Als afsluiting van het jaar mocht ik rondlopen bij de K en C loop in Zwolle, de Eiswein lauf en de Decke Toennes.
Als je een hobby hebt wil je daar zoveel mogelijk over horen en lezen. Hoe men dat vroeger deed weet ik niet meer, maar tegenwoordig betekent het dat je heel wat tijd op het internet doorbrengt. Zo is het mij dus ook in het begin van mijn loopverslaving vergaan. Tijdens mijn omzwervingen belande ik bij ultraned.org. Daar was ik met name gefascineerd door de verslagen over de lange lopen in de natuur. Ook bleven sommige namen van lopers bij mij hangen. Een van de mooie dingen van internet is dat er naast tekst ook een ruim aanbod van beeldmateriaal is. Uiteraard kan ik hier weer de nodige grappen over maken, maar dat laat ik nu even achterwege. Zodoende kwam ik er achter hoe sommige van mijn voorbeelden er uitzagen. Groot was mijn verbazing toen ik aan de start stond van de Mergelland marathon en ik een loper zag in een groen-wit gestreept singletje. Dit was het onmiskenbare handelsmerk van Herman Euverman. Het heeft mij heel wat zelf-overwinningskracht gekost om deze man aan te spreken. Maar ik heb het uiteindelijk gedaan en tot mijn verbazing praatte hij gewoon tegen mij terug. Uiteindelijk heeft dit er toe geleid dat ik samen met Herman in de gedenkwaardige tocht dwars door Ierland de langst mogelijke omweg naar de cliffs of Moher heb ontdekt. Herman is ook de man die mij er van overtuigd heeft dat een glas Guiness prima te drinken is, mits goed gekoeld uiteraard.
Toen ik een oproep deed voor K en C loopjes was ik ook heel blij met de reactie van Herman die ons graag de omgeving van Zwolle wilde laten zien. Herman is namelijk ook de organisator van de Zuiderzee marathon en kent heel wat meer mooie stukken dan hij in de 42,2 kilometer van die marathon kan stoppen. In overleg met Herman had ik gekozen om dit loopje op zaterdag 5 december te gaan doen. Deze datum deed op de een of andere manier een belletje bij mij rinkelen. Toen ik in Zwolle aankwam viel pas het kwartje op zijn plaats: dit was de datum waarop in 1933 in de Verenigde Staten een einde aan de drooglegging kwam. Aan de regen die met bakken uit de lucht kwam te zien waren de weergoden dit uitbundig aan het vieren. Gelukkig stond er nog een stevige wind dus kon je met een gerust hart zeggen dat het echt Sinterklaas-weer was. Toch hadden Els, Renske, Ernst-Jan, Selim, Paul, Jean-Antoin en Jean-Pierre de reis naar Zwolle ondernomen.
Als ervaren K en C lopers hadden een aantal deelnemers droge spullen mee genomen. Om deze spullen droog te laten blijven hadden ze deze opgeborgen in de kluisjes op het station. Toen we in de startblokken stonden bleek de lopers-groep in twee kampen verdeeld te zijn. De ene groep was ervan overtuigd dat je de kluisjes vooraf moest betalen, de andere na afloop. Uiteindelijk kwam het erop neer dat een aantal lopers begonnen zijn met een felle sprint richting kluisjes. Ik heb toen geleerd dat als ik ooit nog een keer heel hard wil lopen ik mij alleen maar hoef voor te stellen hoe een zwerver mijn kleren staan.
Na dit kleine intermezzo gingen we door een wijk met allemaal kantoorgebouwen. Uiteraard was het daar helemaal uitgestorven op zaterdagmorgen. Tel daar bij de kou, regen en wind die tussen de gebouwen giert. Dit zouden ingrediënten zijn om te verlangen naar een warm bed. Niets is echter minder waar. Dit is gewoon leuk. Neus in de wind, haren, voor zover aanwezig, nat, bril beslagen en dan maar ploegen. Heerlijk gewoon.
Na een kilometer of twee was er geen stad meer over en ging het over allerlei dijken. Herman had het zo gepland dat we het eerste stuk de wind grotendeels van voren hadden en dat de regen zou stoppen als we wind mee kregen. Soms kwam je door een gehucht en werd het gevoel van alleen op de wereld zijn even wreed verstoord. Na een dikke 10 kilometer kwamen we door de dorpje Windesheim. Ik zal wel een van de weinige Nederlanders zijn de hier nog nooit van gehoord heeft. Even buiten dit dorp lag een gerestaureerde molen die door vrijwilligers in bedrijf gehouden werd. Hier werden onthaald op koffie en koek. Lopen door weer en wind is heel leuk maar door een glazen pui met een lekkere kop koffie naar het weer kijken kan mij eerlijk gezegd ook wel bevallen.
Vervolgens gingen wij richting Harculo en Oldeneel. In ieder geval bleven we in Overijssel ook al konden we kilometers lang Gelderland zien. Nog veel blijer was ik dat we nadat we van haar bij de molen afscheid genomen hadden we nog 3 keer Lineke, de echtgenote van Herman, tegen kwamen. Door de uitgebreide verzorgingsposten die zij ingericht had kan ik dus mijn verhaal over het Spartaanse van een K en C loop niet meer in stand houden. In ieder geval weet ik nu weer wat een echt Sinterklaasfeest is.
Zoals Herman beloofd had stopte de regen. Desondanks bleef het weer een mooie tocht. Er waren zelfs een aantal heuveltjes dus hebben we die dag alles gekregen waar een lopers-hart sneller van gaat kloppen.
Zwolle en omstreken is weer een stukje Nederland wat ik tot dat moment van naam kende. Nu heb ik daar een beeld bij. Op een gegeven moment kwamen we langs een plaatsje kwamen waar ik wel van gehoord had maar waarvan ik moet bekennen dat ik niet wist dat het in deze buurt lag: Zalk. Inderdaad van Klazien uut. Tenslotte liepen we ook langs de Vecht, toen werd ik even bang dat Herman er voor zou zorgen dat ik mijn eerste 100 M zou lopen. Dit was gelukkig niet het geval: de inwoners van Overijssel hebben gewoon gezorgd voor hun eigen Vecht.
Uiteraard heb ik weer een poging gedaan om het een en ander op de gevoelige plaat vast te leggen. Het zijn maar 133 plaatjes geworden, niet omdat er niet genoeg te zien was maar alleen omdat ik nog steeds wat moeite heb om met mijn geblesseerde vinger de camera te bedienen. Gelukkig hebben zowel Jean-Antoin als ook Ernst-Jan de nodige plaatjes geschoten.
Na een kleine 55 kilometer was het feest voorbij en mocht ik weer afdalen naar het zuiden. Tot mijn grote verbazing lukte het de NS om de treinen conform de dienstregeling te laten rijden. Zodoende kwam ik nog mooi op tijd thuis om de echte verjaardag van Sinterklaas op 6 december te kunnen vieren.
Ik geloof dat ik dit jaar heel regelmatig voor een stukje te lopen een dagje van huis geweest ben. Ik vond het dan ook tijd om weer eens iets leuks met mijn gezin te gaan doen. Ik heb dan ook heel spontaan mijn hele gezin uitgenodigd voor een weekendje “all inclusive”. Om het nog specialer te maken heb ik niet verteld waar we heen gingen alleen wanneer. Ruim een jaar geleden heb ik ook al een keer mijn vrouw op een weekendje Berlijn getrakteerd en moest ik verplicht van haar daar de marathon lopen. Nu wilde ik allerlei verassingen voorkomen en had ik zelf al voorzichtig gekeken of er toevallig op onze vakantiebestemming een stukje te lopen was. Het heeft mij trouwens heel wat moeite gekost maar ik heb helemaal geen details over ons tripje losgelaten. Wel maakte ik een keer de fout om te vragen waar de dopjes van de luchtbedden lagen. Gelukkig kon ik door een geweldig blabla verhaal, dat ik tot mijn grote verbazing blijk te kunnen ophangen, ervoor zorgen dat er geen verband gelegd werd tussen luchtbedden en ons tripje.
Vrijdagavond heb ik alle bagage en mijn hele familie in mijn auto geladen en de hele handel op de Duitse autobahn gezet. Ook al was er van alles te lezen op de borden ze hadden geen flauw idee waar het heen ging. Hoe langer het duurde hoe spannender het werd. Op een gegeven moment verlieten we zelfs Duitsland en ging het Frankrijk in. Nog spannender werd het toen het enige op de borden wat nog een beetje bekend was Basel was. Zwitserland dus. Vervolgens reed ik weer Duitsland in en waren ze weer letterlijk in duisternis gehuld. Uiteindelijk verliet ik de autosnelweg en ging het over b wegen en kwamen we ergens op een industrietrein bij het plaatsje Bühl uit. Daar draaide ik het parkeerterrein van een loodsachtig gebouw op. Heel triomfantelijk kon ik mededelen dat wij daar de komende twee nachten zouden gaan slapen. Ik ben de trotse vader van een dochter van net 13 jaar en een zoon van 11. Meisjes van 13 jaar hebben een heel mooie manier om je duidelijk te maken dat ze het ergens niet mee eens zijn. Mijn dochter is daar op het moment wereldkampioen in. Mijn mededeling dat wij daar gewoon op de grond in het gezelschap van een aantal wildvreemde lopers zouden slapen kon haar dan ook niet van gedachten doen veranderen. Tot mijn grote verbazing bespeurde ik ook bij mijn echtgenote iets in de trant van “als jij de volgende keer weer ergens wil gaan lopen, ga gerust; we zien je wel een keer terug komen”. Zo te zien was zij dus wel heel blij met mijn kadootje en had ik daardoor weer groen licht voor een jaartje loopavonturen. Mijn zoon die zag het trouwens wel helemaal zitten.
Eenmaal binnen zag het er heel gezellig uit en werden we letterlijk met open armen ontvangen door Brigitte en Rolf Mahlburg. Ook waren we precies op tijd om aan te schuiven bij het avondeten. De combinatie van ongedwongen sfeer, het onverwachte van het geheel en het feit dat mijn familie mij en mijn streken inmiddels wel een beetje kent zorgde toch wel voor een echt vakantiegevoel. Zeker toen ik ze vertelde dat ik morgen verplicht 10 uur moest lopen en zij de tijd winkelend in Baden-Baden moesten doorbrengen. Als klap op de vuurpijl heb ik toen nog uitgelegd dat het voor het bestrijden van de financiële crisis wel de bedoeling was dat het prijsverschil tussen twee hotelovernachtingen en het kamperen in een sporthal ook door hun bij de lokale middenstand besteed moest worden. Dit begrepen ze zonder verdere toelichting en opeens was het toch wel erg leuk om ergens in een sporthal op een matje te gaan liggen.
Ik had gepland om de volgende morgen samen met de lopers rond een uur of half zes op te staan, rustig te ontbijten en dan met de bus naar Offenburg te gaan en daar dan de hele dag te gaan genieten van de Eisweinlauf. Mijn gezin zou rustig kunnen uitslapen en dan naar Baden-Baden kunnen rijden. ’s Avonds zouden wij dan op de kerstmarkt weer verenigd worden en vervolgens gezamenlijk er nog een mooi weekend van maken. Ik was vergeten dat Rolf en Brigitte de sporthal moesten afsluiten en dus hoefde mijn gezin niet zolang uit te slapen. Spontaan besloten zij dan ook om mij naar de start te brengen en vervolgens ook nog naar de eerste verzorgingspost te komen. Kortom het zoveelste bewijs dat ik als loper wel heel veel geluk heb met een zo’n gezin.
Het was mij dus toch weer gelukt om aanwezig te zijn bij de Eisweinlauf. Ik ben om twee redenen hier blij mee; het is een hele prettige manier om een goed doel te ondersteunen en het is een heel erg mooie loop. Ik heb al een aantal keren deel mogen nemen aan de loopjes van Rolf en Brigitte (lees Laufendhelfen.de) waarbij alles wat de lopers betalen naar een goed doel gaat. Gewoon een reeel bedrag betalen voor een loop, geen ondoorzichtige toestanden en alles volledig transparant naar kinderen met de ziekte van Duchenne. En het vervolgens ook nog met behulp van creativiteit, inzet en sponsors het zó regelen dat de lopers absoluut niets te kort komen.
Misschien noem ik al heel snel een loop een mooie loop. Gelukkig komt dat niet omdat ik niet kritisch ben maar in de gelukkige omstandigheid dat er genoeg te kiezen is, zodat ik mij de luxe kan permitteren om alleen daar te lopen waar ik het mooi vind. Maar ook binnen mooie lopen is een rangorde te onderkennen. En deze stond vorig jaar in de top drie. Een bergloop in de sneeuw onder een staalblauwe hemel is toch wel iets vrij unieks. Je hebt het gevoel dat je deel uitmaakt van een kerstkaart. Mooier kan eigenlijk niet. En daarom is de kans vrij groot dat de volgende editie duidelijk minder mooi wordt. Eigenlijk moet je dan het lef hebben om niet meer te gaan. Dit lijkt een beetje op het stoppen op je hoogtepunt. Mooie theorieën maar naast de theorie heb je ook de praktijk. Je weet nooit hoe iets is voor je het gedaan hebt. Het dilemma dus van de arme man die moet controleren of de lucifers in een doosje het allemaal daadwerkelijk doen. Daarnaast is het ook zo dat als een loopje het ene jaar een 10 scoort en wellicht het volgend jaar een 8 je het nog steeds hebt over een prima loopje.
Dus ook al regende het dit jaar gedurende het eerste uur, het bleef een juweeltje. Het is gewoon een mooi en uitdagend stuk van Duitsland om te lopen. Dit is een van de parkoersen die mij heel erg goed ligt: de lange stevige stukken omhoog en de geleidelijke afdalingen op een prima ondergrond en dat een dikke 65 kilometer. Eigenlijk zou ik dus ruim op tijd in Baden-Baden moeten kunnen zijn om te voorkomen dat mijn gezin niet genoeg liquide middelen meer heeft. Maar hier staat de mooie combinatie van werkwoorden:”moeten kunnen zijn”. Er is een duidelijke afspraak: wij worden om klokslag 18:00 op de kerstmarkt van Baden-Baden door de Ober Burgermeister ontvangen. En met “wij” wordt de hele groep bedoeld. De afspraak is dus dat niemand de voorlopers inhaalt. Iedere loper heeft denk ik wel aan den lijve ondervonden dat te snel lopen een absolute garantie is voor het niet of veel later halen van de finish. Te lángzaam lopen lijkt een garantie voor een ontspannen dagje maar niets is minder waar. Dit is een uitdaging die behoorlijk slopend kan zijn. Hier is in mijn geval maar één oplossing voor, en dat is heel veel ouwehoeren en nog meer rondkijken en genieten. Gelukkig biedt deze loop daar alle gelegenheid voor. Je start met een kleine 100 lopers en bij iedere verzorgingspost (om de ca 10 kilometer) komen en er nieuwe lopers bij. Uiteindelijk zijn het er aan de finish zo’n kleine 200. Dus er zijn meer dan genoeg en steeds nieuwe mensen om een praatje te maken. Dit jaar was er geen sneeuw, althans niet de dikke pakken van vorig jaar maar toch blijft het een landschap er een waarbij je je ogen uitkijkt. Ik heb weer een poging gedaan om hiervan de nodige plaatjes te maken maar het zijn er helaas maar 133 geworden, dus de spalk zit nog steeds om mijn vinger.
Uiteindelijk komt dan het grote kippenvel moment. Je komt uit de bossen de luxe van Baden-Baden in, het licht van de kerstmarkt omringt je, het centrum van de markt vult zich met lopers. Boven op het podium staat de Ober Burgemeister, maar dat intresseert mij geen lor. Aan de kant staat mijn gezin en dat blijft voor mij toch het mooiste dat ik tijdens een loopje kan zien.
Tenslotte: als je maar genoeg moeite doet om de lucht uit de luchtbedden te halen is er in de kofferbak van een auto best veel plaats voor een heleboel plastic tassen met inkopen.
Op mijn verlanglijstje stond al lang een Decke Tönnes loop in de sneeuw. Ook al is aanmelden voor dit loopje niet nodig, toch had ik aan organisator Andreas even een mailtje gestuurd waarin ik hem vertelde dat ik weer van de partij zou zijn, tevens had ik van de gelegenheid gebruikt gemaakt om hem erop te attenderen dat hij de sneeuw dus kon bestellen. Toen ik voor de achtste keer door dat mooie stukje Eifel aan het ploegen was moest ik aan dit mailtje denken en aan sprookjes waarin iemand een fee tegen komt die hem een wens laat doen, die vervolgens letterlijk uitkomt.
Sinds ik een baan in Den Haag heb probeer ik mij er steeds van te overtuigen dat de voordelen van het wonen in het mooie Zuiden ruim opwegen tegen een iets langere woon-werk reis iedere dag. Dit zou dus de tweede keer moeten zijn dat ik in dit verslag het woord sprookje gebruik. Wat wel buiten kijf staat is dat ik relatief dicht in de buurt van de Eifel en Ardennen woon. Dus hoefde ik pas om 9:00 te vertrekken om ruim op tijd aan de start te verschijnen. Als compensatie voor het feit dat er even geen K en C loopjes meer gepland zijn mocht ik Els, Lianne, Martin en Jean-Pierre meenemen. Kortom het was al vanaf 9:00 beregezellig.
Het was een zeer voorspoedig ritje. Ik zag bij ons vertrek dat het -10 graden was. Maar een goedgevulde auto en op volle toren draaiende verwarming gaven ons niet de indruk dat het koud was. Zeker als je naar buiten keek en je de strak blauwe lucht zag, zag het er geweldig uit. De sneeuw die langs de weg lag versterkte deze indruk alleen maar. In Euskirchen aangekomen was de buiten-temperatuur – 14 graden. Mooi is te constateren dat mijn hersens schijnbaar ervan uitgaan dat als er hogere cijfers staan het ook beter is. En wie zeurt nu over zo’n onnozel streepje dat voor dit cijfer staat. Toen ik echter uit de lekker warme auto stapte begreep ik onmiddellijk wat dat mintekentje betekende.
Gelukkig ben ik een ervaren loper en op alles voorbereid. Dus zeer routineus toverde ik twee handschoenen uit mijn sporttas. En ook hier was iets sprookjesachtigs aan de hand, iemand of iets had mijn handschoenen omgetoverd in 2 linker handschoenen. Het is weliswaar een publiek geheim dat ik twee linker handen heb maar dit had echt niet gehoeven. Flexibel als ik ben heb ik nog geprobeerd om dan maar een linkerhandschoen aan mijn rechterhand te doen. Dit ging echt niet. Bovendien geloof ik dat mijn zoon het ook niet echt leuk gevonden had als ik door was gegaan om tegen beter weten in zijn handschoen aan te trekken. Ik was heel erg blij dat Martin aanwezig was, want hij is aannemer en die mannen toveren ieder probleem weg. Hij had een reserve paar handschoenen meegenomen en heeft een formaat handen die metseltroffels overbodig maken. Kortom, niets stond een geweldig loopavontuur in de weg.
Zoals reeds geschreven: het was koud en er lag een stevig pak sneeuw. Ik wist ook dat op onze weg naar boven naar de Decke de dikte van het sneeuw-pak zou toenemen en de temperatuur zou dalen. Maar als je maar eenmaal aan het lopen bent en lopen blijft hoef je daar niet veel last van te hebben. En dit was precies waar ik om gevraagd had. We waren met ik dacht een stuk of 16 lopers in de 11:00 uur groep; om 10:00 uur waren onder de bezielende leiding van Willem en Heinz ook een stuk of 10 lopers vertrokken. Als het goed is zwerven er ergens over het internet verslagen over mijn 7 eerdere deelnames aan dit loopje rond, dus hoef ik hier niet veel meer over te vertellen. Alleen in de sneeuw is het toch wel heel erg mooi. Je loopt echt in een kerstkaart. Kortom de kans om een hele geheugenkaart vol te knallen met foto’s. Zij het dat het aanzetten van een camera met temperaturen onder -15 graden een uitdaging is. Met handschoenen die stijf bevroren zijn en waarin een hand met een spalk zit is dit echter een uitdaging die ik niet opgelost krijg. Het is mij dan ook een volkomen raadsel hoe het mij gelukt is om toch nog 23 foto’s te maken.
Het was ondanks de kou weer een echt feest. Toch merkte ik dat Lianne het moeilijk had. Geen probleem, iedereen heeft recht op een mindere dag. In overleg met Andreas besloot ik dan ook bij Lianne te blijven zodat de rest van de groep in zijn eigen tempo door kon gaan. Gezien haar onervarenheid met dit soort ondergrond hebben wij besloten om de laatste lange stijging (een kilomter of 4) tot de Decke Tönnes maar te wandelen. Helaas betekende dat voor mij dat mijn hartslag bijna in de buurt van mijn rusthartslag begon te komen en dat is echt niet zo hoog meer. Op zich prima natuurlijk omdat ik zo ook mijn energie verbruik heel erg terugschroefde. En dat kwam heel goed uit want verzorging was er in principe niet. Het flesje sportdrank dat ik bij mij had was door dezelfde toverfee die mijn handschoenen bewerkt had omgetoverd in een ijsje. En ook al ben ik een grote ijsconsument, bij dergelijke temperaturen heb ik absoluut geen zin in ijs.
Boven bij de Tönnes waren de lopers allemaal al door. Gezien de kou heel verstandig. Gisela, de echtgenote van Andreas, stond met de auto klaar en kon dus mooi Lianne meenemen. Ook Andreas was er. Hij had wat trainingsachterstand en had van te voren al aan gegeven dat hij er op dat punt zou uitstappen. Ik zelf had lichte bevriezingsverschijnselen aan mijn handen opgelopen. Ik ging dus bijna letterlijk door de grond van de pijn. Het was zo erg dat ik er zelfs over gedacht heb om uit te stappen. Gelukkig werd mij die moeilijke beslissing uit handen genomen. Ik zag op eens Els en Jean-Pierre aan komen lopen.
Dit is een groepsloop in een heel uitgestrekt bosgebied. Er is in dat gebied geen bewoning o.i.d.. Orientatiepunten, routemarkeringen e.d. zijn er niet. Dan ben je dus als voorloper er verantwoordelijk voor dat je de lopers terug brengt. Zeker bij zo’n extreem weer! Andreas heeft er voor gezorgd dat er een andere ervaren voorloper was die de groep van de Decke verder bracht, maar bij de overdracht is er iets niet helemaal goed gegaan. Ik was dus heel blij dat ik net boven kwam toen Els en Jean-Pierre terugkwamen. Ik moet er niet aandenken wat er had kunnen gebeuren als er toen niemand meer geweest was.
Het positieve van dit alles is dat ik dus toch niet heb hoeven beslissen om uit te stappen. Daarnaast heb ik nog wat te vertellen: Els heeft op ultraned een heel mooi verslag over dit loopje gezet. Hierin vertelt zij ik dat ik ontzettend veel pijn aan mijn handen had omdat ik met een te laag tempo bergop heb moeten lopen. Meteen nadat dit verslag op het net stond kreeg ik een mail met de vraag wat er aan de hand was, of ik misschien op mijn handen berg op gelopen had. Het doet mij goed dat er mensen zijn die mij tot een dergelijke krachttoer in staat achten.
Door het feit dat ik weer kon rennen en wellicht met een beetje hulp van de adrenaline heeft het maar anderhalf uur geduurd voor ik weer gevoel in mijn handen had. Alhoewel dit niet correct geformuleerd is. Geen pijn meer is een betere omschrijving. Ondanks het gebrek aan orientatiepunten en het feit dat ik geen held ben in het vinden van routes lukte het mij heel prima om Els en JP de rest van de DT route te tonen. Rond kilometer 35 maakte ik een kleine fout doordat ik in een bosje een pad te vroeg in sloeg. Eigenlijk had ik dit meteen in de gaten maar onzeker als ik ben heb ik dit paadje toch maar een dikke kilometer in gelopen voordat ik de beslissing durfde te nemen om terug te lopen. Als ik dit niet gedaan had waren we veel te snel terug geweest om van een prachtige zonsondergang te genieten.
Achteraf kan ik best weer lachen om de communicatie storing. Het is in ieder geval weer een gedenkwaardig loopje geweest. Wel heb ik besloten dat ik er voor dit jaar mee ophoud. Ik weet ook wel dat 67 loopjes (4 marathons en 63 ultra’s) niet echt een reden is om even pauze te nemen. Maar ik vind het gewoon te koud. En Reinier Paping zal best gelijk hebben als hij zegt: “kou zit tussen je oren dus je kunt maar beter iets warms opzetten.” Ik denk dat ik ook nog een paar handschoenen nodig heb. En met een paar wordt niet bedoeld twee linker handschoenen.