In januari heb ik mijn prima vermaakt bij de eerste etappe van de Omringdijk , de Nord Eifel Ultra , Le Trèfle à Quatre Feuilles en de tweede etappe van de Omringdijk.
Weer is er een nieuw jaar aangebroken. Als ik er over nadenk vind ik het eigenlijk een heel raar fenomeen. Want de indruk wordt gewekt dat alles weer opnieuw schoon en fris begint. Je loopt met je laatste krachten laatst december nog net je x-ste marathon en dan wordt het januari en kun je weer fris en met nieuwe krachten aan de volgende reeks beginnen. Ik geloof niet dat er iets magisch gebeurd op 31 december. Of het zou moeten zijn dat je door het geknal van het vuurwerk even wat minder goed hoort en daar een aantal van de goedbedoelde raadgevingen uit je omgeving niet hoort en dus in de wind slaat.
Ik hou me dan ook niet echt bezig met het opmaken van allerlei lijstjes van wat ik het afgelopen jaar allemaal uitgespookt heb. Ik begin so wie so een beetje af te leren om te vertellen wat ik gelopen heb. Want de reactie die hierop volgens zijn vrijwel altijd “Maar dat is heel erg ongezond” of “Jij zult wel niet werken”. Trouwens binnen de eerste categorie is het accent gaan van verschuiven van de vraag “is dit wel nog gezond” naar de stelling “dat is wel heel erg ongezond”.Vroeger (lees voor 1 januari) reageerde ik op de eerste categorie nog wel eens. Binnen mijn reacties heb ik een hele ontwikkeling doorgemaakt van het verdedigen dat het echt gezond was tot het “verbaal aanvallen” van de spreker. Inmiddels ben ik eindelijk volwassen genoeg om er gewoon voor uit te komen dat ik mij door en bij mijn loperij hartstikke lekker voel en van iedere stap geniet. En zo simpel is het, ook al klinkt dat hetzelfde als een verstokte roker die praat over zijn sigaretje (let op het verkleinwoord).
Op de tweede categorie wil één keer reageren. Het is eigenlijk precies andersom. Doordat ik werk, althans iedere dag om 6:45 uur thuis vertrek en als het meezit ’s avonds rond 19:00 uur weer thuis kom, kan ik veel lopen. Het hele geheim is een combinatie van regelmaat en discipline, waardoor je efficiënt met je tijd kunt omgaan.
Het is fijn dat ik wil gaan lopen maar er moet ook nog een loopje zijn wat mij aanspreekt. Om wat voor reden dan ook zijn aan het begin van het jaar de langere loopjes dun gezaaid. Gelukkig beschikken wij in Nederland over onze Bram. Bram heeft de gave om mooie loopmogelijkheden te ontdekken. En als Bram even geen berichtjes op het Ultraplatform plaatst, zet hij dit om naar schitterende loopjes. Vorig jaar heb ik zodoende kennis mogen maken met het Willibrorduspad.
In 2009 heeft Bram de aanval geopend op de Omringdijk, het Kustpad en rond om de Dom. Ondanks dat ik vorige jaar bij het Williborduspad aanwezig was geweest, was ik nu ook weer welkom. Sterker nog bij de bepaling van de dagen waarop gelopen werd heb ik zelfs inspraak gekregen. Het is dan ook niet zo vreemd dat deze loopjes precies de gaten in mijn planning opvullen.
De tochten van Bram zijn gebaseerd op grote wandeltochten. Dit heeft onder meer als voordeel dat je een aantal NS-stations aandoet en dat er dus een aantal logistieke problemen opgelost worden. Even tussendoor: ik zit dit verslagje in de trein te typen; dit is de achtste keer deze week dat ik een ritje met de trein maak en ook de achtste keer dat ik vertraging heb. Gelukkig wordt dit zo te zien de kortste vertraging deze week en mag ik helaas maar 23 minuten extra in de lekker warme trein zitten. En het mooie van deze vertraging is dat ik die 23 minuten extra mag blijven zitten omdat ik de eerste 23 minuten van mijn reis heb mogen staan. Ik ben dus enorm trots op mij zelf dat ik zo’n positieve levenshouding heb dat in een verslag durf te zetten dat de NS de oplossing voor logistieke problemen is. Daarnaast valt mij wel op dat ik een beetje ouderwets ben. Ik praat nog steeds over vertragingen. De NS heeft geen vertragingen meer, ze hebben alleen treinen die later dan gepland vertrekken c.q. aankomen.
Wandeltochten zijn doorgaans gericht op het tonen van de mooiste en meest verrassende stukjes van een bepaalde regio. En toevallig wil ik tijdens mijn loopjes ook genieten van de omgeving. Dus zit ik bij deze tochten op rozen en dat het tempo over het algemeen niet extreem hoog ligt zorgt er alleen maar voor dat ik wat extra tijd heb om rond te kijken en af en toe een fotootje kan maken.
De Omringdijk is een mooi staaltje van Hollands vernuft. Voor zover ik heb begrepen komt het er op neer dat als die dijken er niet geweest waren Nederland alleen maar uit Limburg bestaan had. De complete wandelroute is een ronde van 140 kilometer (met een eventueel extra lusje van 145 kilometer). Bram heeft hier 3 etappes van gemaakt van ruim 60 kilometer per stuk. Dus de laatste dag krijgen we nog een kilometer of 35 Hollands Landschap te zien waar nog nooit een wandelaar een voet gezet heeft.
De eerste etappe ging van Hoorn naar Schagen. Laat dit nu toevallig twee plaatsten zijn waar ik wel eens van gehoord had. Maar omdat ik achteraf wilde weten waar ik nog meer geweest was had ik mijn zaken perfect voorbereid. Dat wil zeggen dat ik vrijdag netjes mijn GPS had opgeladen. Sterker nog, om te voorkomen dat ik hem zou vergeten, had ik hem op mijn kleren gelegd. Handig als ik ben had ik hem op het aan/uit knopje gelegd. En dit bleek dus een echt aan knopje te zijn. Nu zou ik een heel betoog kunnen ophangen dat dit een slimme zet was: want ik hoefde dan ’s morgensvroeg de gps niet aan te zetten en te wachten tot er verbinding met de satellieten was. Helaas weegt die niet op tegen het feit dat de accu na een nachtje vrijwel leeg is. Kortom het zag er naar uit dat ik naast mijn benen ook mijn geheugen ging trainen.
Na een voorspoedig treinreisje van 3 uur kon ik in Hoorn Bram, Erwin en Selim Ilkin begroeten. Deze loop heeft inmiddels de officiële status van trainingsloop van de regio Noord/West van het ultraplatform. Ik begreep later dat ik hier én op persoonlijke titel én als coördinator van de regio Zuid/Oost was. Dus deze kilometers tellen dubbel. Selim had onder meer het boek van Jan Knippenberg gelezen en wilde wel eens weten of er leven na de marathon was. Dan is dit soort loopjes een ideale gelegenheid om de stap te maken. Ook al bevat 60 minder cijfers dan 42,2 tussen de oren werkt het toch heel anders. Het was dan ook het interessant en herkenbaar om die mentale worsteling te zien.
Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, hebben wij na Hoorn in ieder geval Scharwoude, Schardam, Oudendijk, Avenhorn, Ursum, Rustenburg, Otterleek, Oudorp, Alkmaar, Geesterambacht, Koedijk, Zanegeest, Aagtdorp, Schoorl, Schoorldam, Krabbendam en Sint Maarten bezocht voor wij in Schagen gearriveerd zijn. Door deze uitbreiding van mijn kennis van de vaderlandse geografie, kan ik hopelijk mijn status van alleswetende ouder bij mijn kinderen verhogen (zij zitten dus nog niet in de pubertijd). Daarnaast vond ik het ook leuk om te mogen ervaren dat de dijkwoningen het slaapkamerraam op dijk hoogte hebben. Uiteraard ga ik niet vertellen wat een oplettende voorbijganger allemaal te zien krijgt.
De Hollandse winterlandschappen waren werkelijk prachtig. Weids, met schaatsers op de slootjes en molens op de achtergrond. Vorige week was ik er heel trots op om als Limburger door onze mooie Limburg te mogen hobbelen. Precies een week later ben ik er trots op om Nederlander te zijn. Heerlijk toch als je een dubbele nationaliteit hebt en de flexibiliteit kunt opbrengen om hier het maximale rendement uit te halen.
Woorden schieten weer tekort maar mijn 162 foto’s en de foto’s van Erwin geven best een redelijke indruk van al het moois.
Om te voorkomen dat wij met teveel indrukken overspoeld werden werd het toen wij in de buurt van Schagen kwamen donker en konden wij de laatste paar kilometer al een beetje oefenen voor een nachtloop. Zoals van een goede organisator als Bram te verwachten is kwamen wij tegelijk met de intercity op het station aan. Ik had de keuze om met deze trein door te gaan naar Utrecht en daar op mijn aansluitende trein te wachten of dit te doen op Amsterdam Centraal en daar nog even naar analogie van het Willibrorduspad de business lounge te plunderen. Een moeilijke keuze en na rijp beraad heb ik toch besloten om voor Amsterdam te kiezen. Ik weet nog steeds niet of de NS bij de openingstijden rekening houdt met mijn loopplanning, maar ik heb in ieder geval gewoon in de kou op mijn aansluitende trein gewacht.
Uiteindelijk ben ik weer een hele zaterdag op stap geweest, heb ruim 60 kilometer mogen genieten van het mooie Noord Hollandse landschap en ook nog slagroom met appeltaart gegeten in Alkmaar. Kortom ik voel mij een zeer bevoorrecht mens dat ik zo mijn vrije zaterdag mag invullen.
Tenslotte: ik heb al aangegeven dat ik mij niet echt bezig houd met het analyseren van het verleden. Hier past bij dat ik ook echt niet veel tijd verbras met bespiegelingen over de toekomst. Toch wil ik hier een kleine uitzondering op maken. Ik voorspel dat het aantal deelnemers aan de volgende etappe op 24 januari minstens 50 procent groter is dan aan de eerste etappe.
Ik meen begrepen te hebben dat de temperatuur altijd in de schaduw gemeten wordt. Dus als het in de zomer 30 graden is en je loopt een stukje dan loop je waarschijnlijk niet continu in de schaduw en is de gemiddelde temperatuur hoger. Hoe de meting in de winter gaat weet ik niet. Wat ik wel weet is dat toen ik vorige week een stukje aan het lopen was de temperatuur -17 graden was. En omdat deze meting ’s avonds was, was er geen zon en zal de temperatuur tijdens mijn hele loop ook wel zo iets zijn geweest. Dit was behoorlijk koud maar toen ik eindelijk weer gevoel in mijn vingertoppen had en weer precies wist waar mijn neus zat ging het best lekker. Na een uurtje begon ik een snijdend gevoel in mijn luchtpijp te krijgen. Nu pas begreep ik alle discussie en commotie over het lopen bij stevige kou. Om mij dit voorlopig niet te laten vergeten was ik dus de rest van de week behoorlijk verkouden. Ook al liep bij mijn volgende training de temperatuur op tot -10 graden, echt over ging het verkoudheidje nog niet.
Zaterdag stond de Nord Eifel Ultra op het programma. En verkouden of niet, ingeschreven betekent voor mij gewoon gaan. Gelukkig had ik vrijdag een mailtje van een zeer ervaren ultraloper, die van mijn plannen op de hoogte was. Hij schreef dat als je langer dan 4 uur in temperaturen van lager dan -5 graden loopt je longen/luchtwegen beschadigd kunnen raken. Hij adviseerde dan ook om iets voor de mond te dragen. Hij liep zelf niet mee dus dit was een echt goed bedoelde raad en geen slinkse poging van hem om zich tegen mijn gezwets te beschermen. Zodoende had ik naast de zorg van het goed neer leggen van mijn gps ook nog de uitdaging om iets te verzinnen om voor mijn mond te dragen. Eigenlijk was ik wel blij dat ik door mijn trainingsloopje last van mijn keel had. Want mijn keel was nu net zo dik als mijn hoofd dus kon ik dus mijn hoofdband om mijn nek dragen en daarmee ook mijn mond beschermen. Ik heb inmiddels een paar verslagen gelezen over de LPM die in hetzelfde weekend gelopen is. Hieruit kan ik mooi lezen hoe ervaren lopers zich tegen de kou kleden. Normaal gesproken zou ik er van balen dat ik deze informatie te laat krijg. In dit geval had ik echter geluk. Ik was toevallig vorige week in een paar bakken met afgeprijsde spullen bij mijn hoofdsponsor (ALDI) aan het graven en vond daar een mooie tight, dus perfect voorbereid kon ik op weg naar Düren.
De NEU wordt georganiseerd onder auspiciën van de WGRA (World Guerrilla Running Administration). In de doelstellingen van deze bond staan een aantal uitgangspunten die mij wel aanspreken. Klein (maximaal 50 deelnemers), flexibel, eenvoudig (de organisatie wordt geacht met behulp van stopwatch, pen en papier de uitslagen bij te houden en bij binnenkomst van de laatste loper de oorkondes uit te reiken en de winnaar te eren) en veel plezier beleven aan het lopen. Ook de regelementen spreken mij erg aan. Hierin is onder meer het inschrijfgeld (nihil) geregeld. Ook de gehanteerde leeftijdsklassen spreken mij aan. Men onderscheidt: Halbstarke (tot 29 jaar), Platzhirsche (30 tot 44), Meister (45 tot 59) en Altmeister (vanaf 60 jaar).
De start was gepland om 9:00 uur. Toen ik om 8:55 arriveerde had ik nog voldoende tijd om alle deelnemers (11) en verzorgers (3) te begroeten en met diegenen die ik niet kende even kennis te maken. De temperatuur bij de start was -12 graden dus 5 graden warmer dan ik gewend was. Dus heb ik maar mijn hoofdband voor mijn mond getrokken. Toen ik mij zelf in een etalageruit zag moest ik opeens heel erg aan een guerrilla denken. Tevens kreeg ik spontaan allerlei poëtische inspiratie. Deze dichtregel ontsproot hieraan “Wat uit mijn neus komt hoort op de grond en niet in mijn mond”. En dus besloot ik maar heel snel om de band van mijn mond te verwijderen. En toen ik na een kilometer of twee weer gevoel in mijn vingers kreeg vond ik het best een aangename temperatuur om te lopen. Ik was ook best blij dat ik mijn gezicht weer vrij had want ik zag bij de lopers om mij heen allerlei fraaie ijssculpturen in hun gezichtsbeharing en dat wilde ik ook hebben.
De eerste 1,5 kilometer waren niet echt inspirerend, maar toen we Düren verlaten hadden werd het echt prachtig. De komende paar kilometer waren door een grote witte sneeuwvlakte en je zag de heuvels en bossen al komen. De organisatie had aangekondigd dat we de eerste 17 kilometer op ons zelf aangewezen waren omdat dat stuk niet met auto’s bereikbaar was. Het was ook echt mooi met de nodige heuveltjes, bospaadje, bossen en vergezichten. En veel sneeuw. Dus prachtig wit en lekker uitdagend om te lopen. Er waren zelfs stukken waren alleen de afdrukken van de lopers uit de groep en van dieren te zien waren. Heel af en toe kwam je een wandelaar tegen. Twee keer kwam ik in een auto tegen. Ik ben nu dus helemaal overtuigd geraakt van de toegevoegde waarde van winterbanden op een auto.
Toen we voor de eerste keer in de bewoonde wereld terug keerden stonden daar de verzorgers met een uitgebreide verzorgingspost. In de reglementen staat over verzorgingsposten heel duidelijk: kein. Normaal gesproken ben ik iemand die heel stringent is in het naleven van reglementen. Ik dit geval wil ik deze omissie door de vingers zien. Uiteindelijk ben ik de tel kwijt geraakt maar er waren dus meer dan genoeg verzorgingsposten. Ik heb zelfs nog een poging ondernomen om sneller dan de verzorgers bij de volgende post te zijn. Helaas is dit mislukt.
Als hoogste punt was een uitzicht toren opgenomen. Dit was dubbel genieten. Het uitzicht was spectaculair en de beloning voor het bereiken van het hoogste punt ook. Want boven op het uitzichtplatform lag er voor iedere loper een worst. Nu weet ik dat er ook onder de lopers vegetariërs zijn en omdat ik het ongepast vond om de verzorgers de worsten weer helemaal omlaag te laten slepen was er dus eigenlijk sprake van vierdubbel genieten voor mij.
Omdat ik nu mijn gps weer opgeladen had hoefde ik dus niet te onthouden waar we geweest waren en kan ik weer verwijzen naar de gebruikelijke animatie. Dat dit de loopjes zijn waar ik van smul is inmiddels denk ik wel bekend. En dat er meer dan genoeg te zien was blijkt wel uit de foto’s. Dit keer is het mij gelukt om 236 keer met succes op het knopje van mijn fototoestel te drukken. Maar ook Stefan en Peter hebben hun best gedaan.
Helaas was dit feest na 56,3 kilometer voorbij, maar omdat een aantal lopers toch wat moeite met het parkoers hadden was toen ook de zaterdag voorbij. Naast een geweldige zaterdag en een mooie oorkonde heb ik nog iets aan deze loop overgehouden. Ik ben de eerste Nederlander die de NEU uitgelopen heeft. Een titel die niemand mij ooit meer kan afnemen.
Tenslotte heb ik nog een heel slimme zet gedaan. Ik heb mijn rugzak zogenaamd vergeten in een van de volgauto’s; dus is de organisatie wel moreel verplicht om mij bij hun volgende loop weer uit te nodigen om hem op te halen en dan omdat ik er toch ben weer te laten mee lopen.
"een loop met een lach en een traan"
http://www.courirpourleplaisir.be/html/v_5/p_1.html
Klik hier voor de route.
Omdat ik de afgelopen drie weekends in drie verschillende landen (Limburg, Holland en Duitsland) gelopen had moest ik gewoon dit weekend in België lopen. Daarnaast was er nog een heel goede reden om zondag even Nederland te ontvluchten. Ik had namelijk de taak gekregen om als “Chinese vrijwilliger” op zaterdagavond een uitje te organiseren. De doelgroep van dit uitje was de leden van een vrouwelijke serviceclub. Deze doelgroep wordt naast het feit dat het heel aardige dames zijn ook gekenmerkt door het feit dat ze heel veel zorg aan hun uiterlijk besteden, zeer voorzichtig zijn en enige smetvrees vertonen. Kortom ik had een opdracht waar ik mijn tanden op kon stukbijten maar waaraan ik ook heel wat plezier zou kunnen beleven. Dit zou dus de ideale groep geweest zijn voor de moddergevechten in Olne. Om allerlei praktische redenen heb ik hiervan afgezien en heb ik voor de dames een cursus “auto te water” georganiseerd. De naam van deze activiteit is geen grapje maar beschrijft perfect wat er gaat gebeuren; je gaat dus een aantal keren in een auto te en onder water en wordt geacht er weer uit te komen. Uiteraard heb ik zelf ook meegedaan en moet toegeven dat het heel erg spectaculair en ook heel zinvol is. Ook moet ik toegeven dat ik het zelf ook behoorlijk eng vond, zeker als je geblinddoekt uit een gezonken auto moet zien te komen. Bovendien viel mij op dat toen de dames zelf uit het water kwamen terwijl hun make-up in het water bleef, zij toch dames en de moeite van het bekijken waard bleven. Daarnaast is het effect dat een worsteling om onder water uit een auto te ontsnappen op een kapsel heeft vergelijkbaar met wat een kapper aanricht, ook al is dit veel goedkoper en extreem veel sneller. Na zo’n geslaagde avond kon ik er dus wel vanuit gaan dat het bedankjes zou regenen. Omdat ik te verlegen ben om hier mijn hele zondag aan te besteden leek het mij dus verstandig om niet bereikbaar te zijn en dan is een trail in de Ardennen een perfecte oplossing. En zou mij daar iemand tegenkomen dan zou de modder er wel voor zorgen dat mijn anonimiteit gewaarborgd was.
De reis naar Olne was dankzij het aangename gezelschap zeer voorspoedig. Toen ik echter het verslag van Henk Sipers las bekroop mij het vermoeden dat ik toch meer onder de indruk van het hele gebeuren was dan ik mij zelf gerealiseerd had. Henk was het immers geheel ontgaan dat ik ook in de auto zat, dus moet ik wel erg diep in mijn schulp gekropen zijn.
Het weer was zoals het hoort bij een echte Ardennen trail: guur. Ik vond dat ik mij hier perfect op gekleed had maar toen ik van vijf lopers achter elkaar gehoord had dat ik te dun gekleed was besloot ik toch maar mijn dikke regenjas in de auto te gaan aandoen. Zodoende kwam ik er ook achter dat mijn bidon nog in mijn tas zat. In tegenstelling tot een andere loper zat trouwens mijn drinken nog gewoon in de bidon en dreef niet door de tas. Ik snap trouwens best dat iedereen dat dacht want ik stond c.q. liep te rillen als een rietje; ook al kan ik mij niet voorstellen dat iemand die mij ziet aan een rietje moet denken. Het is trouwens een heel apart verschijnsel dat ik de laatste tijd in gewicht aan het toenemen ben maar dat mijn vetpercentage afneemt. Eigenlijk is dit ideaal want als ik op de weegschaal ga staan is de afstand die de wijzer naar boven gaat precies het stukje dat ik mijn riem enger moet maken.
Dit was mijn 4e deelname aan het roemruchte klavertje vier. Dus moge het duidelijk zijn dat dit loopje erg bij mij in de smaak valt. Tevens kan ik dus voor allerlei details voor het loopje als zodanig naar mijn eerdere verslagen verwijzen. Verder vond ik het ook tijd om rendement te halen uit mijn kennis opgedaan tijdens de voorgaande edities. Ik had vooral geleerd dat de eerste ronde erg druk was. De gesteldheid van de ondergrond was al beroerd maar als daar nog eens meer dan 1000 voetjes overheen gegaan waren dan zou de benaming dramatisch terecht zijn. Dus wist ik dat ik, tegen mijn principes in, gewoon redelijk voorin moest starten. Zodoende had ik mij strategisch opgesteld. Mij viel wel op dat de finishklok met de cijfers de verkeerde kant uit stond. Toen er gestart werd had ik meteen door dat dit niet het geval was. De organisatie had zich waarschijnlijk gerealiseerd dat ik er weer was en wilde mij eens laten ervaren hoe het parkoers er uit zag als je het andersom liep. Omdat ik hiervoor iets terug moest doen stond ik dus mooi op de laatste startlijn. Dus in plaats van de eerste kilometer asfalt te bevuilen was de opdracht even een weiland omploegen. Prachtig om te zien; en als je het al niet warm kreeg van de (in)spanning dan zorgde de enorme kluwen lichamen daar wel voor.
Vervolgens ging het een pad op. Kenmerk hiervan waren grote gaten die, om duidelijk te maken dat het echt gaten waren, met water gevuld waren. Terecht willen veel lopers voorkomen dat zij al binnen de eerste kilometers natte voeten kregen. Toch is het niet de bedoeling om voor zo’n gat te blijven staan, want ook al kent dit loopje geen echte harde tijdslimieten, blijven wachten tot zo’n poel opgedroogd is, duurt echt te lang. Dus toen ik in de gaten kreeg waardoor de files ontstonden kon ik een klein beetje naar voren in de groep komen door gewoon dwars door het water te gaan.
De volgende uitdaging was uit de categorie dikke shit. Want tussen de overvloedige modder zaten ijsplaten. Ze waren perfect gecamoufleerd maar daardoor zeker niet minder glad maar wel extra verraderlijk. Positief was dat ik nu eindelijk weet waar de uitdrukking op je plaat gaan vandaan komt. Voor mij had het alleen maar tot gevolg dat ook het zitvlak van mijn loopbroek dezelfde bruine kleur als het onderstuk had. Helaas was Bram heel wat onfortuinlijker. Hij kwam zo ongelukkig terecht dat zijn enkel brak. Ik heb er nog steeds geen woorden voor hoe erg ik dit voor Bram vindt. Gelukkig is Bram, een paar dagen nadat het gebeurd is, vrij nuchter in zijn reactie: “Je valt 100 keer en 99 keer gaat het goed”. Een prachtig positieve instelling voor iemand die de komende 3 maanden uit de running is.
Ook al wist ik het toen niet van Bram, mijn valpartij had mij toch extra voorzichtig gemaakt. Dit kwam trouwens niet omdat ik bang was dat ik mijn vrouw moest vragen om mijn loopspullen deze week weer te wassen. Ik besloot toen dus om heel rustig en heel voorzichtig de tocht ten einde te glibberen. Deze beslissing was uiteraard heel verstandig maar kostte wel wat moeite want ik moest mijn ambitie op het continueren van een unieke reeks laten varen. Ter verduidelijking: ik ben in iedere editie van deze loop die ik heb gelopen op de 19e plaats bij de veteranen geëindigd. Dit lijkt geen echte uitdaging maar het was wel een vorm van hogere wiskunde om dit voor elkaar te krijgen want daarvoor moest ik 4:00:01, toen 4:10:38 en tenslotte 4:06:24 lopen. En als ik deze reeks wilde continueren op deze ondergrond was de kans op 19 plaatjes in mijn been heel wat groter.
En eerlijk gezegd: door heel rustig rond te lopen had ik veel meer tijd om van het landschap, de capriolen van mijn medelopers en de verrassingen die het parkoers te bieden had te genieten. Zo heb ik bijvoorbeeld eindelijk geleerd hoe je in het Frans moet vloeken als je met je kont in het prikkeldraad blijft hangen. Voor mij liep, midden door een beekje, een loper die voor de start ruim een half uur besteed had aan het proberen droog te maken van zijn sokken die in een sporttas met cola dreven. Schijnbaar bevielen hem die droge sokken dus toch niet.
Ik kon mij nog herinneren dat er in de eerste ronde op een gegeven moment een stuk door een riviertje, heerlijk gevuld met water en rotsen, gelopen moest worden. Naast dit riviertje stonden vrij woeste struiken, zodoende kon je een tijdje even niets van de omgeving zien. Als je dan aan het einde kwam zag je dat er naast het riviertje een perfect beloopbaar pad liep. Dit jaar zag je heel goed het verschil tussen de lopers die hier voor het eerst kwamen (of die een slecht geheugen hadden) en de mannen met klavertje 4 ervaring. Alleen jammer voor deze groep dat er aan het einde van het pad een heel stuk aarde weg gehaald was en heel hoge hekken geplaatst waren. Of om het anders de formuleren: zij hebben én over het pad én door het riviertje mogen lopen.
Van ronde twee kon ik mij nog heel goed een heel leuk riviertje met echte watervalletjes herinneren. Of het stroomafwaarts nog leuker dan tegen de stroom op is durf ik niet te zeggen. Maar het was wel de perfecte gelegenheid om een beetje modder terug te geven. Of het kwam doordat ik hierdoor even van mijn apropos was weet ik niet maar hierna heb ik mij in ieder geval verlopen. Echt stom, want de route was prima bepijld, maar pijlen werken alleen als je ze volgt en niet als je zonder na te denken de lopers voor je volgt.
Ik ben ook wel een beetje geëmotioneerd geraakt want ik heb ontdekt dat België aan mij gehecht begint te raken. Op sommige stukken was de klei en modder zo aan mijn schoenen aan het zuigen dat ik de grootste moeite had om van de plaats te komen en dat mooie stukje wereld te verlaten. Ik de laatste ronde kwam ik nog een Nederlandse loper tegen die mij tot mijn verbazing vroeg of ik Henk was. Toen ik dit bevestigde vertelde hij dat hij door mijn verhaaltjes hier terecht was gekomen. Hierdoor kreeg ik een geniaal idee. Als ik iets vertel aan mijn kinderen gebeurd er niets. Ik denk dat ik maar mijn ouderlijk advies op Internet ga zetten wellicht doen mijn kinderen dan wat ik wil.
Helaas kwam ook aan dit loopje weer een einde, eerlijk gezegd was ik best een beetje jaloers op de lopers die toen ik binnen kwam nog aan hun laatste ronde moesten beginnen. Zoals gezegd had ik in mijn regenjasje type zuidwester gelopen. Deze was voor dit weer toch te warm. Toen ik gefinisht was werd het donker en hoorde ik een aantal donderklappen. Vervolgens begon het te stortregenen en te hagelen. Dus als ik nog rustiger gelopen had was ik toch goed gekleed geweest.
Het deed mij trouwens goed dat mijn reisgenoten op de terugweg meer op de topografische kennis van hun TomTom dan op de mijne vertrouwenden. Zodoende kregen we én nog een stukje van het gelopen parkoers te zien én konden we bovendien constateren dat toen we na een half uur weer bij het chalet waren de regen was opgehouden.
Uiteindelijk is dit een loop met een lach en een traan geworden. Ik blijf genieten van het heel aparte loopje, maar ik zal zeker de komende maanden het prettige gezelschap van Bram missen. Als hij er over een paar maanden weer bij is zal de vreugde hierover des te groter zijn.
Klik hier voor de route.
Soms doe je dingen omdat ze moeten gebeuren. Soms doe je dingen zonder er bij na te denken. En later blijkt dat wat je gedaan hebt wel bijzonder goed van pas komt. Je zou achteraf dan kunnen zeggen dat je dat bewust gedaan hebt. Je bent immers zo ervaren en slim dat je wist dat je er heel veel profijt van zou gaan krijgen. De eerlijkheid gebied mij echter te zeggen dat ik vrijdag en zaterdagmorgen twee dingen gedaan heb die mij tijdens en na afloop van het loopje zaterdag erg goed van pas zijn gekomen maar dat van bewust handelen absoluut geen sprake was. Vrijdag zijn bij mij een paar plekjes met huidkanker weggehaald en zaterdagmorgen heb ik om mijn beste bidon een plastic zakje gedaan. Als ik een feuilletonschrijver was zou ik nu een voorlopig einde aan mijn verhaal breien want de vraag wat dit met een loopje te maken heeft kietelt de nieuwsgierigheid voldoende om lezers te laten terugkomen.
Hoe het ook zij; zaterdag stond etappe 2 van de Omringdijk op het programma. Tussen de 55 en 60 kilometer (afhankelijk van het wel of niet vinden van het bonuslusje) puur Hollands landschap. Ook al zat er, door het ontbreken van initiator Bram, een kleine domper op de feestvreugde, ik verheugde mij toch op het loopje. Het was de bedoeling om de tocht te vervolgen daar waar we de vorige keer gestopt waren. Bij het station van Schagen dus. Nu wist ik van de terugreis vorige keer dat dit een treinreisje van bijna 3,5 uur was. Toen ik echter met behulp van de NS-planner keek bleek de reis nu ineens ruim 4,5 uur te mogen duren, ik zou dus weer langer dan ik de voorafgaande nacht in bed had gelegen in de trein mogen zitten.
Nu weet ik als loper inmiddels dat het verschil tussen wind mee en wind tegen behoorlijk van invloed kan zijn op de tijd die je nodig hebt om een bepaalde afstand te overbruggen. Maar dat dit ook voor een trein zou gelden leek mij vreemd. Daarnaast vond ik het ook razend knap dat dit, zeker omdat de wind in Nederland niet steeds uit dezelfde richting komt, zelfs in de reisplanner verdisconteerd kon worden. Hier moest dus iets anders aan de hand zijn. En inderdaad:er zou aan het spoor gewerkt worden. Maar dat was geen probleem: de NS zou mij eerst naar Nijmegen brengen en dan van Nijmegen rechtstreeks naar Schagen. Nu is inmiddels wel bekend dat ik problemen heb met rechts en links; ik heb echter helemaal geen probleem met het verschil tussen Oost en West. Toevallig weet ik dat Nijmegen in het Oosten ligt en Schagen in het Westen. En ook al was het heel aanlokkelijk om voor hetzelfde tarief én extra veel kilometers te maken én extra lang in de trein te zitten, toch heb ik van dit genereuze aanbod afgezien. Het streelde trouwens wel mijn ego dat niet iedereen dit mooie aanbod kreeg, want de NS had ook busvervoer geregeld. Dat de eerste bussen echter niet zo vroeg als de eerste treinen vertrekken vind ik volkomen logisch, immers ook buschauffeurs hebben het recht om op zaterdag een beetje uit te slapen.
Door een strategische keuze van mijn vertrekstation kwam ik uiteindelijk toch rond 10 uur in Schagen. Inmiddels had ik vanaf Amsterdam ook gezelschap gekregen van mijn medelopers. Dit waren Wilma Dierx, Erwin Borrias, Selim Ilkin en Arnold van der Kraan. Ik mijn verslag van de eerste etappe heb ik de voorspelling gedaan dat het aantal deelnemers aan etappe twee 50 procent hoger zou zijn. Het doet mij deugd dat deze voorspelling uitgekomen is. Ter controle etappe 1: 4 lopers, etappe 2: 7 aanmeldingen en uiteindelijk 5 lopers. Dus 7 is 175 procent; 5 is 125 procent. Gemiddeld dus 150 procent. Controle berekening: fysiek aanwezig (5 lopers= )125 procent plus in gedachte bij ons (1 Bram=) 25 procent geeft samen 150 procent.
Toen wij in Schagen uitstapten liep de hele trein vol met lopers. Even dacht ik dat het allemaal mensen waren die ook mee wilden maar zich in de datum vergist hadden en dus naar Hoorn wilden. Bij navraag bleek dat niet het geval maar lopers uit de regio die ons alle ruimte op de dijken wilden geven en daarom ergens anders gingen lopen.
Het deed mij goed om te zien dat de gaten in de organisatie die door het wegvallen van Bram ontstaan waren spontaan opgevuld werden. Wilma werd navigator en Erwin gaf toelichting op de bezienswaardigheden. Het was ook ideaal loopweer, dus aan alle randvoorwaarden voor een perfect loopje was voldaan. Wel moet ik zeggen dat er in het eerste stuk van het parkoers een aantal stukken zaten die mij tegenvielen. En dat is natuurlijk een hele geruststelling. Op een gegeven moment dacht ik dat ze in de kop van Noord Holland ook al bergen hadden, alleen viel mij op dat daar niet bepaald een frisse Alpenlucht hing. Uiteindelijk ben ik tot de ontdekking gekomen dat nog steeds niet alle afval die wij produceren te verbranden is.
De laatste tijd heb ik tijdens mijn loopje niet al te veel last van mijn onwillige enkel. Helaas heb ik nu weer geleerd dat je nooit te vroeg mag juichen. Ik was dan ook in eerste instantie heel blij met onze pauze in Medemblik en dat kwam zeker niet alleen door het gebak. Sterker nog, ik vond het niet eens erg dat ik ijs in plaats van slagroom kreeg. Toen ik echter weer op gang moest komen ging het enigszins stroef. Dan is starten op zaterdagmiddag tussen het winkelende publiek wel een extra stimulans. Ik ben er nu van overtuigd dat indien je de eerste kilometer amper een stap kunt zetten dit veel meer indruk maakt dan wanneer je lichtvoetig weg spuit. So wie so is het prettiger voor de fans dat ze wat langer van je capriolen kunnen genieten.
Maar goed, toen ik eindelijk weer op gang was ging het gelukkig gewoon goed. Misschien kwam dat wel doordat ik na een paar honderd meter overvallen werd door de gedachte dat ik weer iets geniaals gedaan had. Toen ik namelijk mijn bidon leeg had en die dus wilde ruilen voor het volle exemplaar uit mijn rugzak bleek ik een plastic zakje met drinken bij mij te hebben. Omdat ik dat natuurlijk veel flexibeler vond dan een bidon heb ik van de bidon meteen afscheid genomen. Ik heb even overwogen om deze bidon dan maar te offeren aan de goden van het IJsselmeer. Maar toch besloten dat net als een piek op een kerstboom boven op het topje van de afvalberg een veel mooiere plaats was.
Inmiddels was ik er ook achter gekomen dat ik iets minder geniaals gedaan had. Ik had twee weken geleden tijdens de NEU mijn looprugzak in Duitsland achtergelaten. Gelukkig hadden mijn kinderen nog een mooi rugzakje met ongeveer dezelfde kleuren. Sinds zaterdag weet ik dat de kleur van een rugzak niets zegt over de bruikbaarheid. Na 21 kilometer ging aan de linkerkant het plastic onderdeel dat het riempje aan de rugzak bevestigt kapot . Na wat gefröbel heb ik dit kunnen verhelpen en ook al kwam dit het draagcomfort niet echt ten goede, het ging. Na 42 kilometer begaf ook de andere kant het en was ik blij dat ik inmiddels ruime ervaring had met het repareren van riempjes. Ondanks dat merk je op een gegeven moment toch wel dat een volwassen kerel van 194 centimeter een ander formaat rugzak nodig heeft dan een jongetje van 10 jaar.
Ondanks dit kleine ongemak was het laatste stuk van Medemblik naar Enkhuizen ontzettend mooi. En dat dat echt niet overdreven is kan aan de hand van de 283 foto’s die ik gemaakt heb wel nagegaan worden. Het was dus weer puur genieten. En toch was ik een beetje blij toen ik na een kilometer of 56 weer in de trein zat. Toen drong namelijk tot mij door wat er gebeurt als je gedurende de nodige uren je schouders en armen afsnoert met veel te strakke banden van een rugzak en daar dan ook nog door te warme kleren flink op zweet. Nu was ik heel erg blij dat ik de dag er voor bij de dokter geweest was en hij mij met een ongelofelijke voorraad antibiotica zalf naar huis gestuurd had. Ik verheug mij altijd weer heel erg om na een dagje plezier te kunnen genieten van het aangename gezelschap van mijn gezin maar nu verlangde ik nog meer naar ons medicijnkastje.
Het doet mij altijd veel deugd als organisaties zich uitsloven om het mensen naar de zin te maken. Normaal zou ik dan ook heel blij geweest zijn toen ik zag hoeveel bussen de NS geregeld had om de mensen vanuit Weert verder te vervoeren. Toen ik echter zag dat die allemaal net zo strategisch als ik op de parkeerplaats stonden en ik dus met geen mogelijkheid het eerste uur mijn auto van die parkeerplaats af zou krijgen werd die vreugde een klein beetje getemperd.