In April ben ik even op de Rheingsteig en in Castricum geweest.
"Der Rheinsteig ist der unbequemste Wanderweg, um von Bonn nach Wiesbaden zu gelangen. Aber auch der schönste."
Etappelopen vind ik grandioos en het concept achter Laufend Helfen (www.laufendhelfen.de) draag ik een erg warm hard toe. Ik heb dan ook de uiterste moeite gedaan om mijn verlofkaart helemaal uit te wringen zodat ik bij de achtdaagse Rheinsteiglauf van de partij kon zijn. Om zeker te zijn van een startplaats had ik mij ruim van te voren aangemeld. Naast de aanmelding bestond mijn voorbereiding uit een vriendelijk verzoek aan mijn echtgenote om mij even naar Bonn te brengen en mij samen met een tas vuile was acht dagen later in Wiesbaden weer op te halen. Uiteraard stond zij te trappelen om mij dit plezier te doen. Toen zij voorstelde om hiervoor mijn auto te pakken, en ik zag waar Wiesbaden lag was ik spoorslag van de voordelen van het openbare vervoer overtuigd. Toevallig hoorde ik van Helmut Hardy dat er in Duitsland een kaartje was waarbij je met maximaal 5 personen de hele dag van alle treinen en bussen gebruik kon maken. Hiervoor diende wel 34 euro neergeteld te worden. En laat Helmut nu toevallig zo’n kaartje gekocht hebben om hiermee naar de Rheinsteig te reizen. Dus gaarne heb ik me opgeofferd om een vierde van de kosten hiervan voor mijn rekening te nemen. Omdat ik het langste van dit kaartje gebruik ging maken, kreeg ik dit kaartje samen met een beschrijving waarin stond op welk station om welke tijd ik verwacht werd, thuis gestuurd. Als ervaren openbaar vervoer gebruiker houd ik normaal gesproken altijd rekening met vertragingen. Omdat ik nu echter een heel duidelijke beschrijving van de plaats en tijd waar mijn medereizigers zich bij mij zouden voegen had,voelde ik die noodzaak veel minder. Prachtig hoeveel zelfvertrouwen je kunt ontlenen aan zo’n treinkaartje.
Ondanks dat ik dus werkelijk perfect voorbereid was besloot ik toch nog donderdagmiddag even naar het loopje te kijken. Op de een of andere manier was ik in de veronderstelling dat het een loopje langs de Rein betrof. Een vlak parkoers dus. Nu had ik al gezien dat de afstand Bonn Wiesbaden 160 kilometer is. De geplande tocht was echter 320 kilometer met bijna 14.000 meter omhoog en dus ook weer omlaag. Vandaar dus dat ze het steeds hadden over Rhein in plaats van Rein. Dit loopje had dus meer hoogtemeters dan de Swiss Jura; verrassend. Als je de hoogtemeters deelt door de afstand kom je tot een heel leuk gemiddeld stijgingspercentage. Hier had ik echter een mooie oplossing voor. Een aantal etappes waren korter dan de marathonafstand. De organisatie kende mij en wist dat ik nooit korter dan een marathon loop, dus was al afgesproken dat ik af en toe een stukje extra zou mogen lopen. Dus zou in ieder geval de noemer van de breuk veranderen.
Om allerlei problemen te voorkomen en om de deelnemers onderling te laten kennis maken werden de deelnemers op donderdagavond in een restaurant in Bonn verwacht en was er een slaapplek in de jeugdherberg daar gereserveerd. Ik was blij dat ik kon aanhaken bij de Rheinsteig veteranen Helmut, Martine en Gabi, ook al weet ik niet of de andere reizigers in de overvolle spitstreinen zo blij waren met onze bagage. Doordat dit jaar Pasen relatief vroeg viel hadden was de zomertijd al in gegaan en hadden we het genoegen om nog met daglicht in Bonn aan te komen. Zodoende zagen mijn reisleiders voor het eerst dat er gewoon een heel kort paadje naar het restaurant was en dat je helemaal geen uur door allerlei bosjes hoefde te ploegen.
Het eten en het samenzijn waren oergezellig en duidelijk de voorbode van een perfecte loop. Het eten was in buffetvorm en er stond een gigantische kom met het nagerecht. Wat het precies was kon ik niet ontdekken. Zelfs nadat ik hier een beetje van geproefd had, had ik nog geen flauw idee. Ook de andere aanwezigen hadden geen idee wat het was. Toen we klaar waren was de enorme voorraad niet noemenswaardig geslonken. Nieuwsgierig als ik ben, ben ik naar de kok gestapt en heb hem gevraagd wat dit voor een delicatesse was. Letterlijk zij hij:”Melk, suiker en iets uit een of ander pakje”. Toen hij mijn waarderende blik bespeurde voegde hij hier aan toe: “Het zag er inderdaad helemaal niet uit zoals de foto op het pakje, dus heb ik het maar een tijdje in de koelkast gezet. Maar ook dat hielp niet”. Toen ik dit hoorde moest ik aan mijn zoontje denken die op zesjarige leeftijd besloot om een toetje te gaan koken, het combineren van de inhoud van keukenkastjes en het gootsteenkastje levert soortgelijke resultaten op.
Aantal kilometers: 52,6 Omhoog: 2.700 meter Omlaag: 2.803 meter
Tijdens de het eten gisteren had Rolf ons nogmaals op het hart gedrukt dat het absoluut de bedoeling was dat wij op een aantal punten en bij de finish gezamenlijk zouden aankomen. Dit in verband met de aanwezigheid van de pers. In eerste instantie had ik iets van:”Pers, ik dacht het niet. Dit hoeft voor mij echt niet. Sterker nog, ik wil dit absoluut niet hebben.” Ook hier bleek weer dat het soms verstandiger is om even te luisteren en te begrijpen wat iemand bedoeld voordat je oordeelt.
Een van de doelstellingen van deze loop was het onder de aandacht brengen van het goede doel waarvoor gelopen werd. Dit was het onderzoek naar een genezing voor de ziekte van Duchenne (spierdystrofie). Vandaar ook het motto “Gesunde Muskeln für Kranke Muskeln”. Hiervoor was dus aandacht van de media nodig. En ik moet toegeven: de organisatie van media aandacht was perfect. De regionale kranten waren steeds op de hoogte, radio kwam regelmatig interviewen. Op een aantal plaatsen werden wij door de pers gespot en bij iedere finish was weer pers aanwezig. En toe ik mij eindelijk realiseerde dat het niet om het lopen maar om de aandacht voor de ziekte ging was ik meer dan bereid om daartoe mijn beste beentje voor te zetten. En gezien de reactie onderweg en de financiële bijdragen die in ruime mate werden verstrekt, werkte het echt.
Rolf had zijn briefing afgesloten met de opmerking dat hij zich de volgende dag wel zou verontschuldigen voor het feit dat de geplande afstand voor geen meter klopte. Op zich een heel interessante opmerking die mij de rest van de loop bijgebleven is.
Tijdens het ontbijt stonden plotseling en uiteraard onaangekondigd Heinz Jäckel en Willem Mütze voor onze neus. Heinz wilde nog even een paar etappes meelopen als laatste test voor de Trans Europa Footrace en Willem had nog een paar loopjes nodig om in de loop van dit jaar de 1000 vol te maken. Door de komst van Willem was plotsklaps de Nederlandse delegatie met 50 procent uitgebreid. Want naast ondergetekende was ook Kees Meeuwsen een van de 19 lopers die op de lijst stond voor alle etappes. Om nog maar even bij de cijfers te blijven: uiteindelijk hebben 73 lopers een of meer etappes gelopen.
Bij de start werden we allemaal getooid met ballonnen en moesten we even wachten op de komst van een groep kleuterschoolkinderen. Deze hebben de eerste paar honderd meter meegelopen. Geweldig! Uiteraard mochten wij ook bij hun finish meehelpen met het uitreiken van hun medailles en meegenieten van hun verzorgingspost. De kinderen hadden ook hun spaarpotten leeggemaakt en allerlei acties op touw gezet. Dit alles resulteerde in een prachtige cheque. Vervolgens ging het richting de markt van Bonn, waar de echte Rheinsteig route begon. Dus voor de start hadden we al de eerste 5 bonuskilometers binnen. Ook hier was weer pers, kleuters en mochten we dus nog een rondje door de stad hollen. Vervolgens werden we ontvangen door de burgemeester van Bonn en was er een uitgebreide verzorgingspost voor ons en een enveloppe voor het goede doel. Ook stonden hier een aantal lopers van een lokale loopgroep om ons op een gedeelte van deze etappe te vergezellen.
De eerste kilometers waren door de stad en langs de oevers van de Rein. Achteraf weet ik dat dit het enige stukje van de hele tocht was dat min of meer vlak was. Sinds lange tijd was het weer goed. Ruim 20 graden en strak blauw. Wat kun je nog meer wensen. Ik weet nog steeds niet hoe het kan, maar ik dacht vorige week geleerd te hebben hoe ik mij goed moet voorbereiden op een stukje lopen. Dit is helemaal niet moeilijk en goed samen te vatten in een woord: DRINKEN. Dus had ik deze ochtend volstaan met het drinken van precies twee kopjes koffie. We zullen het er maar op houden dat ik soms wat traag reageer.
Ik had mij voorgenomen om alle stukken bergop te rennen. Dit heb ik ook de hele dag volgehouden. Toen tot mij doordrong dat ik weer te weinig gedronken had ben ik dit toch blijven doen. Het woord rennen kon echter vanaf dat moment beter vervangen worden door het woord harken. Ook had ik mij voorgenomen om zo veel mogelijk bij de groep te blijven. Kortom ik heb heel veel en heel lang van alle uitzichtpunten kunnen genieten.
Het was een spectaculair mooie tocht. Het lukt mij echt niet om dit met woorden te beschrijven. Ik heb een poging ondernomen om dit met foto’s (209) vast te leggen. Maar je moet in de gelukkige omstandigheid zijn om hier zelf aan te mogen deelnemen om dit echt te ervaren. Enige letterlijke hoogtepunten waren de Petersberg en de Drachenfels. Dat er genoeg moeite gedaan was om alle hoogtepunten in de route te stoppen blijkt wel uit het feit dat de normale afstand tussen Bonn en Unkel een kleine 20 kilometer is; wij hadden er ruim 52 voor nodig. Maar er is in dat gebied ook geen enkele heuvel die wij niet op gelopen zijn. En nu we het toch over kilometers hebben: volgens het programma was deze etappe 44,2 kilometer. Vandaar dus de opmerking over de foutieve afstanden.
Op de laatste 15 kilometer zijn wij vergezeld door een parlementslid en die vond het zelfs zó leuk dat hij de volgende dag ook nog een stuk heeft meegelopen. Bij de finish heeft hij voor een paar dienbladen bier en water gezorgd heeft. Vreemd was trouwens wel dat het bier meteen op was en het water niet.
Op ongeveer twee kilometer voor de finish was er een winkeltje. Hier heb ik nog snel een grote fles cola gekocht. Toen ik afrekende begon de winkellier te zeuren over het feit dat hij statiegeld in rekening wilde brengen. Ik legde hem uit dat dat niet nodig was. Terwijl hij de zin uitsprak dat dit wel het geval was had ik de hele fles al netjes door mijn keelgat geschud. De grote ogen die de man zette zullen wel veroorzaakt zijn door het feit dat hij voor de eerste keer een Hollander zag die gelijk kreeg. Toen ik de fles terug gaf zag ik pas hoe erg ik er doorheen zat: ik had cola light gedronken!
Na een toespraak van de burgemeester en de gebruikelijke enveloppe volgde nog een uitnodiging van de plaatselijke turnvereniging om die avond naar hun toe te komen om daar een aantal lenigheidoefeningen te doen. Ondanks dat ik hiervan heb afgezien kon ik terugkijken op een hele mooie eerste etappe en kon heel voldaan na het douchen aanschuiven aan een zeer rijkelijk voorzien avondmaal.
Aantal kilometers: 45,2 Omhoog: 2.149 meter Omlaag: 2.115 meter
Op de meet and greet hadden wij ook “bedrijfskleding” gekregen. Het was de bedoeling dat wij dit T-shirt zo veel mogelijk zouden dragen. Echt schoon was dit na de eerste dag niet meer. Dus heb ik voor de eerste keer in mijn leven kleren gewassen. Althans mijn T-shirt gedurende een gedeelte van mijn uitgebreide douchebeurt aangehouden. Tot mijn grote verbazing was het daarna weer wit en het ’s morgens zelfs zo goed als droog.
Na een inspannende snurkwedstrijd tegen Kees ben ik mijn dag begonnen met het drinken van 1,5 liter water en teven het inpakken van 2,5 liter in mijn rugzak. Aangezien ik na afloop van de eerste etappe ook nog 5 liter gedronken had was mijn vocht weer een beetje op peil. Om het evenwicht te houden heb ik tevens alles wat over was van het ontbijt netjes in mijn rugzak gestopt.
Vandaag stond een etappe van 42,9 kilometer op het programma. Ik voelde mij beresterk en had er ook echt zin in. Tot mijn verbazing zag ik dat er toch een paar lopers waren die een stuk minder fit oogden dan de eerste dag. Door de lokale lopers die ons vergezelden was als verrassing bovenop een berg (Erpel ?) een verzorgingsplaats ingericht. Tevens stond daar een onderwijzeres die ons een heel verhaal vertelde over de bewogen geschiedenis van die streek. Ook hadden we daar een mooi uitzicht op de overblijfselen van de brug bij Remagen.
In de loop van de ochtend werden wij verwacht in het prachtige stadje Linz. Daar stond de burgemeester, een verzorgingspost en een marsepein taart met het stadswapen. Zo’n taart is werkelijk optimale sportvoeding en zou bij iedere zichzelf respecterende marathon aangeboden moeten worden. Ik heb tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om het oude en prachtige gemeentehuis te bezichtigen. Toen ik een bordje las met de tekst “Betreten mit Feuer und offenen Licht streng verboten” wist ik waar ik als niet-roker naar toe moest. Ik heb dus zelfs de zolder van het gemeentehuis bezichtigd.
Waar ik de rest van de dag geweest ben weet ik niet maar ik heb prachtige burchten, mooie dorpjes en weidse vergezichten gezien. Onbeschrijfelijk mooi en weer goed voor 263 foto’s. Zodoende is het dan ook niet vreemd dat ik voor een marathonnetje bijna een hele dag onderweg ben geweest. Wat ik wel nog weet, is dat er op een kilometer of 14 voor de eindplaats van die dag een bezoekje aan een wijnboer ingepland was. Achteraf ben ik blij dat ik mij daar wat moed ingedronken heb, want de heuvel die daarna kwam was amper op te wandelen. Ik ga er trouwens nog steeds vanuit dat dit inderdaad zo moeilijk was door het stijgingspercentage en niet door de bloedworst die er bij de wijnboer gegeten was. Boven aangekomen zag ik dat wij nog steiler omlaag mochten. Als ik nu de foto’s bekijk dan breekt het angstzweet mij nog uit. Kortom het was weer ruim 45 kilometer puur genieten.
Aantal kilometers: 53,5 Omhoog: 2.560 meter Omlaag: 2.638 meter
Vandaag zat ook een lusje door de Westerwald in de route. Daarnaast had de burgemeester ons gisteravond al verteld dat wij door het binnenkort op te leveren waterpark zouden gaan lopen. Maar eerst kwam er weer lopers uit de regio. Deze hadden tevens een zeer aanzienlijke gift van de lokale carnavalsvereniging mee gebracht. Een van de lokale loopster was trouwens Brigitta Biermanski die in 2003 deelgenomen heeft aan de Trans-Europalauf.
Het waterpark hebben wij gezien, en ik heb besloten om daar toch maar niet met mijn gezin naar toe te gaan. Vlak daarna zag ik echter iets dat ik nog nooit gezien heb. Een vuursalamander. Na een pauze in de kantine van de tennisclub kwamen wij op een gegeven moment in de buurt van een dierentuin. Uiteraard moest er en rondje door de dierentuin gedraaid worden. Wel een heel aparte gewaarwording om op een zondagmiddag een rondje te rennen in een dierentuin. We zullen maar zeggen dat de apen eindelijk ook eens iets te kijken hadden.
Dit was weer een uitzonderlijk mooie etappe. De klimmetjes waren fel en soms erg lang. Maar de uitzichten des te mooier. Niet vreemd dus dat ik nog even 255 foto’s gemaakt heb. Ik heb weer heel wat burchten mogen bezoeken. Op een geven moment ging de tocht zelfs over het terras van een kasteel waar een redelijk exclusief restaurant gevestigd was. Ik vond het wel fun om in mijn frisgewassen bedrijfskleding op zondagmiddag tussen de poepie-chique-lunchende-mensen door te slalommen.
Op een kilometer of dertien van het eindpunt van die dag lag een groot restaurant met uitgebreide terrassen met een schitterend uitzicht. Gezien het geweldige weer en het feit dat het zondagmiddag was, was het daar overvol. Maar met wat passen en meten pasten wij er ook nog wel bij. Uiteraard had dit niets te maken met onze mooie en frisse bedrijfskleding. Nu is inmiddels wel bekend dat ik niet echt vies ben van een hapje eten. Maar ik heb wel geleerd dat ik beter kan wachten met het verorberen van echt zware maaltijden tot na het lopen. Dus toen een aantal loopmaatjes over gingen tot het bestellen van gebakken aardappelen met spek en spiegelei heb ik mij keurig beperkt tot het drinken van een Malzbiertje. Een godendrank die ik tijdens deze loop erg heb leren waarderen.
Toen we uiteindelijk in Koblenz aankwamen was er iets misgegaan en was er zowel geen burgemeester als ook geen pers aanwezig.
Aantal kilometers: 43,5 Omhoog: 2.292 meter Omlaag: 2.290 meter
Een tijd geleden kreeg ik een mailtje van Bram waarin iets stond in de trant “als jij een oude koffiepot hebt neem die dan mee als je de Rheinsteig gaat lopen”. Op zich was dit natuurlijk een helder geformuleerde boodschap. Toch had ik geen enkel idee wat ik hiermee aan moest. Ik heb diverse pogingen ondernomen om hierover iets meer duidelijkheid te krijgen, maar Bram bleef stoïcijns. Ik heb zelfs vlak voor mijn vertrek een verrassingsaanval proberen uit te voeren en iets gevraagd in de trant van “je zou mij nog even het verhaal achter de koffiepot uitleggen”. Maar Bram te slim af zijn lukt mij niet. Dus het antwoord:” gewoon meenemen” bracht bepaald geen licht in de duisternis.
Toen ik in de trein zat met Helmut, Martine en Gabi kon ik het uiteraard niet laten om langs de neus weg te vragen hoe het ook al weer zat met de koffiepotten tijdens de Rheinsteig. Zij lieten zich alleen ontvallen dat ik dat wel tijdens de vierde etappe zou merken. Toevallig hoorde ik ook dat Kees een mailtje met een tekst van soortgelijke strekking van Bram gehad had, en hij had gelukkig ook geen flauw idee. Tijdens de hele etappe heb ik dan ook extra goed opgelet. Ik weet niet meer wat er allemaal door mijn hoofd spookte maar ik ben steeds op zoek geweest naar iets waar ik iets zou kunnen doen met een koffiepot. De ondersteuning die ik hierin van de anderen kreeg was ook geweldig: ”nog 15 kilometer en dan zie je het vanzelf……”
Een van de lopers die ons die dag het eerste stukje vergezelde was Joachim Barthelmann. Joachim is bij de Trans-Europa footrace verantwoordelijk voor onder meer het uitzetten van de route en het regelen van de slaapplaatsen. Het was de laatste dag voordat Joachim naar Italië vertrok. Het is natuurlijk heel interessant om van zo’n insider een aantal smeuïge details over deze megaonderneming te horen. Daarnaast hoorde ik tijdens dit eerste stuk heel vaak het woord Ruppertsklamm. Ik had weer geen flauw idee wat dit was maar er werd wel met steeds meer ontzag over gepraat. Ook hoorden wij dat er midden in deze Klamm verslaggevers zouden staan om over onze capriolen daar verslag te doen en op de gevoelige plaat vast te leggen. Voor het zover was kwamen we eerst nog langs een uitzichttoren die helaas gesloten was omdat de trappen helemaal verrot waren. Jammer dat wij ons hiervan iets aangetrokken hebben want nu hebben we in ieder geval een aantal hoogtemeters gemist en waarschijnlijk ook een paar mooie capriolen.
Hierna kregen we de Ruppersklamm. Werkelijk spectaculair. Een lange en steile afdaling in een rivierbedding. Tussen de 214 foto’s van vandaag zitten er genoeg die een indicatie kunnen geven hoe geweldig dit was. Sommige stukken waren gezekerd met kabels maar er was nog genoeg om je volledige lenigheid en alle nog niet gebruikte spieren een uitdaging te bieden. In deze klamm kwam ik bovendien voor de tweede keer in mijn leven een vuursalamander tegen. Daarnaast ben ik ook letterlijk met mijn kont in het water gevallen, heerlijk verkwikkend.
Hierna werden we tevens door Joachim vergast op een verzorgingspost. Ben ik blij dat deze loop in de week voor Pasen is, dan zijn er immers allerlei soorten chocolade paaseieren beschikbaar.
Op onze bedrijfkleding staat ook de tekening van een van de vele burchten en vandaag hadden wij het genoegen om deze in het echt te mogen aanschouwen. Ook was er een geweldige pauze op een zonovergoten pleintje in een prachtig dorpje. Ook al heb ik geen haring, geen gebakken aardappelen en zelfs geen ijs gegeten, toch heb ik genoten.
Dit was de eerste dag dat de gelopen afstand korter was dan de marathon. Dus toen wij in onze etappeplaats ontvangen waren en de gebruikelijke formaliteiten afgewerkt hadden zijn Kees en ik nog een kilometer of 7 langs de Rhein gaan lopen. Dit was eigenlijk wel heel erg lekker.
Vreemd genoeg was ik toen het raadsel van de koffiepotten helemaal vergeten. Toen we ‘s avonds aan tafel zaten zei Rolf dat hij een heel speciale verrassing voor ons had. Hij was in die buurt opgegroeid en zijn moeder maakte soms voor hem een lokale specialiteit. Het restaurant waar wij zaten organiseerde heel af en toe een avond waarbij ze dan ook deze specialiteit serveerden. Na rijp beraad met Brigitte en zo te merken ook een zware discussie hadden ze besloten om het restaurant te overtuigen om dit ook voor ons te maken. Als ik het goed gehoord had heette het gerecht “debbeküchen”. Iedereen kreeg een grote en rijk gevulde gietijzeren pan voor zich te staan en een bord appelmoes. Ook zonder het gewicht van het gietijzer was dit wel een heel zware maaltijd. Omdat ik altijd het neusje van de zalm wil weten ben ik later met de eigenaar gaan praten. Hij heeft mij de hoofdlijnen van het recept verraden. Wij waren die avond met, dacht ik, 24 eters dus had hij 30 kilo aardappelen geschild. Per persoon kwam dit dus neer op ruim een kilo aardappelen. Daarnaast had hij per persoon een pond spek genomen en zeven eieren. Dit alles werd aangemaakt met puur varkensvet en daarin ook gebakken. Ik denk dus dat de term stevige maaltijd wel op zijn plaats is. Gelukkig kregen we ook nog allemaal de Duitse variant van een Bossche Bol XL als toetje. Eigenlijk was ik best blij dat ze vervolgens met een borreltje met het indrukwekkende alcoholpercentage van 50 procent als digestief kwamen.
Ik kreeg na afloop hiervan van Helmut nog een persoonlijk toetje. Hij vroeg mij of ik nu eindelijk wist hoe het zat met de koffiepotten. Zoals ik wel vaker doe met problemen die ik absoluut niet kan oplossen had ik dit helemaal verdrongen en moest ik ook bekennen dat ik nog steeds geen flauw idee had. Toen hij zei dat ik mijn hoofd moest optillen en ik dit ook netjes gedaan had, zag ik dat er in de eetzaal langs alle muren planken getimmerd waren. En hierop stonden ze inderdaad. Dit blijkt dus het product van de verzamelwoede van de vrijgezelle dochter des huizes te zijn. Dus als er toevallig nog ergens een vrijgezel rondloopt met een gezonde eetlust dan weet ik nog wel iets voor hem.
Aantal kilometers: 43,1 Omhoog: 2.033 meter Omlaag: 1.903 meter
Inmiddels was al weer de vijfde loopdag aangebroken. Vandaag werd onze groep onder meer verstrekt met een van de medewerkers van het Rheinsteig bureau, de organisatie die verantwoordelijk is voor het onderhoud en de promotie van de Rheinsteig. Wij hadden dus weer het genoegen om een onuitputtelijke bron van informatie in ons midden te hebben. Voor het vertrek heb ik nog even gevraagd of er misschien nog een portie debbeküchen over was. Gelukkig was dit niet het geval
Dit was de dag van de burchten en dus weer flinke stijgingen. Prachtig zijn ook de verhalen die hierbij horen. Zo denk ik dat iedereen zich wel een beeld kan vormen bij de kastelen van de “de twee vijandige broers”. En ook een verklaring voor de kogelgaten in deze twee kastelen. Ook de twee tegenover elkaar liggende kastelen Katz en Maus hebben originele namen en verhalen. En als je vervolgens weer een uitzichtpunt tegen komt met de naam 3 Burgenzicht weet je hoeveel moois er te zien is.
Tussentijds was er ook een rust in gepland in een cafeetje. Voor de eigenaresse ons naar binnen liet moesten we eerst naar de er tegen overgelegen feestzaal en daar onze rugzak afdoen en achter laten. Op zich zou ik bij zo’n verzoek eerder aan de handelwijze van roofridders dan aan die van een GASTwirt denken. Toen we het café binnen kwamen was ook dit raadsel snel opgelost. De eigenaresse was nogal gefascineerd door varkens. In het café was amper plaats voor gasten, het stond helemaal vol met varkens in alle mogelijke verschijningsvormen en formaten. Ook het stro en de troggen ontbraken niet.
De etappe van vandaag was de kortste met een geplande afstand van ruim 31 kilometer. Dus hadden Kees en ik nog een stevige afterparty op het programma staan. Het eindpunt was boven op de Loreley rots. Dit was trouwens een van de weinige locaties waar ik wel eens van gehoord had en eerlijk gezegd achteraf ook de minst spectaculaire plek. Er waren toch een aantal lopers die het heel erg moeilijk hadden en de groep lag behoorlijk ver uit elkaar. De afspraak was dat wij op een kilometer of twee voor het eindpunt weer zouden verzamelen. Toen wij daar kwamen vertelde Rolf dat wij die avond een verassingafspraak op een andere locatie dan ons hotel hadden. Het was dus de bedoeling dat wij tijdig in de hal van het hotel zouden verzamelen. Deze afspraak was over een uurtje. Kees en ik kregen toen toestemming om al naar het hotel te gaan, onze sleutel op te halen en ons marathonnetje af te ronden. Toen wij bij het hotel kwamen hadden wij ruim 32 kilometer op de teller. Dus voor de zekerheid moesten wij nog een kleine 11 kilometer. De Loreley is het hoogst gelegen punt dus wat we ook zouden doen we zouden niet alleen de kilometers moeten overbruggen maar ook nog flink wat extra hoogtemeters maken. Dus nadat we onze spullen op de kamer gelegd hadden en onze bidons gevuld hadden konden we even een flink stukje knallen. Dit ging verassend goed en was eigenlijk erg lekker om te doen. Veel tijd om te douchen hadden we niet maar toch waren we zo goed als op tijd op het afgesproken punt. Van daaruit ging het naar het bezoekerscentrum van de Loreley. Hier werden we ontvangen door de burgemeester, iemand van de ondernemersvereniging en de Loreley zelf. Daarnaast was de wijn die daar rijkelijk vloeide ook meer dan de moeite waard. De Loreley vertelde in haar toesprak dat ze het zo geweldig vond waar wij mee bezig waren dat ze best zelf graag een stukje mee zou gaan. Uiteraard werd haar verteld dat dat geen enkel probleem was.
Bij het eten heb ik mij weer eens van mijn beste kant laten zien. Het eten was prima en als bijgerecht kregen wij een soort aardappelballen. Uiteraard hebben wij die een aantal keren bij besteld. Op een gegeven moment zei de kelnerin dat zij niet zeker wist of er nog aardappelen waren. Laat ik nu toevallig vlak van te voren op mijn weg van het toilet langs de keuken gekomen zijn en een gesprek tussen haar en de kok gehoord hebben. De kelnerin zat zelf in de keuken te eten. Hierbij was zij aan het klagen dat de kok zo’n grote portie en vooral zoveel aardappelballen voor haar had gemaakt. Zij kreeg die niet op, en dus zou zij ze wel inpakken om mee naar huis te nemen. Het is dus een dol feest geworden om zoveel mogelijk aardappelen te krijgen. Uiteindelijk ben ik afgekocht met een paar extra toetjes.
Bij deze de rest van de foto's.
Aantal kilometers: 43,5 Omhoog: 1.955 meter Omlaag: 2.077 meter
Toen ik ’s morgens buiten stond stond daar de Loreley. Ook al had ze haar galajurk omgewisseld tegen een joggingpak, ik herkende haar meteen. Ze was het. Omdat het toch nog vroeg was en de copieuze maaltijd mij nogal zwaar op de maag lag twijfelde ik even. Ik heb even met de gedachte rondgelopen om te voelen of ze echt was en geen fata morgana. Bij nader inzien heb ik daar maar van afgezien.
Bij de groep begeleidende lopers was ook Ronald Nickel, een loper die onder meer in Nederland deelgenomen heeft aan de JKM en 120 van Texel. Ronald zou uiteindelijk nog stukken van de laatste 3 etappes meelopen en werd hierbij afwisselend begeleid door zijn echtgenote en zoon. Tevens organiseerden zij spontaan twee keer zeer uitgebreide verzorgingsposten. Bij deze posten verstrekten zij ook ruime hoeveelheden karnemelk een van de weinige sportdranken die ik gedurende mijn carrière nog nooit ben tegen gekomen.
Tijdens deze loop werden wij ook verrast met een bezoek aan de “Freistaat Flasschenhals”. Dit was een merkwaardig overblijfsel uit een bewogen periode uit de Duitse geschiedenis. Hier kregen wij twee niet alledaagse zaken tijdens een loopje, heel lekkere sekt en een heel interessant historisch relaas.
Deze etappe was volgens planning ruim 44 kilometer. Dus Kees en ik hoefden dus vandaag niet het gezelschap van de groep voor kortere of langere tijd vaarwel te zeggen. Dachten wij. De Rheinsteig is zeer goed gemarkeerd door haar blauw-witte logo. Op sommige plekken kom je het logo in geel-wit tegen. Dit zijn routes die je van de hoofdroute naar plaatjes brengen die aan de Rhein liggen. Toen wij de vrijstaat verlieten viel mij op dat ik geen blauw-witte tekens zag. Wel zag ik geel-witte. Omdat ik alleen een glaasje sekt gedronken had was dit dus echt zo. Op een geven moment hoorde ik Rolf zeggen dat dit stuk van de route veel mooier was dan het stomme stuk over de weg dat ze vorig jaar gelopen hadden. Naast de markeringen staan er ook regelmatig borden met de te lopen kilometers tot de volgende plaatsen. Toen ik bij zo’n bord de te lopen afstand optelde bij de afstand op mijn gps zag ik dat dit totaal minder dan 44 was. Sterker nog het was zelfs minder dan 42,2. Er waren steeds meer lopers die behoorlijk gesloopt raakten door het hele dagen onder weg zijn. Dus vielen er flinke gaten. Dus hebben Kees en ik maar besloten om een flink stuk terug te lopen. Ik kan nu een heel verhaal ophangen waarom het heel slim is om dit te doen als je net een stevige berg naar beneden gelopen bent, maar eigenlijk was het gewoon stom maar ook wel leuk. Hoe het ook zij, toen wij weer bij de eersten van de groep waren wisten wij vrijwel zeker dat wij aan het einde van deze dag weer een marathonnetje op onze lijst zouden kunnen bijschrijven. Als ik het toch over logica heb: ik heb die dag weer een staaltje vernuft gezien. Op de helling van een berg lag een kerkhof. Toen wij nadat wij hier naar beneden gelopen waren aan de overzijde weer naar boven liepen stond daar een man in werkkleding die ons vroeg om zo stil mogelijk te zijn. Nieuwsgierig als ik ben moest ik hier weer het fijne van weten. Er bleek aan de overkant op het kerkhof een begrafenis plaats te vinden. Eerst dacht ik dat we dus uit piëteit en respect voor de overledene zo rustig mogelijk moesten zijn. Dit was echter niet helemaal het geval. De man had een afstandsbediening voor de kerkklokken in zijn hand. Hij moest op het juiste moment de klokken laten luiden en hiervoor moest hij kunnen horen wat de pastoor zei. Op zich een prima benadering maar waarom de man niet gewoon ergens op het kerkhof ging staan was mij niet helemaal helder.
So wie so was dit een beetje de dag van het personeel. Want toen we boven op een berg met mooi uitzicht over de wijngebieden waren, zagen we daar een soort kast op een lange paal. Deze was tot de nok toe gevuld met flesjes wijn, althans toen wij daar aan kwamen. Er hing een briefje aan met de uitnodiging aan de dorstige voorbijgangers om zich zelf te bedienen en per gescoorde fles 2 euro in een potje te doen. Prachtig dat zo iets nog kan in deze tijd.
Toen we uiteindelijk bij ons etappedoel voor die dag arriveerden werden we daar onder meer ontvangen door de voorzitster van de stichting (Bennie en Ko) waarvoor we liepen. Als kleine blijk van waardering werden we getrakteerd op koffie met taart.
’s Avonds was er weer een burgemeester en tevens een aantal mensen van de Rheinsteig organisatie. Ook was genoemde voorzitster van Bennie en Ko er weer, samen met een van haar kinderen die helaas door deze verschrikkelijke ziekte getroffen is. Als je zo’n jongetje ziet dan besef je pas hoe dankbaar je mag zijn dat je gezonde kinderen en gezonde spieren hebt. Iets wat ik mij de komende tijd als ik weer ergens loop en ik voel een of ander ongemakje zeker zal herinneren. Tevens konden wij deze avond aan de stichting een cheque ter hoogte van 5000 € plus een hele stapel goedgevulde enveloppen overhandigen. Het vervulde mij met een bepaalde trots dat ik hier een klein steentje aan heb mogen bijdragen.
Die avond ging ik met een erg goed gevoel naar bed. Ik moest wel erg lachen toen ik zag dat er op de kamer die ik voor de zesde nacht in successie met Kees deelde heel romantisch mijn bed met een roos versierd was. Ik was blij dat er op Kees zijn bed ook een roos lag want anders had ik spontaan besloten om die nacht op de gang te slapen. Ook lagen er op onze bedden oordopjes. Dit in tegenstelling tot de vorige nacht toen er op ons bed een snoepje van marsepein lag. Dit laatste bracht mij op het idee voor een experiment de volgende morgen.
En natuurlijk nog wat plaatjes.
Aantal kilometers: 43,2 Omhoog: 1.792 meter Omlaag: 1.715 meter
Tijdens het ontbijt was het tijd voor mijn experiment. Met mijn meest onschuldige blik vroeg ik wie ook vond dat de snoepjes die op ons bed lagen wel erg taai waren. Tot mijn grote verbazing waren er twee lopers die deze mening deelden. Ik vroeg mijn nu werkelijk af of als de volgorde anders geweest was er nu lopers zouden zijn geweest die ‘s morgens de marsepein niet uit hun oren kregen.
Vanuit Assmannshausen gaat er een kabelbaan naar boven. Normaal vind ik dit een nutteloos vervoermiddel. Tijdens onze eerste klim die dag welke precies onder de route van die kabelbaan was, heb ik meer dan eens naar boven naar de kabelbaan gekeken. Dat toen de tong uit mijn mond hing staat buiten discussie. Of de oorzaak hiervan de inspanning of het verlangen om in zo’n gondeltje te gaan zitten was, weet ik niet.
Ook al heb ik deze dag maar 144 foto’s gemaakt toch was het weer een heel mooie tocht. Wel merkte je dat de heuvels een beetje minder hoog werden. Volgens mij hadden onze Oosterburen dit ook in de gaten en hebben ze om dit te compenseren een zeer groot beeld (Germania) geplaatst.
Ook dit was weer een etappe die korter was dan de benodigde 42,2. Omdat er geen echte tijdrovende activiteiten waren en één loper helaas het laatste stukje met de auto die de door Ronald georganiseerde verzorgingspost bevoorraad had was meegereden, waren we relatief vroeg in onze etappeplaats. Dus Kees en ik dachten even 6 kilometer te lopen en dan voor het eten nog wat extra tijd te hebben.
Maar eerst werden we op het historische gemeentehuis verwacht. Deze gemeente had de slimmigheid bedacht om voor ieder bruidspaar dat hier trouwde een wijnrank te planten. Vervolgens kreeg ieder bruidspaar ieder jaar na de oogst een fles wijn van deze speciale wijngaard. Dit bleek zo succesvol dat het een zeer grote wijngaard geworden was met een zeer goede productie. Dus de gemeente had nu een heel mooie voorraad wijn die ze graag aan speciale gasten schonken. Dus uiteindelijk waren Kees en ik aanzienlijk later terug van ons aanvullend stukje lopen dan gepland.
Die avond was alweer onze laatste nacht in een hotel en daarom het meest geschikte moment voor de “afscheidceremonie”. We kregen een prachtig ingelijste oorkonde. Een paar antiblaren sokken en een koffiemok. Voor mij als gebruiker van minimaal 30 kopjes troost per dag hét ideale geschenk om zeer regelmatig aan deze mooie en indrukwekkende tocht terug te denken. De 144 foto’s van vandaag zullen ook zeker nog vaak bekeken worden.
Aantal kilometers: 43,5 Omhoog: 1.518 meter Omlaag: 1.546 meter
Ook deze dag was de geplande afstand weer te kort. Omdat we niet wisten wat er allemaal ter afsluiting van deze loop op het programma stond, hadden Kees en ik besloten om voor het ontbijt al een stukje te lopen. Dus liepen wij om 6 uur ’s ochtends al door een totaal uitgestorven gebied te joggen. Het was die dag Goede Vrijdag en dus had iedereen vrij. We kwamen geen verkeer tegen maar wel heel dicht bij de bebouwing groepen reeën. Dus toen wij aan het ontbijt zaten na te genieten sloeg de honger toe. Of het hieraan gelegen heeft weet ik niet maar voor de eerste keer maakten wij mee dat het brood op was. Omdat ik toch niet de indruk had dat er tijdens deze tocht iemand ondervoed geraakt was, was dat niet echt dramatisch. Ik had van een aantal lopers gehoord dat zij tijdens voorafgaande edities van deze loop een aantal kilo’s bijgekomen waren. Omdat ikzelf altijd afval tijdens meerdaagse lopen, kon ik dit in eerste instantie niet geloven. Inmiddels kan ik mij wel voorstellen dat zij niet overdreven hadden.
Ik dacht dat ik redelijk had zitten tellen wat ik die dag aan extra kilometers nodig had. De “echte” Rheinsteig eindigt in Biebrich. Wij zouden dan nog van Biebrich dwars door Wiesbaden naar een groot thermaalbad lopen. Ik had begrepen dat de geplande afstand de afstand tot het eindpunt van de Rheinsteig was en dat hier nog de laatste 7 kilometer bij kwam. Toen ik de bordjes met de kilometeraanduiding zag bleek mijn kennis van de Duitse taal toch minder goed dan ik gedacht had. Wij moesten dus nog een behoorlijk aantal keer terug lopen om de te kijken hoe het er in de achterhoede voor stond.
De route liep ook door een kuuroord met de naam Slangenbad. Toen wij afdaalden naar dit oord zag ik over het pad een slang kruipen. Toen groeide mijn ego weer want schijnbaar begreep ik toch nog wel iets van de Duitse taal. Toen ik vertelde dat ik een slang gezien had kreeg ik als reactie dat dit niet waar was. Op dat moment was ik blij met mijn 131 foto’s van die dag. Maar ik heb ze niet als bewijs hoeven te tonen. Men vertelde mij dat ik een hagedis gezien had. Ik ben waarlijk geen reptielen kenner maar het verschil tussen een hagedis en een slang denk ik toch wel te zien. Volgens mij noemen ze dat poten. Ik vond het dan ook een hele openbaring dat ze schijnbaar in Duitsland de potenloze hagedis hebben uitgevonden. Dus kregen zij gelijk en had ik geen slang gezien. Ik ga dan ook voorstellen om dit plaatsje maar Hagedissenbad te noemen.
Inmiddels was het dus weer vrijdag en zoals gezegd een vrije dag in Duitsland. Het laatste stuk langs de Rhein tussen allemaal flanerende mensen die van het stralende weer genoten was echt genieten. Opvallend was ook de verbluffend goede werking van de promotiecampagne. De mensen wisten waar wij mee bezig waren en het kwam regelmatig voor dat men ons geld toestopte voor het goede doel.
Omdat ik echt niet veel vertrouwen had in de zeer regelmatig wijzigende afstandsindicaties werd ik gedurende het laatste stuk toch een beetje onrustig. Uiteindelijk bleek het allemaal wel mee te vallen en heb ik zelfs 1.258 meter te veel genoten. Het zoute water van het thermaalbad was iets waar ik echt wel aan toe was. Even voor de goede orde: dit zout kwam niet van de ongedouchte lopers af. Helaas was de tijd die we hier konden ronddobberen een beetje beperkt want we werden weer verwacht door een burgemeester. Maar aangezien een vrijwel onuitputbare voorraad taart en drinken verstekt werd zal niemand mij horen klagen.
Uiteindelijk moesten we toch naar huis. Door de goedkope tickets waren wij verplicht van de regionale (lees: stoptreinen) gebruik te maken. Het was toch wel leuk om zo weer hele stukken terug te zien die we gelopen hadden. Toen pas realiseerde ik mij dat het toch wel een stevig stuk was wat wij gelopen hadden. Uiteindelijk was ik om 22:45 in Aken. De laatste trein naar Heerlen ging om 23:32. Ik had dus ruimschoots tijd om over te stappen. Deze trein was om 0:06 keurig op tijd in Heerlen. Hier was dus precies om 0:03 de laatste trein naar Sittard vertrokken. Dit kwam eigenlijk wel erg goed uit want ik wilde toch zaterdag een stukje lopen. Daarnaast kwam het so wie so goed uit want toen ik ´s middags mijn auto op het station wilde ophalen bleek die niet meer te starten.
Samenvattend:
Eerst maar even omdat het zo interessant staat wat cijfertjes:
Dag |
Afstand |
Omhoog |
Omlaag |
Foto’s |
1 |
52,672 |
2.700 |
2.803 |
209 |
2 |
45,207 |
2.149 |
2.115 |
263 |
3 |
53,478 |
2.560 |
2.638 |
255 |
4 |
43,446 |
2.292 |
2.290 |
214 |
5 |
43,056 |
2.033 |
1.903 |
170 |
6 |
43,453 |
1.955 |
2.077 |
238 |
7 |
43,198 |
1.792 |
1.715 |
144 |
8 |
43,453 |
1.518 |
1.546 |
131 |
|
367,965 |
16.999 |
17.087 |
1624 |
De eerste conclusie die getrokken kan worden is dat ik per saldo gewoon 88 meter bergaf gelopen heb. Nummer twee is dat ik steeds minder foto’s ben gaan maken. Briljante conclusies waar gelukkig niemand iets mee kan.
Waar het echt om gaat is dat ik kennis heb gemaakt met een ander aspect uit het grote spectrum van het loopgebeuren. Ik het genoten en ik heb gepresteerd en ik heb een kleine bijdrage mogen leveren aan hopelijk het bestrijden van een verschrikkelijke ziekte.
Toch nog even terugkomen op het presteren. Het staat buiten kijf dat ik voor een marathonnetje bijna een hele dag onderweg ben geweest. In de huidige cultuur waar Tijd met hoofdletters geschreven word en de eerste vraag altijd is “in welke tijd was je binnen” zal het woord presteren in deze context bij menigeen minimaal tot een lichte frons van de wenkbrauwen leiden. Bij het assertiverre gedeelte van de bevolking wellicht tot een beweging van een vinger richting voorhoofd. Ook ik moet eerlijk toegeven dat het wel enige tijd gekost heeft om bij deze manier van lopen mijn draai te vinden. En er zijn best en aantal ogenblikken geweest dat ik dacht ”jongens en nu gas er op”. Rekening houden met anderen is nooit mijn sterkste punt geweest . En dat heb ik geleerd
Toch ben ik hier een stuk sterker door geworden en durf zelfs te beweren dat ik hier bij mijn volgende loopje de vruchten van zal plukken. Ook is dit erg goed geweest voor mijn mentale ontwikkeling .
Een hele dag onderweg is niet slech. Als je dit snel genoeg leest rijmt het ook nog en is dit toch een mooi motto om mee af te sluiten.
(Foto Jo Lukasik)
www.delat.nl
www.funrunner-heerlen.nl
Aantal
meters omhoog: 915
Klik hier voor de route.
Zoals ik vorige week voorspeld heb liep ik in Castricum als een klokje. Dit woord klokje c.q. tijd zal trouwens in dit verslag de hoofdrol gaan spelen maar daarover later meer.
(Foto Paul Altena)
Dit jaar bestond voor ultralopers de derde keer de mogelijkheid om aan deze grandioze tocht deel te nemen. Ik weet dat de combinatie de Lat en Willem Mütze een synoniem is voor mooie, perfect georganiseerde en uitdagende loopjes. Toch was dit pas mijn eerste deelname. Bij ‘Castricum’ moet ik daarom altijd aan de jaren 70 denken. De herinneringen aan deze tijd komen niet terug omdat wij toen altijd daar op vakantie gingen of iets dergelijks, maar omdat ik in die tijd een heel veel en heel lange haren had. Mijn afwezigheid bij de twee eerder edities ontlokte Theo Kuipers de legendarische uitspraak:”Hier zal hij meer spijt van hebben dan haren op zijn hoofd”. Deze uitspraak bood mij de unieke gelegenheid om Theo eindelijk eens tegen te spreken. Immers meer dan haren op mijn hoofd is in mijn geval niet echt veel. Uiteraard baalde ik er echt van dat ik de eerdere edities niet mee kon doen en om dit in een mooie beeldspraak uit te drukken: “Ik zou willen dat ik zoveel haren op mijn hoofd had als ik spijt heb”.
Door mijn deelname aan de Rheinsteig voelde ik mij beresterk. Dus toen ik vorige week toevallig tijdens mijn omzwervingen op een atletiekbaan belande kon ik het niet laten om de jeugd (dus mensen die en 30 jaar jonger en 30 kilo lichter zijn) te bewijzen dat mensen die soms een werkdag voor een marathonnetje nodig hebben ook wel kunnen doorlopen. Zodoende werd er een tijdje 300’tjes gelopen. Het ging zo gruwelijk hard dat ik toen ik later de vastleggingen van de tijden in mijn Garmin zag ik mijn begon af te vragen of ik hem niet aan een echte loper had uitgeleend. Ik kan niet ontkennen dat ik toch wel erg leuk vond dat ik snellere tijden dan de jeugd liep. De volgende dagen heb ik gruwelijke spierpijn gehad. Zodoende werd ik de hele tijd aan mijn mooie prestatie herinnerd. Net op tijd voor het loopje in Castricum was deze spierpijn tot acceptabele proporties terug gebracht.
Omdat bij dit loopje aan alles gedacht was, was de start op een steenworp van het station. Alleen was het starttijdstip zodanig dat ik, als ik met de trein zou komen, ik al bij de start ruim een uur achter de eerste loper zou zitten. Dit vond ik enigszins overdreven en ook jammer van de tijd, dus besloot ik maar met de auto te gaan. Wilde ik op tijd zijn dan moest ik wel op een vroeg tijdstip vertrekken. Vrijdagavond hoorde ik dat Rijkswaterstaat dat weekend de A2 tussen Weert en Eindhoven een hele tijd ging afsluiten. Dus kon ik de tijd die ik die nacht in bed moest doorbrengen weer een beetje inkorten.
Mooi op tijd arriveerde ik om 7:45 in Castricum. Gelukkig had Willem besloten om de starttijd van 8:30 in 9:00 te veranderen. Dus had ik wat meer tijd om met alle aanwezige lopers even bij te kletsen. En bij sommige was het weer een hele tijd geleden dat ik ze voor het laatst gezien had. Tot mijn grote verbazing kende ik met uitzondering van één, alle lopers die aanwezig waren. Die ene loper herkende mij en kwam ook even een tijdje met mij een praatje maken. Tot mijn nog grotere verbazing waren er ook een aantal wandelaars die mij kenden. Zij kwamen naar mij toe en vertelden dat ze een tijd bezig waren geweest om een paar euro bij elkaar te leggen, zodat ik een paar nieuwe sokken kon kopen; want dit was eigenlijk geen ultraloop. Jammer dat ik mij dit niet tijdig gerealiseerd had. Het is, denk ik, wel duidelijk dat de sfeer in Castricum geweldig was. Zowel tussen de lopers onderling als tussen de lopers en de wandelaars.
We kregen zo als altijd weer prachtige persoonlijk startnummers. In mijn geval stond er onderstaande tekst op:”Ach Henk, je weet het wel he, voor psychische, medische of financiële problemen moet je niet bij ons zijn. Ook niet voor een simpel blaartje. Je mag ons bellen als je een paar lekkere potten bier voor je neus hebt staan en die met iemand wil delen. Succes met de loop!!” Dit was wel iets waar ik mij in kon vinden. Toch heeft het mij een hele tijd aan het denken gezet. Hoe kan ik nu weten of een pot bier lekker is, ik zou dus moeten proeven en als ik geproefd heb dan is er geen bier meer….
Zoals te verwachten kregen we van Willem weer de expliciete opdracht om te genieten en drukte de marsleider (Wim Bruggemans) ons nogmaals op het hart dat als we een tijdje (lees 500 meter) lang geen pijl gezien hadden we ons verlopen hadden en terug moesten. Netjes op tijd drukte ik de timer van mijn Garmin in en kon het feest beginnen. Een tijd die ik wilde lopen had ik uiteraard niet in mijn hoofd. Ik ging gewoon lekker op mijn gevoel lopen en voelde eigenlijk al binnen twee kilometer dat er een heel leuke eindtijd zat aan te komen. Maar los van die eindtijd was voor mij de echte doelstelling om te genieten. En alle ingrediënten voor een echt feest waren aanwezig. Het parkoers was schitterend. De naam bos, duinen en strand, doet al iets vermoeden, maar dat doet deze loop duidelijk geen recht aan. Door Willem, Jo Lukasik en door Paul Altena (en ongetwijfeld door een aantal wandelaars) zijn schitterende foto’s gemaakt. Die geven al een eerste indruk. Wat foto’s echter zeker niet kunnen weergeven is hoe lekker het soms rook. Uiteraard geeft zelf meedoen de beste indruk. Jammer genoeg hadden maar een 35 –tal lopers de tijd gevonden om dit ook daadwerkelijk te doen. Er was echt alles om je heerlijk uit te leven (lees: de tijd van je leven te hebben). Zand, klimmetjes en 3,8 kilometer over het strand met de wind pal op je neus. Ook de techneuten konden hun lol op met de boomwortels, de klimduin in Schoorl en trappartijen. Dit laatste deed mee erg deugd want ook al ging het heel erg soepel, trap aflopen kan ik niet meer; die tijd is voorbij. Ik denk dat het heel leuk was om mij te zien ronddraven als een jong veulen en vervolgens als een oud paard de trappen te zien afstrompelen. Tijdens ieder feest moet ook regelmatig de tijd genomen worden om de inwendige mens te versterken. Er waren 4 verzorgingsposten en ik heb een veel tijd besteed aan het bedenken wat ik nu het beste van deze posten vond: het grandioze aanbod aan versnaperingen of de aardige mensen die hier hun vrije zonovergoten zaterdag eraan besteedden om het ons naar onze zin te maken.
Thuis is mij geleerd om altijd alles op tafel komt op te eten. Ik weet ook wel dat ik dit niet letterlijk moet nemen, want ik ben niet alleen op de wereld. Toch heb ik bij de post van Willem en Annemarie geen vlaai gegeten. Dit heb ik (zoals altijd) heel bewust gedaan. Het feit dat een Limburger of zoals een Rotterdammer mij eens treffend beschreef: een vlaaienpoeper, een stuk vlaai laat staan verdient een nadere toelichting. Willem en Annemarie waren al een hele tijd in Castricum, meer specifiek vanaf vrijdag. Dus als de vlaai uit Limburg kwam had de bakker ze niet op zaterdag gebakken. Als zij ze op zaterdag gehaald hadden dan kwam zij niet uit Limburg. Dus hoe dan ook, was dit geen vlaai die je een Limburger kunt voor zetten. En op dit punt ben ik heel erg principieel. In dit verband verwijs ik graag naar mijn verslag over de Mergelland marathon van september 2007 (“Limburgse vlaai, de doping voor lopers”). Ik hoop trouwens wel dat mijn redenering klopt want anders ben ik door een denkfout een aantal stukken vlaai misgelopen.
(Foto Jo Lukasik)
Toch nog even terug naar het lopen. Toen ik na een kilometer of 15 het strand op ging lag ik tot mijn verbazing op de derde plaats. Dit is natuurlijk een positie waar ik niet thuis hoor. Ik mijn ooghoek kon ik zien dat dit probleem wel opgelost zou worden, want vlak achter mij zat Frans Cobben en daar vlak achter zaten Ida Verduin, Lex de Boer en Erwin Borrias. Allemaal lopers die een paar maten groter zijn dan ik. De route was uitstekend gepijld, maar op het strand is het vrij moeilijk om een plaats te vinden om een pijl aan te brengen. Hoe het kan weet ik niet maar altijd als ik bij een loopje van Willem ergens zit waar de kans bestaat dat ik de route kwijt raak komt op eens Frans aan gelopen en is mijn probleem opgelost. Dus ook nu weer. Dus mijn stukje strand bleef beperkt tot de afgesproken 3,8 kilometer. Echt een heerlijke kans om dankzij de stevige tegenwind mijn overtollige energie kwijt te raken. Achteraf hoorde ik dat er toch lopers zijn geweest die de pijl niet gezien hebben en heel wat langer van het strand hebben mogen genieten.
Bij de klimduin in Schoorl arriveerden we met zijn vijven. Het heeft mij mijn ijsje gekost maar toen vertrokken waren we nog maar met zijn vieren. Zo als altijd komt er bij ieder feest en tijd dat het voorbij is. Tot mijn verbazing en voor mijn gevoel veel te vroeg ben ik na Lex en Ida als nummer vijf weer bij de kantine van de voetbalclub in Castricum gearriveerd.
(Foto Jo Lukasik)
Willem was nog niet terug en kon hij dus ook niet de gelopen tijd vastleggen. Voor de zekerheid werd door een van de dames van de Lat toch maar aan ons de gelopen tijd gevraagd en dit op een briefje geschreven. Op mijn Garmin stond als tijd 5:42:55. Nadat ik Oscar, Arie, Lex en Ida gefeliciteerd had, ben ik mijn tas uit de auto gaan halen en gaan douchen. Omdat ik ontzettend zwarte voeten had van al het mooie witte zand duurde dit een hele tijd. Inmiddels was Willem gearriveerd. Hij constateerde dat als Lex en Ida voor mij binnen waren mijn tijd niet onder die van hun kon liggen. Dus was de conclusie duidelijk dat ik niet staat was geweest om de tijd van mijn horloge correct af te lezen. Gelukkig stond ik onder de douche en is mij weer een mooie preek bespaard gebleven. Of om het anders te zeggen mijn tijdsplanning was weer optimaal. Willem heeft toen de conclusie getrokken dat mijn tijd dus wel 5:52:55 geweest zal zijn. Op zich een prima oplossing en toch snapte ik niet wat er nu gebeurd was. Na een hele tijd dubben in de auto een slapeloze nacht kwam ik de volgende dag tot de conclusie dat ik in tegenstelling tot wat ik gedacht had ik de autopauze functie (dan wordt alleen de tijd geregistreerd die je in beweging bent en dus niet de tijd dat je stil staat) aan had staan. Dus de echte tijd die ik onderweg geweest was was 5:49:46. Nu staat dan ook vast dat Ida sneller dan de 5:50:00 die in de lijst staat was. Bovendien weet ik nu dat de vier verzorgingsposten en de sanitaire stops 6 minuten en 51 seconden gekost hebben. Dit is nu eens informatie waar ik iets aan heb. En nog belangrijker is dat een kleine 6 uur onderweg dit eigenlijk veel te kort is voor zo’n grandioze tocht. Zeker als je van Willem een zee van tijd krijgt om te genieten..
Zoals uit dit verslag blijkt, en ik altijd roep, vind ik tijd niet belangrijk daarom heb in dit verslag over een loopje van 60 kilometer 60 keer het woord tijd gebruikt.