In mei heb ik mij mogen uitleven bij de bierloop , op de eerste Ken C loop en bij rund um Aachen.

3 mei Bierloop

www.akolen.be

Klik hier voor de gelopen route.

Zondagmorgen zat ik bij Willem Mütze in de auto. Wij waren onderweg naar de bierloop. Willem stelde mij een vraag over dit loopje die ik kort, duidelijk en zonder voorbehoud kon beantwoorden. Dat ik deze vraag zo stellig en duidelijk kon beantwoorden gaf mij grote voldoening. Twee jaar geleden was ik namelijk een aantal ultralopers behulpzaam geweest bij hun deelname aan de bierloop. Toen dacht ik dat ik aan hen heel duidelijk had uitgelegd hoe zij het vervoer het beste konden regelen. Uiteraard moet je bij iedere loop zorgen dat je aan de start komt en van de finish weer naar huis. Bij de bierloop is dit echter iets moeilijker. Dat heeft niets te maken met het woord bier in de naam. De bierloop is een estafetteloop waarbij van Gaasbeek naar Olen (een kleine 120 kilometer) door een team van 8 lopers gelopen wordt. Voor meer details over deze schitterende loop verwijs ik kortheidshalve naar de verslagen van mijn twee (2006 en 2007) eerdere deelnames. Ultralopers kunnen hiervan de laatste 4 etappes (circa 57 kilometer) lopen. Als ultraloper heb je dus geen heel team dat de auto mee kan nemen van de start naar de finish. Ik had toen dus uitgelegd dat het het handigste is om met twee auto’s te gaan, vervolgens eerst naar de finish te rijden. Daar een auto achter te laten en dan met de andere naar de start te rijden. Na het voltooien van het loopje moest je wel dan even terug naar de start om de auto op te halen, tenzij je natuurlijk van plan was om die auto daar gewoon achter te laten. Op zich leek mij dit een heel logisch verhaal en dacht dat ik dit vrij duidelijk verteld had. Vervolgens had ik dit ook nog op de mail gezet. Ik was echter vergeten om te vertellen dat dit niet werkt als je meer lopers hebt dan in een auto passen. Ook levert het wat problemen op als je met twee auto’s na de finish rijdt en dan iets denkt in de trant van “waarom rijden wij nu naar de finish, we moeten toch eerst naar de start”. En als je dan de daad bij het woord voegt en met twee auto’s naar de start rijdt heb je in iedere geval gezien waar je uiteindelijk moet uitkomen.

 

De vraag van Willem luidde als volgt: “Weet jij hoe de route hier gepijld is?” Mijn antwoord blonk echt uit door duidelijkheid en was:”NIET!” De organisatie van de bierloop maakt namelijk een perfect roadbook. De bedoeling is dat je als lopers een en liefst twee fietsers meeneemt en deze kunnen je dan aan de hand hiervan perfect naar je bestemming loodsen. Deze boekwerken worden rond half april naar de lopers thuis gestuurd. Toen ik dit vertelde schoot Willem te binnen dat hij gezien had dat je deze books van de website moest downloaden en dat hij dat vergeten was.

 

Normaal plan ik mijn loopjes heel lang van te voren in. Nu had ik letterlijk te elfder ure besloten om nog even mee te lopen. Omdat ik  met mijn schoonfamilie een weekje op vakantie was had ik dit weekend en het weekend daarvoor “loopjesvrij”gehouden. Ik moet eerlijk bekenden dat dit tot ongekende afkickverschijnselen geleid heeft. Toen de reis definitief was (beter gezegd: toen ik mij de moeite had genomen om de reisbescheiden te lezen) zag ik dat we zaterdagnacht thuis zou komen. Dus kon ik zondag nog even een loopje doen. De bierloop staat al jaren hoog op mijn favorietenlijst. Maar tegen de eerder beschreven logistieke rompslomp zag ik behoorlijk op. Toen ik hoorde dat Willem naar de start zou rijden en dat zijn vriendin, die met vrienden aan de Belgische kust was, zou komen en zijn auto zou oppikken en naar de finish zou brengen greep ik mijn kans. Dus zou ik eindelijk weer kunnen genieten van de Bierloop en zou ik het dat weekend niet zonder een loopje hoeven te stellen.

 

Mijn voorbereiding bestond uitsluitend uit een mailtje aan de organisatie met de vraag of er nog een plekje voor mij was. Zodoende zaten wij dus gezellig in de auto en hadden er weer een extra uitdaging bij. So wie so vroeg ik mij af of ik überhaupt wel zou kunnen lopen. Ik was namelijk tijdens een stadswandeling op de tweede dag van mijn vakantie begon ik opeens last van een been te krijgen. Dit werd zo erg dat ik niet meer in staat was om te lopen. Mijn lichaam heeft schijnbaar een heel mooie manier gevonden om mij duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is dat ik niet loop. Dus iets in de trant van:”als je niet gaat rennen dan zul je ook niet wandelen”. Wat het precies was weet ik niet maar ik dacht aan een ontsteking. Gelukkig is de medicijnverstrekking niet in alle landen zo gereguleerd als in Nederland. Dus had ik binnen no-time een ontstekingsremmer categorie “Paardenmiddel”. Dit hielp prima tegen de pijn maar wandelen ging nog steeds niet. Met veel moeite ben ik de trap op naar de boot gestrompeld. Waarom weet ik nog steeds niet maar toch heb ik vervolgens met veel moeite mijn loopspullen aangetrokken en ben ik op het dek 45 minuten lang rondjes gaan lopen. Het joggen ging perfect. Het gewoon terug wandelen daarna voor geen meter. De volgende dag werd het niet echt beter dus heb ik maar een uur gerend. En passent heb ik toen nog even het wereldrecord op de marathon verbeterd. Want toen ik na precies een uur stopte had ik precies 42 kilometer op mijn Garmin staan. Nu weet ik ook wel dat een marathon 42,2 kilometer is. Maar in de 1 uur en 3 minuten die ik nog had om het wereld record van die ander HG te verbeteren had ik gegarandeerd 200 meter kunnen draven. Ik weet trouwens niet of er iets in de reglementen staat dat het lopen op een boot die met 40 km/h vaart niet telt. Dat dit WR waarschijnlijk niet zal tellen daar heb ik niet veel moeite mee, waar ik wel veel moeite mee heb gehad is om aan mijn schoonmoeder uit te leggen dat ik absoluut niet in staat was om een stukje te wandelen maar dat ik wel een uur aan een stuk kon draven.

 

Hoe het ook zij, toen ik zondag onderweg was kon ik nog steeds niet normaal lopen en had ik behoorlijk last van mijn heup. Ik vroeg mij dus af hoe het mij tijdens dit loopje zou vergaan. Maar dat was zorg voor later. Eerst moesten wij een oplossing zien te vinden om de route te achterhalen. Toen wij bij de sporthal kwamen was er helemaal niemand. Dus werd de vreugde over het feit dat wij precies voor de deur konden parkeren een beetje getemperd door de vraag of wij wel op de juiste dag aanwezig waren. Uiteindelijk kwamen er twee jongens van de organisatie. Toen zij hoorden hoe perfect wij voorbereid waren gaven zij ons onmiddellijk hun roadbook en gingen op zoek naar een tweede exemplaar. Ook al werden er geen leesbrillen verstrekt, mijn armen waren gelukkig net lang genoeg om dit te kunnen lezen.

 

 

Er bestaat bij de bierloop geen vaste starttijd. Wel is het de bedoeling dat alle lopers ongeveer tegelijk in Olen aankomen. Dus mag je zelf je starttijd berekenen op basis van de snelheid die je denkt te gaan lopen. In principe zou Willem rond 12:00 vertrekken en ik rond 13:00. Omdat ik echter geen zin had om een uurtje rond te hangen en het altijd gezellig vind om tijdens een loopje een beetje te keuvelen besloot ik om samen met Willem te vertrekken. Willem wilde om 19:00 finishen de eerste 17 kilometer rennen en dan 40 kilometer gaan snelwandelen. Omdat ik toch behoorlijk last had van mijn been wilde ik ook rustig 10 km/h lopen. Dus gingen we samen rustig op pad. Eigenlijk ging het lezen en het lopen op het roadbook gewoon goed. In het begin moesten we er een beetje in komen maar met vereende krachten hadden we toch vrij snel een modus gevonden die werkte. Tot mijn groot plezier kon ik mij nog het punt herinneren waar ik mijn de vorige keren behoorlijk verlopen had. Dus konden wij genieten met van een mooie eerste etappe met veel bossen en mooie kastelen en buitenplaatsen. Van mijn eerste deelname kon ik mij nog herinneren dat er aan het einde van deze etappe een smal paadje was waar we toen een half uurtje naar gezocht hadden. Nu was dit een mooi verhard pad geworden wat ik zonder problemen vinden kon. Helaas was aan het einde hiervan een t-splitsing gemaakt en omdat ik wilde weten waar die naar toe ging nam ik hier een andere afslag. Gelukkig herinnerde ik mij dat het wisselpunt aan de linker kant van het spoor was . Dus nadat ik nog even een extra dorpje bekeken had kon ik het spoor oversteken en de eerste etappe afronden. Laten we maar zeggen dat Willem eigenlijk genoeg had van mijn parkoerskennis en besloot om de volgende etappe te testen of hij het alleen kon. Ook etappe twee was weer de moeite waard. Maar op de een of andere manier ging ik halverwege deze etappe behoorlijk de mist in. Op een gegeven moment kon ik maar één conclusie trekken en dat was dat ik goed fout zat. In het roadbook werd de straat genoemd waar ik naar toe moest. Ik heb aan een paar fietsers gevraagd of zij die straat kenden. Dit was gelukkig het geval. Door hun opmerking: “Maar dat is wel nog heel ver naar die kant” (de kant waar ik dus vandaan kwam) werd mijn vreugde over het feit dat zij wisten waar ik naar toe moest een klein beetje getemperd.  Uiteindelijk vond ik die straat en kon ik weer verder het roadbook volgen en genieten van het mooie parkoers. Etappe 3 is ook indrukwekkend en ging eigenlijk foutloos. Met name kwam dat ook om dat je hele stukken langs de rivier de Nete loopt. Dus zonder al te veel problemen kwam ik bij het laatste wisselpunt. Tot mijn verbazing was ik nog door geen estafetteloper ingehaald, dus zou ik niet echt te laat aan de finish verschijnen. Deze etappe ging ook verder met een paar kilometer langs de Nete. Volgens de beschrijving moest ik 40 meter na een bank linksaf een klein pad in slaan. Of het nu kwam omdat ik genoeg van dat riviertje gezien had weet ik niet. Maar bij de eerste kans die ik kreeg om links af te slaan deed ik dit. Dat ik geen bankje gezien had vond ik niet echt erg, dat je deze geasfalteerde weg niet echt als een smal pad kon benoemen bevreemde mij meer. Dus toen ik na verloop van tijd op een kruispunt kwam dat niet in het roadbook stond besloot ik om toch maar wat meer van het riviertje te gaan genieten. Na dit nog een kilometer gedaan te hebben kwam ik tot de conclusie dat er wel degelijk een verschil is tussen een asfaltweg en een smal onverhard paadje. Na een mooi stukje bos waar ik tot twee keer een clown tegenkwam ging het richting abdij van Tongerlo. Hier gaat de route dwars door heen. Heerlijk over kasseien en zeer indrukwekkend om te zien. Volgens het roadbook braken mijn laatste kilometers aan. Op dit stuk werd ik ingehaald door een snelle etappeloper met twee fietsers. Dus hoefde ik hen maar in het vizier te houden en kon ik mijn tocht beëindigen. Toen zij na verloop van tijd op een t-splitsing stil bleven staan en op mijn wachtten om de weg te vragen, wist ik dat ik de laatste navigatie fout van die dag gemaakt had. Op zich kwam mij dat wel goed uit want de officiële route is 57 kilometer en ik vind 60 toch een mooier getal. Dus dat stond op mijn teller toen ik na 6:01 breed lachend over de finish kwam.

 

 

Die lach was er om een aantal redenen. Dit is gewoon een geweldige loop op een mooi en afwisselend parkoers. De organisatie is perfect en heeft maar één doel en dat is om het de lopers naar de zin te maken en de sfeer is dan ook grandioos. Bij mijn vorige deelnames heb ik alle twee de keren een steekje laten vallen. Bij de eerste keer ben ik namelijk na het bereiken van het marathonpunt gestopt. Uiteraard had ik daar een briljante verklaring voor die na te lezen is in mijn verslag. Bij de tweede keer had ik ook bij de marathon willen uitstappen maar kwam ik Willem tegen, en ben ik toen met hem toch maar door gegaan naar de finish. En nu liep ik ondanks mijn voelbaar aanwezige been toch mooi vlak uit. En tenslotte zag ik bij de finish een heel grote hal met aan een muur een bar met de meest fantastische Belgische bieren en aan de andere wand een ruim voorzien buffet en barbecue. Daarnaast wist ik ook dat ik naar huis zou gaan met een grote mand rijkelijk gevuld met heerlijke bieren.

 

Tijdens de nazit heb ik nog een goed gesprek gehad met de organisatie en daar heel leuk nieuws gehoord. Uiteraard wil ik dit delen. Het volgende jaar zal het concept van deze schitterende loop gaan wijzigen. De start en finish zullen in Olen zijn. Daarnaast zullen de etappes iets korter worden. Het zal er op neer komen dat zowel de etappes ’s morgens als ook ‘s middags samen een marathon zullen vormen. Zodoende zal ik dus de unieke kans krijgen om op één dag twee marathons te lopen. Dit in combinatie met een perfecte organisatie, geweldige sfeer en ongetwijfeld weer mooi parkoers is iets dat ik niet graag missen zal.

 

Ook al zijn zowel Willem als ik gezegend mat een paar heel grote handen toch waren we beide niet in staat om en een roadbook en een camera te dragen. Dus hebben we allebei geen foto’s gemaakt. Maar de verslagen van mijn beide eerdere deelnames zijn ruimschoots met foto’s versierd daar verwijs ik dan ook graag naar.

 

9 mei K(ameraden) en C(amera’s) loopje.

Klik hier voor de route.

Vorige week zat ik in de trein. Dit op zich niets nieuws want dat doe ik iedere werkdag de nodige uren. Wat wel nieuw was, was dat ik in gesprek raakte, of beter gezegd bij een gesprek van twee medereizigers betrokken raakte. Beide heren waren met de nodige bravoure aan het vertellen ze hardlopers waren. Let wel ze deden dus niet een beetje lopen of zo maar waren hardlopers. Ze liepen al een paar maanden en gingen binnenkort hun eerste wedstrijd lopen. Dit was maar een 10 kilometer loopje en voor hen een opstapje naar het echte werk. Want daarna zouden ze voor de vorm nog een halve marathon gaan lopen en dan konden ze aan het echte werk beginnen. Zij gingen namelijk in het najaar een marathon lopen. Ik kon het dus niet laten en plooide mijn gezicht in een briljante combinatie van grenzeloze bewondering en onschuld. “Maar dat is toch hartstikke ver zo’n marathon, 25 kilometer toch”. Op dat moment weet je weer zeker dat je in Nederland zit want in dit land struikel je de hele dag over deskundigen. Naast beide heren en ondergetekende zat er ook nog een vierde persoon in deze treincoupe. Hij kon ons meteen uitleggen dat een marathon 40 kilometer was. Tevens wist hij dat dit inderdaad een enorme inspanning was die je maximaal 2 keer jaar mocht volbrengen. De beide lopers bevestigden dit en corrigeerden de expert door te vertellen dat een marathon 42,195 kilometer was. Uiteraard kon ik het weer niet laten en sprak mijn bewondering uit dat het menselijke lichaam tot zo iets in staat is. Tevens liet ik mij ontglippen dat ik zo iets ook zou willen kunnen. Omdat ik in het gezelschap van specialisten te verkeerde, vroeg ik of zij dachten dat ik in staat zou zijn om zo iets unieks tot een goed einde te brengen. Prachtig om de keurende blikken over mijn lichaam te zien glijden en vervolgens de worsteling over de beste manier om de slechte boodschap te brengen van de gezichten te kunnen aflezen. Uiteindelijk kwam een diplomatiek antwoord waarbij uiteraard niet keihard nee gezegd werd maar ik wel gewezen werd op de aanslag die zoiets op mijn gestel zou zijn (“zelfs zij zouden zo’n 4,5 uur onderweg zijn en ik mocht daar (met alle respect) nog wel een uurtje bijtellen”) en dat ik ook zeker niet de trainingsinspanning die zou moeten leveren zou mogen onderschatten.

 

 

Waarom weet ik uiteraard niet maar ook al zat ik de mannen bewonderd aan te gapen inwendig was ik mij aan het verkneukelen. Toch herkende ik heel veel van mij zelf in wat ik mee maakte. Ik hoop dat ik het enthousiasme voor het lopen dat zij uitstraalden nog steeds heb en ook nooit zal verliezen. Het betweterige en het trekken van ongefundeerde oordelen hoop ik een beetje afgeleerd te hebben. En ondanks alles deel ik hun conclusie dat marathons niets voor mij zijn. Vandaar ook dat ik zaterdag met een mega-smile aan de K en C loop begon.

 

Laat ik echter eerst even beginnen met uit te leggen waar het “K en C –concept” vandaan komt. Ik probeer ieder weekend een loopje te doen. Bovendien wil ik de kosten in het gareel houden en probeer ik dit lichaam niet al te zeer in de vernieling te helpen. Daarom ben ik een grote aanhanger van de door Bram geïnitieerde loopjes. Een bijkomend voordeel van niet te veel marathons lopen is ook nog dat ik niet bovenmatige veel ruimte voor T-shirts in onze kleerkast hoeft te claimen. Dit heeft weer als voordeel dat mijn echtgenote als ik er niet ben kan gaan shoppen en genoeg ruimte voor haar buit heeft. Door deze loopjes krijg ik bovendien heel verrassende en mooie stukjes Nederland te zien. En last but not least leer ik zo steeds meer mensen kennen. Dit heeft er in geresulteerd dat Jannet Lange mijn manier van lopen omschreef als “lopen met Kameraden en Camera”. Op de vraag waarom zij niet een keertje meeliep kwam als antwoord dat zij dan veel te vroeg zou moeten opstaan. Eindelijk dus eens een probleem wat ik kan oplossen. Nu is Almere ook een stukje Nederland wat ik graag eens wil bekijken maar schijnbaar ben ik daar nog niet aan toe. Zodoende kwam zij met het voorstel om Harderwijk als startpunt te nemen. Vervolgens is Jannet achter Internet gekropen (tenminste ik geloof dat zo heet) en heeft iets gedaan wat voor mij als niet lid van de net generatie over komt als tovenarij. Zij heeft een route gefabriceerd waarin al het moois dat deze regio te bieden heeft aan bod kwam. Uiteindelijk heb ik deze route beschikbaar gemaakt voor mijn Garmin. Ook dit klinkt zeer indrukwekkend maar is gewoon een kwestie van de juiste menuoptie aanklikken. Vervolgens restte ons alleen nog het kiezen van een geschikte datum. Dit bleek achteraf het meest moeilijke. Gelukkig is het oplossen van echt moeilijke problemen mijn vak. Dus na het op wetenschappelijk verantwoorde wijze (met nadruk op het woord wijs) wegen van alle alternatieven zijn wij op 9 mei uitgekomen. Puur toevallig zag ik achteraf dat dit een van de weinige zaterdagen waarop niets gepland had was.

 

 

Vervolgens zijn een paar mailtjes rondgestuurd en was het zaakje rond. Ook al waren er dat weekend meer dan genoeg alternatieven (Steenbergen, Gilze, HanKan, Maasmarathon, Höllenlauf etc.) toch stond er een kompleet elftal aan de start. Ik hoef echt niet meer te vermelden dat er geen treinen maar bussen reden want dat schijnt standaard te zijn bij alle loopjes waar ik naar toe ga. Naast Jannet waren er de recidivisten Arnold, Bram, Erwin, Jean-Pierre en Mark. Tot mijn genoegen waren er ook een aantal lopers die ook wel eens dit soort loopjes wilden proberen. Dit waren Renske en Ernst Jan Vermeulen, Jan Broers en Jos Broersen. Het deed niet alleen mij erg goed om te zien dat Bram weer terug was. Toen ik Bram aan het werk zag begon ik mij te realiseren dat er heel wat ultralopers te herkennen zijn aan hun geheel eigen loopstijl. Dit is gewoon een waarneming waar ook geen oordeel aan te ontlenen is. Bij Bram zag ik dat zijn manier van lopen totaal anders was dan ik mij herinneren kon. Veel verstand heb ik er niet van maar ik dacht toch te kunnen zien dat hij probeerde om zijn revaliderende enkel zo veel mogelijk te ontlasten. Hierdoor ging hij voor mijn gevoel toch ietwat forceren. Ik kon het ook niet laten om hem hier op te wijzen. Zou ik naast hopelijk een beetje minder arrogant ook een beetje socialer geworden zijn?

 

 

Wilma, ook een van de vaste lopers, was niet aanwezig. Zij was naar Steenbergen. Oorspronkelijk was zij van plan om daar de marathon te lopen en de volgende dag de 6 uur. Men had haar echter geadviseerd om in plaats hiervan gewoon de 24 uur te lopen. Gelukkig heeft zij dit advies op gevolgd. Omdat wij Wilma redelijk goed kennen maakten wij ons serieus zorgen of zij niet door een blessure gedwongen zou worden om vroegtijdig uit te stappen. Voor de goede orde: wij maakten ons serieus zorgen of zij geen blessure aan haar kaakspieren zou krijgen. Dit is gelukkig niet gebeurd, maar bij het lezen van de live verslaglegging op de site kan duidelijk afgelezen worden dat dit een reëel risico was.

 

 

Lekker ontspannen en rekeninghoudend met de vorm en mogelijkheden van iedereen kon het feest beginnen. Dat het weer een mooie tocht was moge blijken uit het feit dat de vijf camera’s gezamenlijk 627 foto’s geproduceerd hebben. Persoonlijk was ik erg onder de indruk van het Hulshorsterzand. De beschrijving “een woestijn in het klein” is zeker niet verkeerd. Heerlijk om bij een loopje in Midden-Nederland je schoenen helemaal vol met zand te krijgen. Bij het Solse gat had ik mij heel wat meer voorgesteld. Ik was blij dat er een bordje bij stond anders was dit punt mij helemaal ontgaan. Wat mij ook ontgaan is, is de windhoos die de anderen wel gezien hebben. Een persoonlijk hoogtepunt was ook dat ik van Jannet de opdracht kreeg om even het parkoers te verlaten voor een foto.  Ik moest namelijk op de foto met Henkie de ezel. Ik ga er nog steeds van uit dat die moest gebeuren om aan iedereen duidelijk te maken dat deze Henkie geen ezel is. De route was zoals gezegd in eerste instantie uitgezet op Internet. Jannet had bovendien een aantal verkenningstochtjes gemaakt en op grond hiervan wat verfraaiingen aangebracht. Renske en Ernst Jan kenden bij sommige stukken een paar nog leukere paadjes. En dus werden die gevolgd. Ook dit is weer een van de charmes van deze manier van lopen. Uiteindelijk was na ruim 55 kilometer en bijna 6 uur looptijd ook dit feest voorbij.

 

 

Ik had de indruk dat iedereen zich prima geamuseerd had. In ieder geval was aan al mijn doelstellingen voldaan en voelde ik mij weer een bevoorrecht mens dat ik dit weer had meegemaakt. Zodoende ben ik er nog meer van overtuigd geraakt dat ik een van mijn ideeën op dit gebied gewoon moet gaan realiseren. Om dit iets concreter te maken: we hebben 12 maanden en 12 provinciën. Ik wil graag in iedere hoofdstad van ieder provincie een K en C loopje organiseren. Zo wil ik in de loop van 1 jaar lopend gaan kijken naar en genieten van al het moois dat ons land te bieden heeft. De uitgaanspunten hierbij zijn ondermeer per keer tussen de 50 en 55 kilometer; de route uitzetten via Internet en beschikbaar stellen voor de Garmin. Daarnaast wordt hulp van lopers die de streek kennen voor het verfijnen van de route erg op prijs gesteld . En uiteraard is iedereen welkom. Wanneer ik dit wil gaan doen weet ik nog niet en hangt een beetje af van de respons die ik krijg. Wel denk ik aan een vaste dag (bijvoorbeeld de 2e zaterdag van de maand o.i.d.) Omdat ik toch een heel voorzichtig type ben organiseer ik eerst nog een keer een K en C loop. Deze is gepland op zaterdag 1 augustus en zal starten bij NS-station Sittard. Dit loopje zal gaan langs een aantal heel verrassende en mooie stukjes van het Limburgse land. Tevens zullen er tegen alle K en C principes in tijdens deze tocht een aantal verzorgingsposten zijn. Als ik dan toch bezig ben met het zondigen tegen mijn principes. In het najaar ga ik als alles meezit toch nog even deelnemen aan een stadsmarathon. Ik wil immers graag het marathondebuut van mijn nieuwe vrienden live aanschouwen.

 

Voor ik het vergeet hier staan de foto's van Jannet, Arnold, Erwin Jan en mijzelf

 

21 mei Rund um Aachen

www.dlc-aachen.de

 


Map created by EveryTrail: GPS Trip Sharing with Google Maps

 

 

(De plaatjes komen als ik ze gekregen heb) 

 

Wat heb je als loper nodig? Ik dacht altijd dat een paar schoenen, een shirtje, een broek en een beetje conditie voldoende waren. Inmiddels weet ik echter dat er nog iets heel belangrijk is. Iets wat je helemaal niet merkt totdat het er niet is. Sterker nog als dit er echt niet is kun je het lopen op je buik schrijven. En als je het geluk hebt gehad om een aantal jaren lekker te mogen lopen dan is die buik zodanig gereduceerd dat je hier heel snel op uitgeschreven bent.

 

Als loper klaag je wel eens dat je het zwaar hebt. Maar eigenlijk valt dat best wel mee. Jij vertrekt ’s morgens vroeg en hebt de hele dag niets anders aan je hoofd dan het lopen. ’s Avonds kom je thuis en gooi je jouw vieze kleren neer en ga je op de bank zitten. Je natje en je droogje wordt je aangereikt en je verhaal kun je kwijt. En uiteraard liggen binnen no-time je loopspullen weer fris gewassen klaar. Dit vind je als loper vanzelfsprekend. Immers, jij hebt gelopen en de rest van je gezin heeft de hele dag thuis maar een beetje rondgehangen. Maar stel eens dat je thuisfront, of de support hiervan, er niet is, dan sta je toch wel even vreemd te kijken.

 

Een paar weken geleden hoorde mijn vrouw dat ze voor haar werk een paar weken naar Zuid-Amerika moest. Dus mocht ik de tent alleen runnen. Uiteraard geen enkel probleem. Ik had in die periode een paar loopjes gepland dus zou ik mij niet vervelen. Naast het lopen ben ik de trotse vader van twee kleine kinderen en, ondanks de merkbaar aanwezige crisis, nog steeds bezitter van een meer dan fulltime baan. Toen ik eens even begon na te denken wat er allemaal op mij af kwam c.q. wat ik nu alleen regelen moest was mijn grote klep meteen dicht.  Spontaan besloot ik dat mijn lichaam wel toe was aan een beetje minder lopen.

 

Ik heb dus inmiddels geleerd dat het  allerbelangrijkste voor een loper de aanwezigheid, de steun en de medewerking van zijn gezin is.

 

Na mijn wijze besluit om even wat minder te lopen begon het echter te knagen en het besef tot mij door te dringen dat ik een echte junk ben. Ik moet gewoon lopen en ’s avonds een paar uurtjes is voor dit verslaafde lichaam gewoon niet genoeg. Dus ik wist ik ook eens hoe het is om een probleem te hebben. Ik schijn redelijk goed in het associëren te zijn. Dus begon ik aan mijn schoonmoeder te denken. Toen realiseerde ik mij spontaan hoe leuk het zou zijn als mijn kinderen een dag, zonder dat ik ze op de vingers keek, bij mijn schoonouders zouden doorbrengen. Hemelvaartdag leek mij daar een uitgelezen gelegenheid voor. Het was echter voor mij niet echt leuk om dan alleen thuis te zitten.

 

Of toeval bestaat weet ik niet, maar toevallig was die dag “Rund um Aachen”.

Veel wist ik niet van dit loopje, dus stuurde ik even een mailtje naar Helmut Hardy, de organisator van de Eifelsteig en inwoner van Aken. Helmut reageerde meteen met een mailtje naar de organisatie waarin hij mij inschreef en bovendien een voorstel aan mij deed. Als ik naar hem thuis kwam konden we samen naar de start lopen en na afloop dan ook naar hem thuis rennen en daar douchen. Even voor de goede orde: mijn Duits was gelukkig goed genoeg om zeker te weten dat het “samen” alleen op het lopen sloeg en niet op het douchen. En als we het dan toch over de Duitse taal hebben. “Rund” betekent hier rondom en niet “niet zo slimme koe”. Eigenlijk was ik heel blij met Helmut’s voorstel want de officiële afstand van dit loopje was 62,8 kilometer en nu werden gelukkig de 70 gepasseerd.

 

Toen ik de afstand van 62,8 precies zag moest ik denken aan een gesprek dat ik een tijdje geleden had met een andere organisator van een wedstrijd in Duitsland. Hierin ging het ook over de afstanden en hij vertelde heel trots dat zijn afstanden “Ambtlich vermessen” waren. Toen ik later de tijden, die daar gelopen waren, zag kon ik het niet laten om mijn wenkbrauwen te fronsen. Mij bekroop toen het vermoeden dat ik het woord vermessen toch verkeerd vertaald had en dat het inderdaad vermeten c.q. verkeerd meten betekende. Dus toen ik die organisator weer zag vroeg ik of gelijk had. Gelukkig was mijn Duits toch goed genoeg en betekende “vermessen” gewoon gemeten. De oplossing van dit raadsel was een overijverige vrijwilliger die alle lopers de verkeerde kant uitgestuurd waardoor iedereen een extra lus niet gelopen had. Gelukkig waren er in Aken geen vrijwilligers die de route aangaven. Alle vrijwilligers waren ingezet om de twaalf verzorgingsposten te bemannen.

 

De weersvoorspelling was echt iets voor een ultraloop, hoge temperatuur, veel zon en in de loop van de middag zware regen en hagelbuien. Dus met een beetje geluk zou moedertje natuur er voor zorgen dat mijn sportkleren weer gewassen werden. Weer een probleem opgelost dus.

 

Dank zij het voorstel van Helmut verscheen ik eindelijk weer eens goed ingelopen aan de start van een loopje. Dit was weer een groepsloop. Het rondje was onderverdeeld in twaalf etappes. Iedereen kon zelf bepalen hoeveel etappes hij wilde lopen. Ook bestond de mogelijkheid om na een etappe een of meer etappes met de verzorgingsbus mee te gaan en dan later weer in te stappen. Ik zag redelijk veel lopers aan de start staan. Precies geteld heb ik ze niet maar er was een keurige lijst waarop de afgelegde etappes bijgehouden werden. En dit a4’tje was helemaal vol dus waren er zeker 50 deelnemers. De sfeer was geweldig. Iedereen had er zin in. Toch proefde je bij veel lopers een stuk onzekerheid. In het bijzonder gonsde iets in de trant van “haal ik mijn geplande afstand?”. Ik begon mij nu pas te realiseren dat ik niet het ultrawereldje, waar ik normaal vertoef, was. De meeste lopers wilden proberen om ergens rond de 20 kilometer uit te komen.

 

Het parkoers was prachtig maar zeker niet gemakkelijk. Als ik even had nagedacht had ik dit ook wel kunnen verwachten. We starten in de “Aachener Wald” en van daar ging het flink omhoog. Na een kleine 10 kilometer zaten we dan ook op het drielandenpunt, toch maar mooi Nederlands hoogste berg. Ik liep gewoon lekker. Schijnbaar liggen dit soort parkoersen mij goed. Als het lekker gaat dan is een loopje natuurlijk extra leuk. Ook was het leuk om weer eens met nieuwe lopers kennis te maken. De afspraak was dat hier met een gemiddeld tempo van 6:00 minuten per kilometer gelopen zou worden. Door dat het bij mij zo lekker ging was ik er waarschijnlijk debet aan dat het tempo een flink stuk hoger lag. Uiteraard kan ik nu wel zeggen dat ik dat bewust deed om te zorgen dat wij voor het onweer klaar waren. Maar dit is gewoon niet waar. Ik zat gewoon in een lekker ritme. Hierdoor had ik ook extra veel tijd bij de verzorgingsposten. Ik kon het natuurlijk weer niet laten; dus als de laatste lopers bij de post arriveerden riep ik “Oké, we zijn er allemaal en kunnen door”. Ik had dus weer een methode ontdekt om nieuwe vrienden te maken.

 

Het was erg leuk om nu ook eens te kunnen genieten van het mooie uitzicht dat onze oosterburen op ons mooie Limburg hebben. Ik baalde dan ook dat ik mijn camera aan mijn echtgenote meegegeven heb. Door het ontbreken van mijn camera was dit dus een kameraden loopje. Mij viel op dat ik onderweg regelmatig hele groepen mannen tegen kwam. Die kameraden hadden bijna altijd een bolderwagen gevuld met kratten bier mee. Ook hadden zij allemaal een fles bier in de hand. Over het algemeen liepen zij ook alsof zij zich op een zware loop helemaal leeg gelopen hadden. Vreemd, want als je geur die zij uitademden en niet te missen was denk ik dat het woord vol meer op zijn plaats was. Bij navraag bleek het in Duitsland vaderdag te zijn. En dan is de traditie dat de mannen in groepen de natuur in gaan en zich vol laten lopen. Dit is wel een heel andere vaderdag dan wij in Nederland gewend zijn. Een ook al ben ik zeker niet vies van een biertje op zijn tijd toch geniet ik meer van het gezelschap van en de cadeautjes gemaakt door mijn kinderen.

 

En als ik het toch over genieten heb: ik had even het gevoel dat als ik naar die mannen keek ik mijzelf een aantal jaren geleden zag. Uiteraard moet iedereen zelf weten wat hij doet maar ik ben blij dat ik aan het lopen verslaafd geraakt ben en daardoor zo goed in mijn vel zit, ook al zit er dan geen 139 kilo meer in dit vel.

 

Voor het geval het iemand zou interesseren: uiteindelijk is het 8 lopers gelukt om de hele afstand te volbrengen en over de 62,8 km met 1951 meter omhoog hebben wij 5:51 uur gedaan.