingangen waren. Toen ik de goede gevonden had kwam ik na de verwarmingsketel in een ruimte met heel grote, dikke kluisdeuren. Het deed mij dus goed te ervaren dat men mij als een kostbaar iets beschouwde en daarom dus extra wilde beschermen. Schijnbaar was ik niet de enige kostbaarheid want het was ze gelukt om achter die deur 16 stapelbedden te proppen. Dit in combinatie met een hermetisch afgeschermde ruimte zorgde ervoor dat hier waarschijnlijk geen kou geleden zou worden. Toen na verloop van tijd deze ruimte vol begon te lopen met lopers en met hun spullen was ik blij dat er amper lucht was. Immers deze zou meteen bedorven zijn. Eigenlijk baalde ik dat Willem opeens met een heel grote grijns in de deur opening stond. Willem en Annemarie hadden namelijk een tweepersoonskamer en daarop bleken ook nog twee één persoonsbedden te staan. En dus had Willem een probleem. Willem en Annemarie zijn namelijk niet getrouwd. En uiteraard gedragen ze zich daar ook naar. Maar ze willen voorkomen dat ze de schijn tegen hebben dus zochten ze twee chaperonnes. Zodoende hebben Jos en ik ons opgeofferd en zijn maar naar de eenpersoonsbedjes verkast.

 Dag 3 Bruni - Flüeli Ranft

Hoogtemeters: + 2.511

Map created by EveryTrail: Travel Community

Hier staan alle plaatjes: dag 3

Bij de briefing voor etappe drie werd verteld dat we weer een meer moesten oversteken. Nu was er echter geen brug maar zouden we gebruik gaan maken van een veerpont. Dit veerpont ging één keer per uur. De planning was om het veer van 9:47 te halen. Men schatte dat het ruim 10 kilometer tot het veer was dus als men om 8:33 zou starten zou dit probleemloos te halen zijn. Als ik echter de kaarten bekeek was de afstand tot het  veer ruim boven de 15 kilometer. Op zich nog geen probleem dus. Keek ik echter naar buiten en zag de kleine en grosse Mythen. En daar moesten we dus overheen en zo te zien over echte geitenpaadjes. Kortom, ik was benieuwd.

De eerste twee dagen waren schitterend weer geweest. Dit in combinatie met het feit dat de ondergrond goed beloopbaar was had mij doen besluiten om op normale loopschoenen te lopen. Nu regende het en dit in combinatie met de beklimming van de Mythen leerde mij dat wat twee dagen perfect werkt niet per definitie ook de volgende dag hoeft te werken. Het eerste stuk ging over stenen en modder en bergaf over nat gras. Het was dus glad en oppassen geblazen. Val en struikel partijen waren schering en inslag. Ik liep dus extreem voorzichtig en langzaam. Ik hing ergens achter aan in het peloton. Toen in na verloop van tijd rond keek zag ik geen lopers meer. Hoe ik het voor mekaar gekregen heb weet ik nog steeds niet maar ik was dus de weg kwijt. Na verloop van tijd vond ik toch een weg maar dat was zeker niet de weg. Want mijn weg draaide naar links en ik zag (dacht ik) heel ver naar rechts een weg met lopers. Ik had twee moegelijkheden: of terug de rimboe in of deze weg volgen met de hoop om ergens in de bewoonde wereld in te komen en vandaar uit weer opzoek te gaan naar de route. Dat er een boot gehaald moest worden legde toch wel wat druk op mij. Omdat ik wist dat ik op een niet te moeilijke ondergrond nog een behoorlijk tempo kon maken zorgde ervoor dat ik voor de weg koos. Dus ben ik toen, op hoop van zegen gas gaan geven. Na verloop van tijd en het overwinnen van nog een flinke heuvel kwam ik in een dorp aan een meer. Ik was blij dat ik door het snelle lopen geen lucht meer had voor een vreugdekreet want die was absoluut niet op zijn plaats. Zwitserland heeft namelijk meer dorpjes aan een meer dan ik mij ooit had kunnen voorstellen. Gelukkig kon ik met behulp van plaatsnaamborden en het kaartmateriaal er achter komen waar ik wél moest zijn. En het kwam erop neer dat ik nog wel even tempo zou moeten maken. Uiteindelijk kwam ik in het juiste dorp en was ik echt aan de oevers van de Vierwaldstättersee. Toen ik het dorp in liep zag ik voor mij dat mooie grote meer. Ook zag ik naast het dorp een mooie hoge heuvel. De officiële route ging eerst de berg op en aan de achterkant omlaag. Verlopen doe ik mij regelmatig maar nooit met opzet . Omdat ik er van overtuigd ben dat je alleen jezelf voor de gek kunt houden heb ik een hekel aan afkorten. Zodoende zat er niets anders op dan letterlijk in het zicht van de haven nog even de heuvel mee te pakken. Uiteindelijk kwam ik om 9:46 bij de aanlegsteiger van de veerboot aan. Ik was in de vaste overtuiging dat ik de laatste loper was. Toen ik helemaal niemand zag dacht ik dat niet alleen zeker te weten, maar ook dat ik mij vergist had en de boot niet om 9:47 maar om 9:45 vertrok. Toen ik Annemerie zag dacht ik dan ook alleen maar: nu heeft zij tot overmaat van ramp ook nog moeten wachten om mij op het goede spoor te zetten. Groot was mijn verbazing toen ik hoorde dat ik eerste loper was die hier aangekomen was. Die verbazing werd nog groter toen bleek dat ik ruim 10 kilometer extra gelopen had. Kortom: mijn grijns en grote klep was wel helemaal terug. Ik vond het wel jammer toen ik hoorde dat ik Wilma Vissers, die even op de fiets langsgekomen was, gemist had. Wilma had twee plateaus met chocolade achtergelaten. Gelukkig herinnerde ik mij dat je verdriet kunt bestrijden met het eten van chocolade.

Uiteindelijk had ik een uurtje de tijd om te herstellen en de rest van de lopers te zien binnenkomen. Als ik de richtingen zag van waaruit iedereen aankwam kon ik concluderen dat ik niet het alleenrecht op verlopen had. Ook leerde ik dat niet iedereen dezelfde mening over het beklimmen van de laatste heuvel toegedaan was.

 

Nadat de groep herenigd was konden we het meer oversteken en toch nog even zwaaien naar Wilma die weer aangefietst kwam. Nadat we de boot verlaten hadden zag ik dat heel veel mensen in de rij stonden voor een combinatie van een trein en kabelbaan. Toen ik goed en wel aan de beklimming begonnen was zag ik dat dit vervoer middel er niet voor niets was. Boven aangekomen was het genieten van het geweldige uitzicht.

 Dit was weer een spectaculair mooie etappe want nadat we uiteindelijk weer gedaald waren kregen we een heel mooie klimpartij tussen en onder allerlei rotswanden. Puur genieten dus. Allen de afdaling daarna vond ik echter een drama. Een stijl pad omlaag over allemaal losse stenen; voor mijn gevoel kwam hier maar geen einde aan. Door het uurtje wachten op de boot was dit so wie so een lange etappe. Maar het echte venijn zat in het staartje. We moesten iedere dag wel een aantal keren door weilanden. Deze waren over het algemeen afgesloten. In principe waren er twee systemen om een weiland in te komen: of door een poortje of over een stukje stroomdraad. Een gewoonte dier zoals ik heeft dit snel in de gaten en maakt op automatische piloot een weiland open. Ik vond het dan ook niet leuk dat er iemand op het lumineuze idee gekomen was om zijn weiland af te sluiten met een hekje èn een elektrische draad, ook al heb ik nu geleerd dat je van een stroomstoot op je scheenbenen echt niet harder loopt.

 Een paar kilometer verder ging het steil omhoog door een weiland. Ik denk nog altijd dat deze boer op de hoogte was van mijn akkefietje met de stroomdraad. Want hij was net bezig met het onderspuiten van zijn weiland met gier. Hellas bracht het hier doorheen waden niet de gewenste verkoeling. Wat het wel bracht hoef ik denk ik niet in geuren en kleuren te beschrijven. 

Vervolgens kwam een heel bijzonder stuk parkoers. Er was een heuvel te beklimmen. Dit ging dankzij het beloopbare pad vrij goed. Boven aangekomen mochten we weer omlaag. Helaas was men vergeten om hier een pad te maken, dus ging het letterlijk op handen en voeten, tenminste voor zover de doornen en brandnetels dit toelieten. En uiteindelijk kwamen we een paar honderd meter naast het punt waar de beklimming begonnen was weer uit. Tot de laatste verzorgingsposten was het toen even ontspannen en licht glooiend lopen. Maar zoals altijd: schijn bedriegt. Het laatste stuk was pittig maar heel mooi over een richel, die uiteindelijk ter hoogte van onze finish plaats uitkwam. Gelukkig had iemand bedacht dat het nog veel spectaculairder kon dus. In het zicht van de finish ging het nog even heel heftig omlaag. Dit had ik trouwens absoluut niet willen missen want daar lagen twee mooie kapelletjes een brug en een klein houten klooster. Dus vond ik het geen probleem om daarna nog een klimmetje van 30% te doen.

De afgelopen dagen bestond onze finish uit een plaatsje met één hotel. Helaas bestond het dorpje Flüeli uit niets anders dan hotelletjes. Dus vond ik het heel erg jammer dat ik nu geen naam van onze slaapplaats had. Uiteindelijk heb ik hierdoor toch bijna 45 minuten sightseeing mogen doen. Nu schrijf ik daar vrij luchtig over, maar toen had ik het wel een beetje gehad. Het was een zware etappe geweest, ik had honger en ik had last van blaren. Dus als je dan aan het einde van je dag ergens staat en je kunt je plek waar je drinken, eten en douche zijn met geen mogelijkheid vinden dan ben je even iets minder vrolijk. Uiteindelijk heb ik toen geleerd dat ik vanaf de volgende dag de naam en het adres van mijn slaapplaats op mijn kaart zal (laten) schrijven.

 

Gelukkig zorgt een plezierige avond in goed gezelschap er heel snel voor dat de stemming weer opperbest is. Die avond waren wij namelijk ondergebracht in een soort jeugdherberg. En omdat wij de enige gasten waren hadden wij alle plaats. Tel daar nog bij dat Hans-Jörg een grote professionele keuken voor hem alleen had. En dan vergeet ik nog het spectaculaire uitzicht dat wij daar hadden. Uiteindelijk kun je zo’n dag dan alleen maar afsluiten met: “wat kan lopen toch mooi zijn!” 

Dag 4 Flüeli Ranft – Interlaken

Hoogtemeters: + 2.358

 
Map created by EveryTrail: GPS Trail Maps

Voor de foto's verwijs ik naar: dag 4

Dag 4 was al aangebroken. Deze dag zou eindigen in een van de twee plaatsen van deze loop waar ik wèl ooit van gehoord had, Interlaken. Maar voor het zover was moest er nog even een stukje gelopen worden. En als ik de briefing goed begrepen had, lagen er nog een paar uitdagingen op de loer.

Onze kopgroep was van 4 personen gegroeid naar 5. Dat méér lopers geen garantie was dat de route gevonden werd zou spoedig blijken. Na een stevige afdaling en een redelijk vlak stuk langs de Sarnersee, werd de route mede door wegwerkzaamheden een beetje onduidelijk. Nadat we via  een fietstunnel overgestoken waren zag het ernaar uit dat we geacht werden om een autobaantunnel te nemen. Dit kon niet de bedoeling zijn dus zijn we weer terug overgestoken. Uiteindelijk hadden we vrij snel in de gaten dat we wel nog in de goede richting aan het lopen waren maar niet meer op de goede weg. Omdat de weg links van ons lag besloten we uiteindelijk om dwars door een weiland te lopen. Na wat geklauter over prikkeldraad ging dat best aardig. Bovendien werden door het lange natte gras ook meteen de schoenen en voeten gewassen.  Uiteindelijk zagen we de weg die we waarschijnlijk hebben moesten. Na weer een klauterpartij zagen we dat er onder ons een spoorlijn liep. Omdat we wisten dat we naar een verzorgingspost bij een station moesten kwamen we op het lumineuze idee om dan maar over het spoor verder te lopen. Achteraf geloof ik dat dàt toch niet het aller-slimste idee was. Treinen rijden toch wel hard in Zwitserland en de ruimte tussen de rails en het talud is toch niet echt riant. Het voordeel van deze stommiteit was wel dat het adrenalinepeil voor de rest van de tocht weer hoog genoeg was.

 

En dat was ook wel nodig want we mochten even oefenen langs de Lungerersee en dan over de Brünigpass. Dit was wel even een stevige jongen, maar wel geweldig mooi. De klim vond ik echt genieten. De afdaling daarna was voor mij geen feest. Het ging vrij stijl van ruim 1000 naar 600 meter. En dit over allemaal losse stenen.

 

Ik had ’s morgens al gezien dat Peter die de eerste dagen erg sterk gelopen had heel geforceerd aan het lopen was. Hij bleek last van zijn scheenbenen te hebben. De hiermee gepaard gaan de rode kleur voorspelde niet veel goeds. Toch wilde hij proberen om door te gaan. Uiteindelijk besloot ik maar om bij hem te blijven. Heel gezellig keuvelend hebben we die dag dan ook samen rustig lopend doorgebracht. We hebben zelfs nog besloten om de tocht een beetje uit te breiden. Peter had namelijk bij een verzorgingspost even de EHBO doos kunnen raadplegen en zodoende (tijdelijke) verlichting van zijn klachten gekregen. Uiteindelijk ging de tocht lang de oevers van de Brienzersee. In principe volgden we daar de hoog gelegen panoramaweg. Dat was echt fantastisch, onder je het mooie blauwe meer en aan de overkant de Alpentoppen! Op een gegeven moment kon je nog een stukje extra omhoog en daar gebruik maken van een nieuwe hangbrug. En zo’n kans laat je toch niet lopen.

Uiteindelijk moesten we toch weer naar onder voor de laatste verzorgingpost. Deze was in Oberried op het strand. Daar zag ik in het meer een behoorlijk grote slang zwemmen. Even voor de goede orde: ik heb wat achterstand met het schrijven van mijn verslagen en ben inmiddels ook in Loch Ness geweest. Toch vergis ik mij niet. Er zwom een slang van circa 1,5 meter in het meer. En de manier waarop zij zwom zag er heel vreemd uit. Uiteraard heb ik geprobeerd om dit op een foto vast te leggen. Helaas kon de slang schijnbaar niet wachten tot ik mijn camera die ik uitzette in plaats van aan weer opgestart had.

Na deze onverwachte ontmoeting ging het richting Interlaken waar de Barbecue al gezelling stond te pruttelen. Zoals te verwachten lossen pijnstillers geen problemen op en is de werking kortstondig. Dus gaf Peter aan dat hij de volgende dag met de eerste groep zou starten.

 

Dag 5 Interlaken - Gurnigelbad

Hoogtemeters: + 2.898


Map created by EveryTrail: GPS Trail Maps

Hier zijn de plaatjes te vinden: dag 5

De later startende groep bestond dus weer uit 4 lopers. Toen wij een paar 100 meter gelopen hadden kwam Peter ons tegemoet. De pijn waas helaas te erg. Peter is rechtstreeks doorgelopen naar het station van Interlaken en heeft meteen de trein naar huisgenomen.

 

Deze dag ging wij langs de Thunersee tot in Thun. Gelukkig deden we dat boven over de panoramawegen. En deze wegen verdienden hun naam. We hadden namelijk uitzicht op de Eiger, Mönch en de Jungfrau. Je voelt je werkelijk een zeer bevoorrecht mens als je daar in dat prentbriefkaartenlandschap mag rondrennen.

 Deze dag heb ik ook geleerd dat ik niet de enige ben die wel eens moeite heeft met routes. Toen we bij een verzorgingspost waren kreeg ik een telefoontje van Annemarie. Zij was vanaf die post gestart en stond nu op de plek waar we over het water moesten. Volgens de kaart zou daar een burg zijn. Die was er echter niet. Wel een veerpont en dat zou pas vanaf 13:00 gaan varen. Dus leerde de organisatie dat je op internet niet het verschil kunt zien tussen een veer en een brug. Wij mochten nu op zoek naar een brug en mochten dus een paar kilometer extra lopen. Maar als beloning kregen we een heel leuk stadje te zien. Tevens kwamen we terecht in een groep jonge meiden op rollerskates. Het heeft even pijn gedaan maar ik kon ze hardlopend bijhouden en was heel blij dat de route ons weer heel snel de andere kant uitstuurde.

 Eigenlijk heb ik over die dag niet veel te vertellen. Ik heb gewoon heerlijk lopen te genieten. We zijn om het meer heen gelopen en na Thun aan ons toetje begonnen. Het klimmetje naar Gurnigelbad. Vanaf kilometer 45 tot kilometer 52 ging het alleen maar omhoog. Van ongeveer 500 tot 1200 meter. Ik denk dat het grafiekje wat ik daarvan gemaakt heb genoeg zegt.

 

Ik had mij voorgenomen om niet te wandelen. Maar soms moet je op je voornemens terugkomen. Ik had uiteraard nog nooit van Gurnigelbad gehoord. Op zich niet vreemd want het is een hotel annex restaurant boven op een berg. Het restaurant was geweldig en ook druk bezocht. Dus moet er ook een normale manier zijn om daar boven te komen. De chef kok hield echt van zijn vak want hij was precies zo breed als hij lang was. Gelukkig had hij ook een vrouw en dochter die aan dezelfde criteria voldeden. Ons onderkomen was apart. Onder het hotel waren een drietal loodsen met de mooie naam Gruppenlager. Hier in stonden heel erg veel stapelbedden. Gelukkig hadden wij z’n hele loods voor onze groep dus was er meer dan plek genoeg.  

Dag 6 Gurnigelbad - Moleson Village

Hoogtemeters: + 4.012


Map created by EveryTrail: Travel Community

En hier staan weer alle plaatjes van die dag: dag 6

Dag 6 had van tevoren het predicaat Koningsetappe mee gekregen. Als ik achteraf zie dat we die dag meer dan 4.000 meter omhoog zijn gegaan kan ik mij daar heel goed in vinden. Omdat er al 5 zware loopdagen geweest waren begonnen links en recht wat pijntjes te ontstaan. Dit in combinatie met de hoogtemeter en de lengte (bijna 60 kilometer) deed bij de organisatie de vrees ontstaan dat een aantal lopers waarschijnlijk nog in het donker onderweg zouden zijn. Daarom besloot men om het laatste stukje van de route iets om te leggen. Zodoende hoefde het laatste stuk niet in het donker in de bossen gelopen te worden. Tevens waren er vandaag 5 verzorgingsposten ingepland.

 Het begon met twee kilometer dalen om vervolgens een kilometer of 12 te stijgen. Hierbij kwamen op een hoogte van 1.700 meter. Dit klinkt al indrukwekkend. Maar de werkelijkheid was nog veel leuker. Er zijn hele stukken geweest dat ik geen pad of iets wat daar in de verte maar op leek gezien heb. Ik heb geprobeerd een paar foto’s te maken en ik denk dat dit al een indruk geeft. Maar echt vastleggen en beschrijven lukt niet. Dat geldt trouwens ook voor de gevolgen van het passeren van een nest met wespen. Ik heb daar schaterend van het lachen rondgelopen, althans tot ik in aanraking kwam met die wespen. Dit zijn toch loopavonturen waar ik nog jaren op kan teren.

Bij de eerste verzorgingspost waren trouwens een aantal lopers die een uur voor ons gestart waren nog niet geweest en vreemd genoeg hadden wij ze ook niet ingehaald.

Na de post ging het wel over paden omhoog. Uiteindelijk zijn we weer beloond met onbeschrijflijke mooie vergezichten.

 

Ook voor afwisseling was die dag gezorgd. Na alle bergen kregen we nog even een meertje (Schwarszsee) om te omronden. En toen kwamen we bij een stuwmeer. Eerst werd ik daar niet zo vrolijk van. Dit stuk was namelijk Franstalig en dus waren alle plaatsnamen, boordjes en alle herkenningstekens in het Frans. Hier is natuurlijk niets mis mee, tenzij je een beschrijving heb waarin de Duitstalige namen gebruikt worden. Ondanks alles had ik toch vrij snel in de gaten dat ik mij verlopen had. Uiteindelijk ben ik toch weer op het goed spoor terecht gekomen. Daarna heb ik enorm genoten van de geweldige kloof waar ik doorheen mocht. Prachtge watervallen, grotten, indrukwekkende rotspartijen. Eigenlijk wilde ik daar niet meer weg. Maar ook daar had de organisatie iets op gevonden.  Het einde van de kloof ligt namelijk letterlijk onder de wind van het plaatje Broc. En in Broc staat een grote fabriek waar ze chocolade maken. Die heerlijke geur gaf mij net het duwtje om de kloof te verlaten en het volgende stuk van het parkoers te gaan verkennen.

 

Uiteindelijk kwam ik bij de laatste verzorgingpost. Vanhier uit had je een prachtig uitzicht op het kasteel van Gruyere. Ook moesten wij vanaf dit punt de aangepaste route lopen. De laatste 7,5 kilometer gingen dus niet meer over paden maar over asfalt. De afstand beleef gelijk en ook het stijgingspercentage was hetzelfde. Het was een verstandige beslissing van de organisatie. Maar ook het lopen over asfalt was niet geheel gevaren vrij. De laatste 4 à 5 kilometer was er geen voet- of fietspad. De weg was best druk en daarnaast moesten sommige automobilisten schijnbaar als een idioot een berg af denderen. Ik schat dat ik auto’s gezien heb die harder dan 140 reden. En dit op een bochtige weg. Kortom ik was blij dat ik boven was.

 Boven gekomen kregen wij een onaangename mededeling. Annemarie was gevallen en had waarschijnlijk een gekneusde enkel.

 

Het onderkomen was weer heel apart. Ook weer een soort jeugdherberg. Gelukkig hadden wij ook nu weer het hele gebouw voor ons lopers. Dus had Hans-Jörg weer een mooie keuken en kon onze inwendige mens weer volop aan zijn trekken komen. Doordat wij ons over twee slaapzalen konden verdelen hadden wij plaats genoeg. De bedden was echter een ander verhaal. Om onverklaarbare redenen braken bij een aantal lopers planken van de lattenbodems doormidden. Midden in de nacht produceert dat een bepaald geluid dat je in eerste instantie niet thuis kunt brengen. Het geluid van lopers die dan besluiten om hun matras maar op de grond te leggen is trouwens wel heel herkenbaar.

Dag 7 Moleson - Village Lausanne

Hoogtemeters: + 2.235


Map created by EveryTrail: Geotagging Community

En de foto's: dag 7

Deze dag zou eindigen in de andere plaats in Zwitserland die ik van naam kende: Lausanne. Dus zouden we ook het meer van Genevé bereiken. Maar voor het zover was mochten we eerst nog even naar een metertje of 1.500 klimmen. Want de Petit Plane en de Gros Plane stonden op het programma.

De route die wij volgden was achter de computer samengesteld. Op zich een prima methode maar soms levert dat heel verassende zaken op. Zo ook nu weer. Want waar de route had moeten zijn was inmiddels een kabelbaan aangelegd. Dit is dus de bevestiging van het feit dat het inderdaad de beste weg naar boven is. Maar het lopen onder een kabelbaan levert toch wel wat extra uitdagingen op en van een echt pad was ook geen sprake meer. Kortom de dag begon met een uitdagende klim.

 Het is werkelijk heel erg leuk om je omhoog te worstelen naar zo’n top en dan op een gegeven moment in de mist te komen en dan weer boven de mist uit. Vervolgens mag je dat nog een keer in omgekeerde volgorde doen.

Tijdens de afdaling was ik zoals voor mij gebruikelijk wat achterop geraakt. Maar toen kwam het soort parkoersen waar ik heel erg goed uit de voeten kan. Stabiele ondergrond en een beetje bergop. Dus kon ik beginnen aan een inhaal race. Bij de tweede verzorgingspost maakte ik weer deel uit van de kopgroep, die naast mij bestond uit Brigitte en Rolli. Omdat dit “mijn terrein” was begon ik voorzichtig het tempo te verhogen. En dat ging goed.  Op een gegeven momnet stuurde de route ons een bosje in. Toen ik omkeek was Rolli verdwenen. Voorwaar een slecht teken dus. In dat bosje vonden wij een pad langs het riviertje. Dat hebben wij toen maar gevolgd. Na verloop van tijd vonden wij het vreemd dat wij de rivier aan onze linker hand hadden, terwijl dat volgens de beschrijving rechts moest zijn. Toch hadden we geen mogelijkheid gehad om de rivier over te steken. Achteraf (of eigenlijk toen we weer terug waren op de plaats waar we het bos in gedoken waren) bleek dat we nog mooi even het lokale trim parkoers meegenomen hadden. Bij onze tweede poging bleek dat als je een stukje brandnetels doorkruiste je een bruggetje kon vinden. Dat hebben we dan ook maar gedaan. We waren best trots op onszelf dat we weer op de route zaten. Helaas was die vreugde van korte duur. We kwamen na verloop van tijd op een punt waarvan de route heel duidelijk aangaf dat we naar rechts moesten. Over een rivier en dan omhaag door de wijngebieden naar Chardonné. Toch was er geen mogelijkheid te vinden om naar rechts te komen. Sterker nog, op een gegeven moment kwamen we de ander twee snelle lopers (Gerhard en Andréas) tegen die ook aan het zoeken waren. Ook met zijn vieren konden we met geen mogelijkheid dat pad of überhaupt een mogelijkheid om die kant uit te gaan vinden. Uiteindelijk zijn we maar zo ver mogelijk rechtdoor gegaan. Toen kregen we wel een mogelijkheid, ook al moesten we daarvoor dwars over een afgesloten schietterrein. In ieder geval kregen we hierdoor de mooie gelegenheid om aparte plaatjes te schieten.

 Uiteindelijk zijn we met behoorlijk wat omwegen en veel geklauter door de wijnbergen vlak voor de volgende verzorgingspost weer op de route gekomen. Vandaar ging het met de nodige lussen richting Lausanne. Inmiddels was de temperatuur opgeklommen richting de 30 graden. Zeker in wijnbergen waar weinig schaduw was, was het dus behoorlijk warm. Gelukkig was er meer dan genoeg heerlijk fruit letterlijk voor het grijpen.  

Inmiddels had ook Andréas last van zijn scheenbenen gekregen. Brigitte had last van haar enkel en wilde persé op zoek naar een supermarkt. Het kostte mij ook even moeite om die wens te begrijpen. Zeker toen ze vertelde dat ze een pak diepvrieserwten wilde kopen. Gelukkig was dit niet het gevolg van de hitte, maar zocht ze een middel om haar enkel te koelen. 

Uiteindelijk liepen we op een zonovergoten vrijdagmiddag over de boulevard van Lausanne. En als je dan sommige van de flanerende mensen de stinkende en bemodderde creaturen die aangedenderd komen een beetje meelijwekkend ziet aankijken kan dat helemaal niet deren. Dit is gewoon kicken, zeker als je bedenkt dat je helemaal op eigen kracht van de andere kant van Zwitserland bent komen aanlopen.

Dag 8 Lausanne -St Gingolph

Hoogtemeters: + 1.196

 
Map created by EveryTrail: GPS Trail Maps

En hier staan de laatste plaatjes: dag 8

Vandaag moesten we alleen nog even om het meer van Genevé heen lopen naar de Franse grens. Een kilometertje of 50 uitlopen dus. Bij een aantal lopers merkte je dat het genoeg geweest was en dat deze etappe eigenlijk niet meer gehoeven had. Zelf vond ik zo’n relatief makkelijke etappe wel lekker. Dus ik ging heerlijk ontspannen om deze week uit te luiden. De uitstekende nachtrust had hier ook aan bijgedragen. We hadden afgelopen nacht in een jeugdherberg geslapen. Maar dit was wel een heel comfortabele nieuwe met redelijk ruime kamers. Omdat wij ook de volgende nacht hier zouden slapen hoefde ik ook niet mijn spullen in te pakken. Bang dat iets aan mijn spullen kwam hoefde ik ook niet te zijn, want onze Bram was vannacht behoorlijk ziek geworden en zou vandaag de hele dag in bed doorbrengen. Omdat wij bovendien de opdracht gekregen hadden om 1,5 uur na de rest te starten was het dus een redelijk relaxte ochtend.

 Omdat het ook niet te gemakkelijk mocht zijn was de route niet vlak aan het meer uitgezet. Wij mochten ook nog een paar venijnige klimmetjes in de wijnbergen doen. Zo zaten er in deze “volkomen vlakke etappe” toch nog bijna 1.200 meter omhoog. We vertrokken dus voor de laatste keer met zijn vieren ( Brigitte, Gerhard, Andréas en ik). Omdat ik toch een wat steviger tempo wilde lopen zijn Brigitte en ik na een paar kilometer samen doorgegaan. Het komt niet vaak voor dat er aan mij gevraagd wordt om iets langzamer te lopen, maar het klinkt wel leuk. Kortom het ging gewoon lekker. En als je al 7 dagen gelopen hebt en het gaat dan lekker dan geeft dat een extra stimulans.  Het kostte tot de tweede verzorgingspost voor we de andere lopers hadden ingehaald. Tussendoor hadden we nog heel wat bewonderende blikken van de vroege wandelaars op de boulevard geoogst. Boven op de wijnbergen werd toevallig een bus Japanner uitgelaten toen wij de steile helling op gedribbeld kwamen; ik denk dus dat ik nu op heel wat sd-kaartjes in Japan sta.

 

Het was ook we heel erg leuk om op zaterdag morgen over de markt in Vevey te crossen. En het allerleukste vond ik het om zwetend als een otter rond het middaguur door de menigte op de boulevard van Montreux te joggen. 

Uiteindelijk kwamen we net vóórdat de verzorgers daar aankwamen op de derde verzorgingspost. Van daaruit was het nog iets minder dan 11 kilometer. Ons plan was om dit ruim onder het uur even te doen. Meteen daarna het ik geleerd da je op dit soort lopen nooit iets moet plannen met betrekking tot tijden. Want binnen een kilometer of 2 na de verzorgingspost verliepen wij ons grandioos. Ik weet nu nog steeds hoe dat heeft kunnen gebeuren. Want nadat we uit de jachthaven waren was het in theorie een kwestie van terug zien te komen naar het meer en dan de kustlijn volgen. We hadden al vrij snel in de gaten dat we fout zaten. Maar wat we ook deden, we wisten alleen maar dat we steeds meer fout liepen. Uiteindelijk zijn we doorgelopen naar een dorpje en hebben daar de weg gevraagd. Het probleem was dat we vervolgens over een beekje en over een rivier moesten zien de komen. Bruggen waren in dat gebied schaarse goederen. Toen we later nog eens in ons beste Frans de weg gevraagd hadden aan een aantal Duitsers die net zo beroerd Frans spraken als wij lukte het wel.  

Getuige de laatste foto zijn we toch nog in St. Gingolph beland. We waren gelukkig nog meer dan ruim op tijd om de rest ook te zien binnenkomen. Omdat de organisatie hun fototoestel kwijt was hebben ze mijn camera gebruikt om ieders binnenkomst vast te leggen. Het voordeel hiervan is dat ik nu zonder enige inspanning ook deze foto’s heb. Het nadeel is dat de een of andere onverlaat de kans heeft gezien om een foto van mijn voeten te maken. En daaraan is geloof ik wel te zien dat zo’n loopje altijd een paar sporen achter laat.

 

Toen iedereen binnen en in het meer gesprongen was, genoten had van de Champagne en gedoucht was ging een groep hechte vrienden met de bus terug naar Lausanne. Het afsluitende etentje aldaar en de verplichte alcoholische versnapering waren iets wat iedereen verdiend had.

The day after 

Aan ieder feestje komt een einde. Dus zondag was het tijd om naar huis terug te gaan. Ik had besloten om naar huis te vliegen. Mijn vlucht zou vanuit Genevé naar Schiphol gaan. De vlucht zou vertrekken om 21:00. Dus had ik nog een hele dag in Lausanne. Normaal vind ik het heerlijk om allerlei voor mij nieuwe steden te ontdekken. Nu wilde ik eigenlijk niets liever dan naar mijn gezin terug. Met andere woorden, het was goed geweest. Maar daar trekt een vliegmaatschappij zich niets van aan. Toen wij richting vliegveld gingen belden Annemarie en Willem dat zij die dag om 11:00 de trein gepakt hadden en dat zij al thuis waren. En dan te bedenken dat zij voor het ticket naar huis net zoveel betaald hadden als ik voor het ticket van Lausanne naar de luchthaven. Toen ik op het vliegveld kwam en hoorde dat het vliegtuig ongeveer 45 minuten vertraging had, zakte mijn humeur tot het absolute nulpunt. Mijn probleem was namelijk dat de laatste trein van Schiphol naar het zuiden om 23:14vertrok en het zou krap worden om die te halen. Kortom, ik zat erg ontspannen in het vliegtuig. Uiteindelijk had ik op Schiphol nog een kleine 20 minuten. Maar ik moest wel nog even wachten op mijn koffer. Volgens de tijdsindicatie boven de bagageband kon ik het nog halen. Het grapje was toen dat het tijdstip aangebroken was om niet de bagage te sturen maar om het scherm leeg te maken. Ik kon dit minder waarderen. Uiteindelijk was ik toch nog op tijd op het perron en verscheen mijn grijns weer op mijn gezicht. Die verdween echter weer toen de trein naar Utrecht van de borden verdween. Uiteindelijk kwam die met ruim 15 minuten vertraging. Gelukkig had ik 20 minuten overstaptijd in Utrecht dus een beetje geruster was ik al. Ik denk niet dat ik hoeft te beschrijven hoe ik mij voelde toen de trein vervolgens voor Utrecht bleef stil staan. De conclusie van dit verhaal is dat er ook andere zaken net zo spannend kunnen zijn als het doen van een loopje.

Samenvattend

Eerst maar even voor het geval het iemand mocht interesseren de statistiekjes 

 

Km

Omhoog

1

49,1

1.703

2

55,2

2.049

3

59,1

2.511

4

  51,6

2.358

5

52,2

2.898

6

56,3

4.012

7

52,8

2.235

8

49,1

1.196

 

 

 

totaal

425,4

18.962

Maar die cijfertjes daar gaat het niet om. Waar het omgaat is dat ik van de zomer flinke problemen met mijn heup gehad heb. De artsen waren er eensluidend van overtuigd dat ik het lopen voorlopig en waarschijnlijk helmaal vergeten kon. Ik was het daar niet mee eens. Maar ik kan wel veel menen en willen, uiteindelijk gaat het erom wat ik echt kán. Dus voor mij was het heel erg spannend of ik 8 dagen achter elkaar kon lopen en dat met name op zo’n parkoers. En zo te zien is mij dat vrij aardig gelukt. Uiteraard zijn er ook momenten geweest dat ik er finaal doorheen zat. Ook mijn voetjes en blaartjes hebben af en toe wel een beetje geprotesteerd. Maar ook dat hoort er bij. Ik heb weer een grote overwinning op mij zelf behaald en misschien een kleintje op moeder natuur. Ik heb genoten van het moois wat deze aarde te bieden heeft. Ik heb vrienden gemaakt. Ik heb verdriet gezien en momenten van intens geluk. Ik heb gevloekt en ik heb gelachen.  Kortom ik ben een bevoorrecht mens en……ik heb weer een heel mooi nieuw t-shirt.