Ik was in oktober bij de Peace Marathon in Košice , herfst Ultraloop in Berg en Dal. ,Ireland coast to coast en de marathon van Dublin.

5 October Peace Marathon te Košice.

www.kosicemarathon.com

 

Ik raak steeds meer geďnteresseerd in het hele gebeuren rondom de loopjes, dus toen ik de kans kreeg om deel te nemen aan de Peace Marathon in Košice heb ik dan ook heel dankbaar van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Ik vond het prachtig om overal terloops te laten vallen dat ik de marathon van Košice ging lopen. De eerlijkheid gebied mij echter te zeggen dat ik tot voor kort nog nooit van Košice gehoord had. Ik geloof trouwens dat er in Nederland nog wel een handvol mensen rondlopen die dezelfde kennis achterstand hebben. Ook wist ik niet dat dit de oudste marathon van Europa is en de op één na oudste ter wereld.

 

Deze stad is trouwens trots op hun marathon,want zij hebben een standbeeld voor de marathon opgericht. Tevens word de naam van de winnaar ieder jaar aan het beeld toegevoegd. Doordat de marathon nu al voor de vijfentachtigste keer gelopen wordt, moet het standbeeld wel regelmatig uitgebreid worden.

 

 

Roepen dat je naar Košice gaat is zo gedaan, maar je moet er wel nog even zien te komen. Tot mijn grote opluchting was ik er vrij snel achter dat Košice over een vliegveld beschikt dus dat bood perspectieven. Dankzij het onvolprezen internet vond ik snel een ticket vanuit Düsseldorf, weliswaar met een overstap in Praag maar dan kon ik ook nog pochen met het feit dat ik Praag geweest was. Dat ik in Praag mocht overstappen op een ruim 30 jaar oud propeller toestel maakte het alleen nog maar spannender.

 

Dus vol verwachting van alle aanstaande avonturen kwam ik uiteindelijk op Düsseldorf International. Als ervaren reiziger wist is meteen bij welke balie ik in mocht gaan checken. Geluksvogel als ik ben zag ik voor alle balies hele lange rijen alleen voor de twee die aangewezen waren voor mijn vlucht stond helemaal niemand. Dit kwam wel heel goed uit omdat ik op zijn zachts uitgedrukt niet extreem veel te vroeg voor de vertrektijd aanwezig was.  Toen ik echter zag dat niet alleen aan de voorkant van de balie maar ook aan de achterkant niemand stond werd ik duidelijk een beetje minder euforisch. Zou ik dan toch niet goed gekeken hebben en naar de verkeerde balie gelopen zijn? Een kort sprintje naar de schermen leerde mij dat zowel met mijn ogen als met mijn cijfermatig inzicht niets mis was. Vriendelijk edoch doortastend ben ik toen maar naar de eerste beste balie gelopen. Nadat ik iedereen die daar netjes in de rij stond tot vriend gemaakt had heb ik de mevrouw die achter de balie stond verteld dat de balies waar ik geacht werd in te checken onbemensd waren ( gelukkig was ik weer zo tactisch om niet het woord onbemand te gebruiken); de balie mevrouw complimenteerde mij met mijn opmerkingsgave en verwees mij uiteindelijk door naar een kantoortje in de centrale hal. Dit werd bemand door twee dames. Nadat ik hun mijn probleem uitgelegd had legden zij mij als wederdienst uit dat ik dus niet met de vlucht naar Praag mee kon. Een van de mooie neveneffecten van het lange afstandlopen is dat je niet zo gauw opgeeft dus zo snel gaf mij niet gewonnen. De vraag was wat nu de slimste strategie was: boos of superaardig worden. Als ik meteen boos werd kon ik daarna niet meer geloofwaardig aardig spelen.  Dus koos ik er voor om heel aardig te zijn. In ieder geval bereikte ik hier door dat een dame het hazenpad koos en de andere voor mij ging bellen. Vervolgens kon ze het hele gesprek samenvatten in een woord: “NEIN”.  Omdat ik voor de strategie van aardig blijven gekozen had gaf ik mij nog niet zo makkelijk gewonnen. Ik kon mijzelf niet zien maar ik kan mij voorstellen dat ik er in mijn Harley shirtje met mijn kale afgetrainde kop waarbij de stoom uit mijn oren kwam zo aardig uitzag dat die mevrouw dacht: die meneer ga ik helpen. Na een hoop lieve woordjes en relevante argumenten besloot ze nog maar eens te bellen (tenminste ik ga er vanuit dat ze de telefoon niet als verdedigingswapen wilde gebruiken). Uiteindelijk besloot ze geheel uit vrije wil om mij maar een blanco boardingpas te geven met een opmerking in de trant van “kijk maar of het lukt maar we beloven niets”. Nu heb ik een grote mond maar toen kneep ik het behoorlijk. Dus hierdoor extra gestimuleerd kon ik in volle galop richting veiligheidscontrole. Ik had geheel zelfstandig besloten dat mijn bagage onder de categorie handbagage viel. Gezien de grootte van mijn handen een absoluut pleitbaar standpunt. Zoals altijd als je enorme haast heb ging het bij de veiligheidscontrole helemaal mis en stond ik uiteindelijk op mijn sokken te onderhandelen over wat ik allemaal uit mijn “handbagage” moest achterlaten.

 

 

Kortom: na een zeer voorspoedige vlucht kwam ik op het vliegveld van Kocise. In Košice zou ik verblijven in een Resort op een kleine 25 kilometer buiten de stad. Nu weet ik inmiddels dat het Slovaaks een erg moeilijke taal is, het is dan ook niet echt vreemd dat het soms moeilijk is om voor een bepaald woord een equivalent in het Engels te vinden. Ik moet de eigenaren van dit oord dan ook complimenteren met deze zeer creatieve vertaling. Als ik er nu over nadenk was het eigenlijk de ideale plaats om je voor te bereiden op een loopje. Trappen lopen is een prima vorm van warm lopen; licht heb je niet nodig want dan kom je wellicht in de verleiding om te laat te gaan slapen. En het proberen om tussen een groep Oost-europeanen iets te eten te bemachtigen van een buffet is een prima oefening om zo efficiënt mogelijk om te gaan met verzorgingsposten.

 

Op zaterdag begon het enorm hard te regenen en te waaien, dus was ik erg benieuwd wat het weer tijdens de marathon zou zijn. Op zondag was het droog maar er stond wel een erg stevige wind. Dat mocht uiteraard de pret niet drukken. De marathon en de halve marathon startten gezamenlijk. Er waren zo’n 4000 lopers in het totaal. Het verschil met de startvakken in Berlijn  was wel opvallend. In Berlijn hadden zelfs de lopers de allergrootste moeite om in de startvakken te komen. Hier was het ietwat informeler georganiseerd. Iedereen die het leuk vond stond er gewoon; dus ook complete families die zelfs stoelen en koelboxen meegebracht hadden. Op zich is dit wel gezellig maar echt handig is het niet. Het kwam er dus op neer dat ik weer ergens achteraan hing.

 

De eerste 1,5 kilometer gaan over de winkel boulevard van Košice. Deze boulevard heeft in het midden een stroompje wat dan over gaat in een soort podium en dan een park . Daarnaast lopen tramrails en het geheel is heel decoratief  aangekleed met kinderkopjes. Tevens loopt er aan twee kanten een fietspad. De stroom lopers ging dan ook in twee stromen uit elkaar. Er waren een beperkt aantal lopers die geluk hadden; die konden over het fietspad lopen. Ik heb de unieke ervaring gehad om mijn eerste marathon over tramrails te mogen lopen. Na deze eerste 1,5 kilometer ging het de wijken van Košice in. Dit waren echte straten zoals ik ze mij van mijn eerdere bezoeken aan allerlei landen in Oost Europa kan herinneren. Ik had gelezen dat er 280.000 mensen woonden en wist nu ook hoe die op zo’n relatief kleine oppervlakte ondergebracht konden worden. Het is dus niet echt mooi, van de andere kant zet het je weer met twee benen op de grond en zie je toch hoe bevoorrecht wij hier in Nederland zijn. Degene die geďnteresseerd is naar wat plaatjes hiervan verwijs ik naar deze link. Zoals reeds gezegd stond er een zeer stevige wind (windkracht 6). Op de lange rechte stukken was deze zeer merkbaar aanwezig. Zoals gebruikelijk heb ik dan heel veel vrienden en liepen er hele volkstammen achter mij. Ik begin inmiddels vrij aardig onder dit soort omstandigheden te kunnen lopen. Deze marathon bestaat uit 2 ronden en de tweede ronde was ik precies 3 seconden sneller dan de eerste. Sterker nog: mijn snelste kilometer was 1 seconde sneller dan mijn langzaamste. Ik was dus ondanks de kleine stijgingen en de wind perfect vlak aan het lopen. Na 3:19:38 was het feest voorbij en ik weer een medaille rijker.

 

Ik vond het best leuk om een keertje de oudste marathon van Europa te hebben gelopen, ik heb prima gelopen en weer een stukje van onze planeet mogen verkennen, maar ik vind een keer ook wel genoeg.

 

Voor de zekerheid nog even de animatie van de route.

2e Herfst-Ultraloop in Berg en Dal

www.funrunner-heerlen.nl

www.delat.nl

Vorig jaar had ik het genoegen om mee te mogen hobbelen in de eerste editie van de Herfst-Ultraloop in Berg en Dal. Toen was deze loop een complete verrassing voor mij. Ook al wist ik dat de combinatie de LAT en Willem Mütze een garantie is voor een mooie, uitdagende en goed georganiseerde loop, maar toch was ik compleet perplex van het moois dat daar geboden werd. Ik was zelfs zo onder de indruk dat ik, onder het mom van verkeerd lopen, heel wat kilometers extra gelopen had. Ik was dus voorbereid om een mooie tocht maar was wel in de loop van het afgelopen jaar gaan twijfelen of ik deze loop in mijn fantasie niet was gaan idealiseren. Vergelijkbaar dus met de marathonloper die tijdens de tocht alles verwenst en besluit om nooit meer en marathon te lopen en dan, naar mate meer weken verstrijken, het steeds geweldiger gaat vinden.

Samen met mijn loopvriend Thijs van Heugten kwam ik zonder problemen ruim 20 minuten voor de start bij de kantine van de tennisvereniging in Berg en Dal. Hier zat Willem al te wachten om iedere loper een voor hem persoonlijk vervaardigd startnummer te overhandigen. Deze twintig minuten had ik ook zeker nodig om alle oude bekenden even te begroeten. Het aantal deelnemers was ten opzichte van het vorige jaar verdubbeld tot 40. Na nog een kleine worsteling met mijn sokken in de dameskleedkamer kon ik op de laatste rij voor de gebruikelijke foto voor de start gaan staan. Even ter verduidelijking mijn geheel eigen interpretatie van de begrippen rechts en links had er voor gezorgd dat ik zowel in de verkeerde kleedkamer zat als ook dat mijn sokken wel erg vreemd zaten.

Mijn doelstelling was simpel en duidelijk: heel rustig lopen en heel veel genieten en mij absoluut niet verlopen. Bij dit laatste had ik goede hulp gekregen van onze vrienden van de LAT, in tegenstelling van het systeem met kleurtjes van vorig jaar hadden ze nu heel duidelijke pijlen opgehangen. Op de pijlen stond zelfs de afstand tot de volgende pijl daarnaast hadden ze ook nog op de meeste punten met krijt pijlen op de grond aangebracht. Dit in combinatie met mijn parkoerskennis maakte mijn derde doelstelling absoluut realistisch.

Dus na het zeer beschaaft uitspreken van het woordje start door Willem kon het genieten beginnen. Zoals ik wel verwacht had nam Jan Nabuurs meteen de kop en vloog werkelijk de bossen in. Toevallig liep ik ook vrijwel vooraan samen met Michael Lorenz. Ik heb toen aan Michael voorgesteld om Jan even een kleine stimulans te bieden en (met de nadruk op) even keihard achter Jan aan te gaan. Dit is natuurlijk weer een briljante actie als je lekker rustig lopen wil.

Binnen een paar kilometer kon je al voorspellen hoe de binnenkomst bij deze loop zou worden. Jan zou waarschijnlijk nummer 1 worden, Michael zou daar achter zitten dan zouden Arie Froberg en Oscar Rouwhort volgen. Vervolgens vormde zich een groepje bestaande uit Frans Cobben, Kornel Taapke, John Bouwens, Jean-Pierre Gendrault, Jo Lukasik en ondergetekende. Van deze laatste groep had Frans die dag duidelijk de beste benen en zou zich dus na verloop van tijd zijn eigen tempo gaan lopen. Jo kreeg een aantal telefoontjes en moest zich daarom wat laten terugzakken. Binnen een kilometer was ik trouwens al mijn startnummer veloren maar dan zij de oplettendheid en lenigheid van John had ik hem meteen weer terug. Ik had weer eens duidelijk mijn verstand niet gebruikt en was veel te snel weggegaan, zeker als je bedenkt dat ik niet echt opgewarmd was en na ruim twee uur in de auto niet bepaald de soepelste spieren had. Als beloning hier voor zette zich na een kilometer op 5 mijn rechter voet/enkel helemaal vast en kon ik dus met rechts totaal niet meer afwikkelen. Dus werd het lopen een pijnlijke bedoening, eigen schuld dikke bult (letterlijk) dus.

Toch mocht dit de pret absoluut niet drukken. Het parkoers was meer dan schitterend en ook het weer was geweldig. Dus wat kun je als loper nog meer wensen. Via Westermeerwijk ging het richting Heilig Landstichting. Dan de Kwakkerberg op richt Beek Ubbergen. Tussendoor werd je nog beloond met schitterende uitzichten op de Ooijpolder. Rond Beek zat een punt in het parkoer waar de mogelijkheid reëel aanwezig was om je te verlopen. Vorig jaar liep ik op dit stuk in het gezelschap van Willy Jonkers en Willy voorkwam daar dat ik de mist in ging. Dit jaar had de organisatie het nog beter geregeld. Midden op straat stond daar Willem; en geloof mij maar dat manneke met schoenmaat 16 kan heel goed duidelijk maken dat je een verkeerde afslag neemt.

Kort hierna was de eerste zeer goed verzorgde verzorgingspost. Hiervan zouden er hierna nog 5 volgen. Die verzorgingsposten van de LAT zijn so wie so iets waar ik steeds naar uitkijk. Aardige en vriendelijke mensen en ze staan daar heerlijke botterhammen te maken. En niets is te veel moeite voor ze; sinds vorige week ben ik helemaal verslaafd aan botterhammen met Jam, kaas en dropjes. Om het gezond te houden uiteraard met bruin brood, toch hoop ik dat mijn kinderen dit niet lezen. Vorig jaar had ik de laatste verzorgingspost twee keer bezocht. Tot mijn genoegen wisten de bemensers zich dit nog goed te herinneren (het wordt misschien toch tijd voor een nieuw shirtje) en complimenterende mij met het feit dat ik dat dit jaar niet gedaan had. Dit kwam eigenlijk omdat er dit jaar een extra verzorgingspost was en ik dus geen rondje extra hoefde te lopen.

Niet verlopen stond ook op mijn lijstje. Het punt waar het vorige jaar zo gruwelijk mis ging stond nog steeds in mijn geheugen gegrift. Het parkoers was op dit punt aangepast dus kon ik hier niet de sier maken met het perfect volgen van de route. De afslag voor het punt waarop het vorig jaar voor de tweede keer mis ging heb ik ook gevonden. Vlak daarna stond de aparte verzorgingspost van Willem voor de lopers. Apetrots kon ik Willem dan ook vertellen dat ik mij niet verlopen had. Maar hoogmoed komt voor de val. Een paar honderd meter achter die post is de eerste Caferust. Netjes staat er dus een bordje en een pijl dat je daar naar links naar het café brengt. Tevens staat er precies op de hoek ook een pijl die je weer naar rechts terug op het parkoers brengt. Op de hoek van de straat voor het café ligt ook een parkeerplaatsje. Laat ik nu voor de eerste keer in mijn leven op dat punt het parkoers afsnijden en niet netjes over de stoep maar over de parkeerplaats lopen. Dus geen pijl en de verkeerde kant uit. Toen ik die straat afliep bekroop mij al het vermoeden dat dit niet goed was. Voor mij liepen echter de andere lopers, die dus wat minder krentenbollen gegeten hadden. Toen kwamen we op een mij zeer bekende rotonde. Midden op die rotonde stond vorig jaar Ria Buiten, en wij dus ook en waren finaal de weg kwijt. Deze rotonde heet trouwens van nu af aan de Ria Buiten rotonde. Van de andere en ook verkeerde kant kwam Ton Peters. Ton had vorig jaar ons gemiskleund ook meegemaakt. Ton is altijd de vrolijkheid zelfe maar toen hij mij weer op dat punt zag was zijn smile nog tien maten groter. Door Ton werden wij weer terug op het parkoers gezet en konden wij onze tocht vervolgen. Ton mocht nog even terug naar de verzorgingspost en ik kon me er nu al op verheugen dat Willem mij bij de binnenkomst zou feliciteren met mijn parkoerskennis.

Tussentijds hadden we al kunnen geniet van het bedwingen van de Duivelsberg, waren nog even in Duitsland geweest. Nu ging het richt Sint Jansberg, dus een uitstapje naar Limburg. Daar mochten ook de Mookerschans en Mookerheide onderworpen worden. Uiteraard heb we nog meer mooie stukjes gezien. Voor de precieze route verwijs ik naar deze animatie en naar de foto’s van Erwin Borrias of de andere fotografen.

Ergens rond kilometer 50 had ik trouwens nog de gelegenheid om de ondergrond wel van erg dichtbij te bestuderen. Hoe het gebeurd is weet ik nog steeds niet maar ik maakte een complete koprol en toen nog een complete val voorover en schoof ter afronding nog een paar meter naar voren. Veel zag ik niet op dat moment maar wel zag ik mijn aanstaande loopje in Ierland  in het water vallen. Achteraf gezien zag het door de kapotte kleren en het bloed in combinatie met het vuil wel heel indrukwekkend uit. Toch was ik ook wel een beetje trots op mij zelf; ik had al zeker 35 jaar geen koprol meer gemaakt en nu maakte ik zo maar spontaan anderhalve .

Na 6:08 kwam ik als nummer 7 binnen. Nadat ik een oplossing gevonden had voor het feit dat mijn kleren nog in de dameskleedkamer hingen was ik zo gedoucht en kon ik bij Willem een medaille, een mooie pet en een oorkonde in ontvangst nemen. Deze oorkonde was voor mij wel en heel aangename verrassing. Want hier stond naast een actiefoto van mij en de gerealiseerde tijd ook op dat ik op de derde plaats geëindigd was. Nu weet ik 100% zeker dat ik als 7e binnenkwam, maar ik ben te verlegen en heb ook te veel respect om met de organisatie in discussie te treden. Toch heeft mij dit wel heel wat uurtjes uit de slaap gehouden. Ik denk dat ik inmiddels de oplossing voor dit raadsel heb. Bij veel sporten krijg je een extra waardering van de voor de moeilijkheidsgraad van de uitgevoerde oefening. Het kan dus niet anders zijn dan dat ik voor het maken van een perfecte koprol zo veel punten gekregen heb dat ik hier door hoger geëindigd ben dan de jongens die alleen maar wat sneller gelopen hebben.

Afsluitend kan ik stellen dat ik mij zeker niet vergist had en ook mijn indrukken van vorig jaar niet geďdealiseerd heb; dit is toch een van de mooiste lopen die ik ken. Het moge duidelijk zijn dat ik volgend jaar op 10 oktober weer van de partij ben.

19 tot en met 26 oktober Ireland Coast to Coast

www.funrunner-heerlen.nl

Dag 0 De inleiding

Klik hier voor alle foto's van deze dag.

 

Willem Mütze liep al lang rond met het idee om een loopje dwars door Ierland te organiseren en op een gegeven moment besloot hij dat 2008 het jaar was dat dit moest gebeuren. Negen lopers mochten deelnemen. Het ging snel met de inschrijving. Op het moment dat de aanmeldingsmogelijkheid op zijn website stond, waren ook meteen alle startplaatsen vergeven. En laat ik nu toevallig een van die startplaatsen gekregen hebben. Ik weet niet of ik soms toevallig op het juiste moment op de juiste plek ben of dat ik gewoon heel veel geluk heb.

 

 

Op de lijst stonden bovendien: Willem himself, Theo Kuijpers, Thijs van Heugten, Martin van Nieuwenhoven, Jos Broersen, Herman Euverman, Günter Meinhold, Ruud Jakobs en Annemarie Hosli. De verzorging tijdens de tocht was in handen van verzorgster Annemarie. En zoals later gebleken is dient VERZORGSTER met hoofdletters geschreven te worden en was zij de factor die er voor gezorgd heeft dat deze tocht zo goed verlopen is.

 

 

De meeste deelnemers waren ook aanwezig op de Ultraloop in Berg en Dal en daar kregen we na afloop door Willem onze psu voor Ierland uitgereikt. Deze bestond uit 3 regencapes, 3 petten een sweater en een reflectiehesje. Op de sweater en het hesje stond onze eigen naam en de tekst Irland 2008 Coast to Coast ultra run, 8 days 444 km. Dit is natuurlijk geweldig stoer spul om mee rond te paraderen. En ook de genialiteit van de tekst mag niet onvermeld blijven. Mensen die Engels spreken kunnen lezen wat je uitgespookt hebt maar ook de mensen die alleen Duits kennen weten waar je uitgehangen hebt. Helaas was er ook in Berg en Dal iets minder leuks gebeurd. Günter was gevallen. Na afloop liet hij mij zien dat er hierbij iets vreemds met zijn pink gebeurd was. Deze kon hij niet meer buigen en stond dus omhoog. Op dat moment dacht ik nog: dit is mooi meegenomen. Als hij straks in Ierland iets drinkt doet hij dat heel chique met zijn pink omhoog en wordt hij dus voor een Engelsman aangezien, tenminste zolang hij zijn mond houdt. Helaas heb ik dat niet mogen meemaken want in de loop van de week bleek dat hij tijdens zijn val ook een rib gebroken had en hij jammer genoeg niet mee kon. Balen dus voor hem maar ook voor ons.

 

De psu van Willem werd door Brooks aangevuld met een heel mooie set kleren; zodoende mocht ik de dag na Berg en Dal naar de marathon van Eindhoven om daar op de sportbeurs bij de stand van Brooks al dat moois in ontvangst te nemen. Voor mij was het wel even een heel vreemd gevoel om in een stad waar op dat moment een marathon gelopen wordt rond te lopen zonder dat ik zelf meedeed.  Mij viel ook op dat als je de aangeboden sportdrank drinkt en je loopt in je niet in je loopkloffie, dat dat spul voor geen meter smaakt. Maar dat ik daar kon paraderen in mijn shirt met opdruk Irland coast to coast maakte veel goed. Om de sterallures nog te vergroten moesten we daarna naar Weert voor opnames van de lokale televisie. Niet alleen verwachtten zij dat wij voor hen een stukje zouden lopen maar ook dat wij een aantal rek- en strek oefeningen zouden doen. Ben ik even blij dat het uitzendgebied van deze lokale zender net tot aan mijn woonplaats reikt. Op het moeten lopen tijdens deze opnames was ik niet echt voorbereid; gelukkig had ik de mooie nieuwe Brooks kleding en was ik dus weer prima in staat om door een overdaad aan verpakking het gebrek aan inhoud te maskeren. Helaas had ik geen loopschoenen meegenomen maar ook hier bood Willem weer een uitkomst. Het mogen lopen op een paar schoenen van Willem is wel een heel aparte ervaring. Ik ben bepaald niet gezegend met een paar schattige kleine voetjes, maar maatje 16 is echt groot. We zullen maar zeggen dat dit een heel apart gevoel van vrijheid aan de voeten geeft.

 

 

Na een zeer korte nacht stond zaterdagmorgen om klokslag 4 uur Willem bij mij voor de deur en ging het eindelijk eens zonder enige problemen richting vliegveld. Toevallig keek ik na verloop van tijd eens in de spiegel en zag ik dat Martin en Thijs achter ons reden. Om het milieu te ontlasten en de gezelligheid te vergroten hebben wat stuntwerk op de vluchtstrook verricht en konden we in een auto onze rit vervolgen. Tevens konden Martin en Thijs vanaf dat moment ervaren hoe het zou zijn als zij in Ierland tussentijds zouden moeten uitstappen en de rest van de loop tussen en onder de bagage zouden mogen doorbrengen. Achteraf is gebleken dat dit voor één van beiden als een absoluut onwenselijke situatie ervaren is.

 

Ook de rest van de groep stond keurig op tijd op het vliegveld en wij waren om even na 8 uur in Ierland. Willem en Annemarie gingen de huurauto halen en de voor de rest van de groep was een taxi besteld. Gelukkig had de taxi chauffeur ook een echtgenote met een rijbewijs en een auto dus hoefden we ons avontuur niet bij elkaar op de schoot te beginnen. Na een ritje van 1 uur en 45 minuten belanden we in Ballyvaughan. Tijdens de rit viel mij op dat de kwaliteit van de grote doorgaande wegen toch ietwat anders was dan wij in Nederland gewend zijn. Gelukkig hebben de Ieren daarom voor slechte wegen een snelheidsbeperking tot 100km/h ingevoerd. Voor mijn gevoel reden wij ietwat sneller. Een stiekeme blik op de snelheidsmeter (achteraf een heel goed woord) vertelde mij dat mijn inschatting van de snelheid fout was, want de naald stond zelfs een beetje onder de 100 en de snelheidsensatie werd dus waarschijnlijk veroorzaakt door het ontbeken van schokdempers. Later zag ik dat de cijfers op de teller geen kilometers maar mijlen aanduiden en ik dat ik wel degelijk een goed gevoel voor snelheid had. Ook realiseerde ik mij toen dat het lopen op dergelijke slechte en smalle wegen waar zo hard gereden werd voor een extra uitdaging zou zorgen. Ik heb met de chauffeur nog even over het weer gepraat. Hij vertelde dat ze vorige week in Ballyvaughan vloedgolven gehad hadden en dat er hierdoor panden beschadigd waren en auto’s in zee gesleurd waren. En ook de komende periode zou het weer slecht blijven.

 

Na een uitgebreid ontbijt stelde Willem voor om even een wandelingetje van een uurtje door de bergen te maken. Ondanks dat ze ook mee geweest waren naar Florence trapten twee lopers hierin en konden zij geheel onder de modder en met hun eerste schrammen van de doornstruiken na 4 uur bij ons in de pub aanschuiven. Iedereen was moe van het vroege opstaan en de reis en dus lagen we netjes op tijd in bed. Ik had trouwens het genoegen om de eerste nacht een kamer met Willem te mogen delen. Willem kon mij dan ook de volgende morgen verrassen met informatie die mij geheel onbekend was: ik blijk te snurken.

 

 Dag 1 Ballyvaughan –Lahinch: Het feest is begonnen

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

De doelstelling was om van de kust van de Atlantische oceaan tot aan de Ierse zee te lopen. In Ballyvaughan is een mooie pier dus het ideale startpunt. Daar moest dus de gebruikelijke startfoto gemaakt worden en dan kon begonnen worden. Na een serieuze worsteling tussen de wind en de vlag is de foto gelukt. Zoals een goede organisator betaamd liet Willem niets aan het toeval over. Om de goden gunstig te stemmen offerde hij dan ook zijn petje aan de god van de zee en wist ik waarom wij per persoon 3 petten gekregen hadden. Achteraf denk ik toch dat zijn communicatie met de god van de zee niet zo helder geweest is, want niet veel later gingen de hemelsluizen open.

 

 

 

 

Na een kilometer of 5 over de verharde weg gelopen te hebben riep Willem dat hij een mooi pad over de berg wist. We hebben dus over de berg gelopen, een pad heb ik niet gezien maar wel veel stenen, water en modder en alle mogelijke combinaties hier van. De foto’s spreken boekdelen. Het uitzicht was werkelijk spectaculair. Toen draaiden we naar het zuiden en kwam de echte storm. Dit was leuker dan een dagje pretpark. Je rent met alle kracht en komt niet meer vooruit; soms hang je echt stil in de lucht. Ik had van Willem de route gekregen en in mijn garmin geprogrammeerd. Uiteraard zat daar dit stukje route niet in; toch kwamen we naar verloop van tijd op de geplande route. Hier hebben we toen bijna een kilometer van gelopen en toen kwam het weer: “ik weet hier nog een mooi pad”.

 

 

Dat was het zeker en na een kilometer of 3 ging het over in een zogenaamde green road. Als je weet dat in sommige stukken van Ierland de modder groen is door de stront van de koeien dan weet je ook wat ze bedoelen met een green road. Inmiddels was het gestopt met hard regenen en gaan stortregenen. Dit in combinatie met de kwaliteit van de weg maakte het lopen voor mij als brildrager toch wel een beetje zwaar. Ik had ook geen flauw idee of de anderen voor, achter of naast mij liepen. Maar zoals altijd komt aan alle plezier een eind en kwamen we weer op geasfalteerde stukken richting oceaan.

 

 

Op een hoek stond Annemarie met lekker ijskoude cola. Zij vertelde dat Thijs en Martin al door waren en de rest dus ergens achter mij moest zitten. Willem kende de route en had een kaart en een garmin met de route, ik had ook de route in mijn garmin en zat daar weer op. Thijs en Martin wisten volgens mij alleen maar de naam van het eindpunt en daar zaten we volgens mijn calculatie nog meer dan 40 kilometer van af. Dus ik was wel benieuwd hoe dit zou aflopen.

 

 

 

Omdat het koud en nat was wilde ik mijn tocht vervolgen; op dat moment zag ik Herman in de verte aankomen. Spontaan besloot ik dan ook dat dat mijn renmaatje voor de rest van de dag zou worden. Nadat Herman gegeten en gedronken had en tevens zijn jasje verwisseld had, wat geen geringe prestatie in dat weer was, gingen we op stap. Laten we zeggen dat ik nog wat moeite had met het concept van het lopen op gps maar het fenomeen van de doodlopende start (cul de sac) zorgde er toch voor dat je na verloop van tijd weer op de juiste route terugkwam. De tocht ging richting de kliffen van Moher. Op een gegeven moment kreeg ik het gevoel dat ik daar heel dicht bij zat. Daar was ook relatief veel verkeer. De gps was echter van mening dat ik daar een andere kant uit moest. Wellicht was daar een voetpad en hoefde ik niet over de grote weg. Toen wij na een kilometer of 3 steeds lager en verder van de kust waren begon mijn vertrouwen in de techniek toch een klein beetje af te nemen. Gelukkig kwam er een kruispunt en leek de rechter afslag naar de kust de beste optie. Na een kilometer zat ik weer op de gps-route, alleen kreeg ik het signaal dat ik de verkeerde kant uitliep. Maar na een kilometer of 3 tegen het advies in gelopen te hebben kwam ik bij de parkeerplaatsen van de klif. En daar stond Annemarie en de rest van de groep, uiteraard zonder Thijs en Martin. Wij hadden dus een mooi en verkeersvrij alternatief gevonden voor de 200 drukke meters naar de klifs.

 

 

De klifs zijn werkelijk spectaculair zeker met de regen en de storm. Bij het vertrek vanaf de klif kon ik tevens de kop nemen want de komende kilometers waren voor mij bekend gebied. Vervolgens kon je met een bocht naar Lahinch of, zoals gepland met een heel grote omweg nog eens helemaal langs de kust. Gezien het hondenweer besloot Willem voor de eerste mogelijkheid te gaan. Nadat dit besluit genomen was stopte meteen de regen. Omdat er nog ergens een straat met de naam Holland was konden weg toch nog een lusje maken.

 

 

Langzamerhand begonnen we ons toch een beetje zorgen te maken over Thijs en Martin. Zoals het de komende dagen nog heel vaak zou gaan: als wij een probleem hadden mocht Annemarie dit oplossen. Uiteindelijk heeft zij de beide verloren zonen dan ook in een bushokje in Lahinch opgespoord. Na 54,91 kilometer en 1341 meter omhoog kwamen wij na 6:40 uur als een mooi stel verzopen katten bij de Bed and Breakfast aan. De mevrouw die dat runde was meer dan superaardig; zij bood aan om onze kleren te wassen en om te proberen om onze schoenen droog te krijgen. En inderdaad ’s morgens bij het ontbijt waren onze kleren mooi gewassen en gedroogd en onze schoenen droog. De nacht was ook apart. De B&B lag direct aan de oceaan op een klifje en het stormde die nacht behoorlijk. Het huis kraakte in alle voegen en de hele nacht rammelden er ramen en deuren. Als ik die nacht al gesnurkt heb dan kan absoluut niemand dit gehoord hebben.

 

Dag 2 Lanhinch – Tulla: Een klein stukje extra genieten

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

Etappe twee ging land inwaarts. De wind was nog steeds stevig maar wel in de rug. Er zijn die dag wel een aantal buitjes geweest maar doordat de regen van achteren kwam was het goed te doen. Het landschap was totaal anders dan de eerste dag. Zeer snel liepen Martin, Thijs en ik voorop. Het liep erg lekker en na een kleine 2:20 uur hadden we er al een halve marathon opzitten en stond er nog precies een marathon op het programma. Het lopen op de gps ging perfect. Vreemd was alleen dat we de eerste twee verzorgingspunten gemist hadden.

 

 

Gisteren moest ik om de haverklap plassen. En de hoeveelheid vocht die ik daarbij produceerde deed niet voor de Ierse regen onder. Ook nu was dat weer het geval. Gisteren had ik het ook erg koud gehad. Zo koud zelfs dat ik weer iets slims bedacht had. Ik was tegen een elektrische stroomdraad aan gaan plassen. Vandaag moest ik weer veel plassen maar had het gelukkig niet meer zo koud dat ik de truc met de stroomdraad moest herhalen.

 

 

De gps stuurde ons op een gegeven moment rechtsaf , weer zo’n mooie green road in. Willem had echter gezegd dat we vandaag alleen verharde wegen zouden lopen. Ik had zelf de route ingegeven en wist ook zeker dat ik geen onverharde wegen had aangeklikt. Tevens was de green road afgesloten met een hek, en het touw was erg goed dicht geknoopt. Dus konden we alleen maar concluderen dat we ergens anders rechtsaf moesten. Na verloop van tijd vonden we ook een weg naar rechts. Deze eindigde na een kilometer op het erf van een huis. Terug dus. Voor de gezelligheid liep vanaf dat erf een hond met ons mee. We hebben nog verschillende wegen naar rechts geprobeerd maar dat bleken altijd doodlopende paden te zijn. Toen zagen we er weer een. Toen we een stukje onderweg waren zagen we ook een auto de weg in komen. Dus dit zou wel eens en goede weg kunnen zijn. Helaas was dit de eigenaar van de hond die ons achterna was gekomen om zijn hond op te halen en inderdaad liep ook deze weg dood. Het mooie van een garmin is ook dat je steeds kunt zien hoever je van de route afraakt. Toen we bijna 5 kilometer van de route afzaten en ook helemaal door ons drinken heen waren zagen we een huis. Vanuit een raam dat een kiertje open ging hebben we een beetje water gekregen. Uiteindelijk hebben we een grote weg naar rechts gevonden. Na verloop van tijd kwamen we op die weg de postbode tegen. De routebeschrijving die hij ons gaf kwam er op neer dat we per saldo naar links moesten. Mijn gevoel zei dat we naar rechts moesten. Wij moesten naar Tulla en omdat ik het niet vertrouwde vroeg ik de goede man om de naam van de plaats waar hij ons naar toe stuurde te spellen; dat bleek Doolin te zijn; een plaats aan de oceaan waar wij gisteren door gekomen waren. Van Tulla had de goede man nog nooit gehoord. Op zich niet vreemd dat een postbode een redelijke stad die hemelsbreed 20 kilometer verder op ligt niet kent. Inmiddels was het onze reddende engel Annemarie met hulp van de onafscheidelijke tweeling Tom en Tom gelukt om ons te bereiken. Dankzij haar kregen we weer een idee welke kant het heen ging. Toen we een hele tijd gelopen hadden zagen we dat aan onze rechter hand het einde van de green road was, tevens zagen we daaruit de andere lopers komen. De bedoeling was geweest om aan de onderkant door het Burren National Park te lopen. We zullen maar zeggen dat wij de kaart op zijn kop gehouden hebben.

 

 

Vanaf dat punt liepen wij perfect via de gps. Omdat wij gezien hadden dat de anderen ook op de route konden blijven besloten wij maar weer op ons eigen tempo door te gaan. Op het moment dat we de wind niet meer in de rug hadden kregen wij een fikse hagelbui, zodoende was het eerder opgelopen vocht tekort ook meteen aangezuiverd. Op 3 ŕ 4 kilometer van het einde kregen wij nog een fikse regenbui en deze zorgde ervoor dat we werkelijk tot op het bot nat waren. Ons eindpunt noemden wij Tulla, maar was een gehucht voor Tulla. Toen wij dan ook met nog een kleine twee kilometer te gaan een onverharde weg opdraaiden, bevreemde mij dit niet. Toen het steeds dieper een bos in ging bekroop mij echter het gevoel dat het weer fout ging. Volgens de garmin zaten wij echter perfect op koers. De koers was dus goed maar men was vergeten om de B&B op dat punt te bouwen. Dus na verloop van tijd onze reddende engel weer gebeld. Maar hoe leg je uit waar je zit: ”Ik zit in een bos en zie bomen”. Gelukkig hadden we 1,5 kilometer terug aan de rechterkant een meer gezien. Jammer eigenlijk dat de rechterkant een beetje afhankelijk is van de richting waar je vandaan komt. En de volgende dag hoorde ik dat er in dat gebied 40 meren liggen. Toch heeft Annemarie ons na ruim 45 minuten gevonden. Helaas was ik vooral omdat ik door en door nat was toch wel een beetje verkleumd m.a.w. ik zat tegen onderkoeling aan. Maar goed na 77,15 kilometer en 1782 meter omhoog in 8:38 uur had ik toch mooi de tweede etappe in de knip.

 

 

Bij de B&B wilde ik even alleen maar douchen. Ook al wist Annemarie waar ze straks de tweede groep kon oppikken toch had ik, dacht ik, meer dan genoeg tijd om uitgebreid te douchen. Toen ik aan de knop van de douche kraan draaide had ik de kraan in de hand. Dit veranderde niet toen ik uit de douche stapte. Dus kleren aan en vragen of de mevrouw van de B&B dit even kon repareren. Wat dat betreft lijkt Ierland touwens wel op Nederland want ook zij moest hiervoor de hulp van het sterke geslacht inroepen. Om geen tijd te verliezen bood zij mij hun privé badkamer aan. Gelukkig had ik ook daar binnen de kortste keren de knop van de kraan in mijn hand. Maar goed drie maal is scheeprecht en in de derde douche kon ik weer proberen op temperatuur te komen.

 

’s Avonds gingen we eten in de Pub, dit was maar 11 kilometer van ons onderkomen. Toch besloten wij om met de auto te gaan. Na afloop van het eten werd er speciaal voor ons in de pub nog Ierse muziek gemaakt. Dit was oergezellig, toch ben ik rond 1:30 uur rustig terug gegaan om te slapen.

 

Dag 3 Tulla-Nenagh: Eindelijk een vlakke etappe.

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

 

Na mijn eerste full Irish Breakfast ging de tocht weer door. Nadat ik de eerste drie uur lang van het ontbijt heb mogen nagenieten, weet ik waar het woord full vandaan komt en besloot ik dat dat tevens mijn laatste full Irish zou zijn. Omdat Thijs te bescheiden is om voor hetzelfde inschrijfgeld zoveel kilometers extra te lopen als wij gisteren gedaan hadden, bestond de eerste groep vandaag alleen nog maar uit mij. Na een kilometer of 4 vond ik het toch onverantwoord om de hele tocht alleen te lopen en heb ik op Martin gewacht. Volgens Willem was het vandaag weer een vlakke etappe en zo te zien had ik geen negatieve gevolgen van de escape van gisteren. Het liep dus lekker en na 2:10 zaten er al ruim 20 kilometer op. Wij liepen perfect volgens gps en misten zelfs de verzorgingsposten niet. Alleen dat vlak bevreemde mij een beetje. Aan het einde van de dag hadden wij uiteindelijk 1405 meter geklommen, het is maar wat je vlak noemt. Het was weer een erg mooie etappe. Eigenlijk was het een flinke heuvel over, dan omlaag even om een meertje heen, dan weer een heuvel op en dan weer omlaag en omdat het zo leuk is nog een heuvel op en weer omlaag.

 

 

Op een gegeven moment gaf de gps weer een modderpad aan. Na mijn ervaring van gisteren heb ik niet meer getwijfeld; ook al ging het over een erf en waren er poortjes. Omdat groep twee gisteren heel stoer zei: ”die knopen in de touwen waarmee de hekken afgesloten zijn maak je toch zo open”, heb ik voor hen nog een paar extra puzzeltjes achtergelaten. Ik baalde dan ook toen ik het ’s avond hoorde dat zij dit pad niet genomen hadden maar gewoon de verharde weg gevolgd hadden. Ze hebben naast de puzzel met de knopen nog heel wat gemist. Modder en hele stukken waar je tot aan je kuiten door het water moest.

 

 

Omdat we aan het einde nog een klassieke green “cow” road te pakken kregen zijn we op de laatste nog bewust door een aantal plassen gaan lopen om onze schoenen een beetje toonbaar te krijgen.

 

 

 

 

Die dag zat het er na 54,12 kilometer of wel 6:09 uur voor Martin en mij op. Groep 2 vond dit een dergelijk schitterende etappe dat ze een paar uurtjes langer zijn blijven rondkijken. De B&B waar wij landden was erg chique. De eigenaresse had een lichte voorkeur voor hoogpolig tapijt en mooie vloerkleedjes. Ik kreeg de indruk dat ze de kleur van mijn loopschoenen, ook al had ik geprobeerd om ze in wat plasjes schoon te lopen, hiermee een beetje te veel vond contrasteren.

 

 

 

Stiekem had ik gehoopt dat ik even een paar uurtjes mocht bijslapen. Helaas ging die vogel niet op omdat ik de unieke kans kreeg om met Annemarie even boodschappen te doen. Gelukkig was ik wel op tijd terug voor het eten. 

Dag 4 Nenagh – 2 miles borris: Op weg naar het kasteel

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

Vandaag had ik mij voorgenomen om bij de groep te blijven. Dit is tot de eerste verzorgingspost perfect gelukt. Het lopen met de groep was echt leuk maar ik kwam absoluut niet in mijn ritme. Dus vanaf de eerste post zijn Martin, Thijs en ik ons eigen ritme gaan lopen. Ik denk dat Thijs weer bij ons zat omdat hij stiekem hoopte om ook met Annemarie boodschappen te mogen gaan doen. Aan Martin viel mij op dat hij op een andere manier ging lopen dan de afgelopen dagen. Zo te zien was er iets niet goed met zijn rechter been.

 

 

Ook het landschap begon qua karakter te veranderen. Dit is absoluut een van de mooie dingen van deze manier om een land te verkennen. Er waren weer stevige heuvels maar het zag er een beetje afgerond uit. Uiteindelijk kwamen we in een dorpje en hier zag ik voor de eerste keer een plaatsnaambordje. Volgens de gps moesten we links af. Tevens stond hier ook een wegwijzer en deze gaf aan dat de weg weer terug ging naar Nenagh. De afstand kwam vrij aardig overeen met wat we gelopen hadden. Gezien onze ervaringen van de afgelopen dagen was het niet onverstandig om even overleg te hebben met twee timmermannen die daar aan het werk waren. Ik praat geen Iers maar dat was niet nodig om te begrijpen hoe zij over onze tocht dachten. Uiteindelijk kwamen we er toch achter dat we op de goede route zaten. Het was Willem gelukt om een heel mooi lusje te construeren zodat we, ook al lag dat niet op de route, toch nog hadden kunnen genieten van de Silvermines en de Silvermountains.

 

 

Ons eindpunt van die dag van het kasteel van 2 miles Borris. De laatste vier kilometer ging langs een zeer drukke weg, helaas kon dat niet anders. Maar dit werd ruimschoots goedgemaakt door ons onderkomen van die nacht. Het kasteel dus. Omdat Thijs en Martin de laatste twee kilometer wilden uitlopen had ik de eer om door de kasteelheer ontvangen te worden. Een prachtig figuur met de nodige humor die in een goede roman niet zou misstaan. Dus echt weer iemand voor mij om een goed gesprek mee aan te gaan.

 

 

Omdat wij de eerste 3 waren hebben wij ons opgeofferd om in de zeer riante torenkamer te slapen. Om het leed voor de rest te verzachten heeft Willem wel in onze badkamer mogen douchen. Dat had er trouwens niets mee te maken dat Thijs in de badkuip van Willem’s kamer lag. Toen Martin zijn schoenen en sokken uitdeed was het wel even schrikken, zijn rechter achillespees was enorm opgezwollen. Dit voorspelde niets goeds voor de komende vier dagen.

 

 

Het ’s avonds hebben wij uiteraard op het kasteel gegeten en eerlijk gezegd vond ik dit nog leuker dan in een pub. Die nacht begon het weer te stormen en er is niets spannender dan in een torenkamer van een kasteel naar een storm luisteren. Op een gegeven moment werden wij wakker door een luide piep. Geen flauw idee wat dit nu was. Een kwartier later weer. Na een aantal keer ben ik mijn telefoon gaan uitzetten. Maar de piep bleef komen. Ook Martin heeft zijn telefoon uitgezet. Later heeft hij zelfs de batterij er uitgehaald. Vervolgens van alle apparaten de stekker uit het stopcontact gehaald. Niets hielp. Tegen de ochtend waren we er uit. In de nok van ons kamertje, op een meter of 4 hoog dus hing een rookmelder, en die was zo vriendelijk om te melden dat zijn batterij bijna leeg was.

 

 

Voor ik het vergeet: het was weer een vlakke etappe met 1386 meter omhoog en 58,53 km in 7:05.

 

Dag 5: 2 miles Borris- Bagenalstown: Regen, Regen en pijn

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

Bij het ontbijt heb ik nog even met de kasteelheer over de weersverwachting gepraat. Hier werd ik niet vrolijk van. Het positieve was dat hij het wel perfect voorspeld had. De eerste 100 meter was het droog en toen gingen de hemelsluizen open. De hele dag heeft het zeer hard geregend. Maar gelukkig klaarde het het laatste halve uurtje op.

 

 

De tocht was mooi. En dit was duidelijk de vlakste etappe met maar 1218 meter omhoog. Na een kilometer of 20 kwamen we boven op een kale hoogvlakte. En daar begon het te hagelen en te stormen. Normaal had je nog iets bescherming van de hagen en de muurtjes, maar daar was helemaal niets. Het is onbeschrijfelijk hoe koud je het dan krijgt en hoe ellendig je je dan gaat voelen. Gelukkig waren we niet al te ver van Annemarie met haar verzorgingspost. Met veel moeite heb ik daar mijn zware regenjas aangetrokken. Annemarie heeft mij mijn handschoenen aangedaan. Ik was daar absoluut niet toe in staat. Gelukkig hoefden we nog maar een marathonnetje. Hier kwam nog bij dat het met Martin zijn achillespees verre van goed ging. Maar goed, ook dit hoort bij dit soort tochten. Na ruim een uur begon ik een beetje op te warmen en ging het een beetje beter.

 

 

Een van de hoogtepunten die dag was Kilkenny met zijn abdij en kasteel. Om dit goed te bekijken zat er een extra lusje in het parkoers. Gezien het weer hebben Martin en ik hier letterlijk niet al te lang bij stil gestaan. Na Kilkenny waren het nog 25 kilometer tot onze finish plaats. Martin kreeg steeds meer last van zijn achillespees en sleepte eigenlijk zijn voet achter zich aan. Ik heb zelden iemand zo zien afzien. Ik probeerde, indien mogelijk, de plasjes nog enigszins te omzeilen. Martin ging er bewust doorheen om maar een beetje koeling te krijgen.

 

 

Na 7:08 uur hadden we er 61,35 kilometer en heel veel regen op zitten en waren weer bij superaardige mensen in een B&B beland. ’s Avonds kregen we hier ook het eten. Hoe het gebeurd is weet ik nog steeds niet maar iedereen kreeg zijn hoofdgerecht netjes voor zich op tafel gezet alleen mijn bord vloog vol over mij heen. Uiteraard heeft Willem hier heel mooie plaatjes van gemaakt. Dit soort dingen kunnen gebeuren, alleen jammer dat het mij gebeurde. Ik heb trouwens zelden iemand gezien die zich zo schaamde als de mevrouw van de B&B. Uiteraard bood ze meteen aan om mijn kleren te wassen. Voor de goede orde, dat schamen sloeg op het feit dat ze het eten over mij gegooid had en niet omdat ze aanbood om mijn kleren te wassen. Kortom ik kreeg hierna een extra grote portie eten en had ook weer lekker schone en frisse kleren; wat kun je na zo’n regendag meer wensen.

 

 

Dag 6 Bagenalstown-Tinahely : Help mijn man klust.

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

Zo slecht als het weer gisteren was zo mooi was het vandaag. Vandaag was de laatste dag in de hills en dan zouden we naar de mountains gaan. Ondanks enige twijfels besluit Martin weer met mij mee te gaan. Het ging zowel bij Martin als bij mij lekker. Het is ook een mooie etappe. Stevige en lange klimmen, prachtige vergezichten; dus er waren weer meer dan genoeg foto’s te maken. Na een dikke 40 kilometer gaat het weer helemaal mis met de pees van Martin. Zo te zien gaat het nog veel slechter dan gisteren. Ik weet dat hij in staat is om de etappe uit te lopen maar begin mij af te vragen of dit nog wel verstandig is. Ik zie ook dat zijn linker kant ook begint op te spelen.

 

 

Uiteindelijk hebben we het laatste stuk heel rustig aan gedaan en zit het er na 57,42 kilometer in 6:46 uur. De laatste heuvels lieten ons toch nog even 1592 meter omhoog gaan.

 

 

Het laatste stukje heeft nňg een kleine verrassing voor ons in petto. Annemarie had de koffers naar de B&B gebracht en vertelt ons dat deze B&B moeilijk te vinden is, en een beetje anders dan we gewend zijn. Tevens vertelt zij dat de rest in het huis slaapt maar dat wij in de tuin slapen. Al met al een beetje cryptisch maar het voorspelt niet veel goed.

Maar eerst het probleem van moeilijk te vinden oplossen. Annemarie zegt dat we de gps route moeten volgen tot we in bij een kerkje komen, dat moeten we aan onze rechter hand laten liggen en dan even een heel steile berg op en dan zien we het. Naast prachtige natuur en heel veel honden zie je in Ierland veel kerkjes en gezien eerdere ervaringen met het vinden van B&B’s werd ik wat voorzichtiger. Zeker omdat ik Martin geen meter te veel wilde laten lopen. Toen ik bij een kerkje kwam zag ik voor mij een steile hevel maar ook een paar huisjes. Bij een van die huisjes was de bewoonster een klusje aan het uitvoeren. Dus ben ik haar maar gaan vragen of zij de weg naar de B&B kende. Het zei haar helemaal niets. Om te voorkomen dat mijn uitspraak wellicht tot verwarring zou leiden liet ik haar ook de naam van de B&B op papier zien. Hetzelfde effect. De B&B lag in het gehucht Curravanish. Die naam deed wel een belletje rinkelen, maar dat was nog heel ver weg. Ook had ik even gevraagd of zij hier woonde en hoelang al, dit bleek haar hele leven te zijn. Om het zekere voor het onzekere te nemen ben ik toen even die steile helling op gerend. En daar zag ik iets van een boerderij. Toen ik daar was bleek dit niet de B&B te zijn. Toen ik terug liep zag ik een heel klein half afgebroken bordje B&B, en was ik dus zo bij de B&B. Hemelsbreed was het gehucht Curravanish dus nog geen kilometer van het huisje waar de mevrouw haar hele leven gewoond had, toch had zij er nog nooit van gehoord. Dit is het ultieme bewijs dat door een stukje hardlopen je horizon enorm verbreed kan worden.

 

 

 

 

Annemarie had ook al aangegeven dat de B&B iets anders was dan wij gewend waren. Dus wij waren gewaarschuwd.  Net zoals bij alle eerdere B&B’s waren de mensen super aardig. Meteen kregen we koffie en scones. Maar de eerste  indruk was dat hier geen bouwvakker aan het werk was geweest maar een klusser. Om precies te zijn een heel creatieve klusser die alleen een paar basistechnieken kende, weinig gereedschap had en zeker geen waterpas. Wel was hij goed in allerlei basis camouflage technieken. Een paar voorbeelden: de vloeren van sommige kamers waren zo scheef dat de bedden aan de muur vastgespijkerd waren. Als gedoucht werd stroomde het water door het plafond de zitkamer in. De wc's waren zo gemonteerd dat je er helaas niet op kon zitten. Gelukkig waren Martin en ik niet in het hoofdhuis maar in de tuin ondergebracht. Zo te zien was dit het voormalige onderkomen van de dieren (dit is een mooi woord voor stal) alleen was men vergeten om deze bestemmingswijziging aan de dieren door te geven. Kortom dit was een van de onderkomens die we ons nog lang zullen herinneren.

 

 

Voor ik het vergeet de statistiekjes van deze laatste heuvel etappe 57,42 kilometer in 6:46 uur en slecht 1592 meter omhoog. 

Dag 7: Tinahely – Laragh: Regen en mountains en toch nog een feestje

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route. 

Het moge duidelijk zijn dat wij ons onderkomen met pijn in het hart verlieten. De weersvoorspelling was kort en heel duidelijk: Regen. Ter verhoging van de feestvreugde kwam Thijs de trap af met twee totaal ontstokken scheenbenen. Voor deze dag hadden wij geen routes in de gps. Wij zouden namelijk de Wicklow mountains trail gaan volgen. Volgens Willem was deze perfect gemarkeerd met bordjes en hadden we geen andere route aanduiding nodig. In dit kader vond ik het superhandig dat Thijs zo’n mooie vuurrode scheenbenen had, als hij nu voorop liep konden wij het schijnsel van zijn benen volgen. Omdat Thijs altijd bereid is om zich in te zetten voor anderen ging hij dan ook ondanks zijn schenen van start. Mijn planning was om vandaag zoveel mogelijk bij de groep te blijven want mijn ervaringen met routeaanduidingen waren de afgelopen dagen niet zo best. Het deed mij dan ook deugd dat ik de enige van de hele groep was die het tweede bordje niet miste. De regen varieerde weer tussen hard, heel hard en erg hard. Ik merkte toch dat ik de laatste dagen iets gedaan had en ondanks allerlei pogingen om restaurants aan de rand van het faillissement te brengen en de goed gevulde glazen Guiness sportdrank dat ik toch op mijn reserves aan het interen was. Met name had ik het steeds steenkoud. Toen we na de nodige valpartijen bij de eerste verzorgingspost kwamen besloten we om zoveel mogelijk de normale wegen te nemen en besloot ik met Martin om ons eigen tempo te lopen. Voor Thijs was het vanaf toen helaas einde oefening.

 

 

Ondanks de regen bleef dit een schitterende tocht met spectaculaire vergezichten. De normale wegen vertoonde eigenlijk hetzelfde hoogteprofiel als de trial. Het verschil was alleen dat je af en toe auto’s tegenkwam en die wilden schijnbaar bewijzen dat zij ook heel snel omhoog of omlaag konden. Het ging met Martin steeds slechter dus was ik blij dat na 43,27 kilometer in 5:38 een einde aan deze etappe kwam. De meters omhoog waren 1649, als ik dit vergelijk met de eerdere etappes in de hills dan weet ik nog steeds niet het verschil tussen hills en mountains.

 

 

De B&B waar we nu ondergebracht zijn is de meest luxe van de hele trip en na die van gisteren valt dit nog meer op. Heerlijk om redelijk vroeg binnen te zijn en weer wat op temperatuur te kunnen komen. ’s Avonds worden we zelfs met de taxi opgehaald en naar een mooi en goed restaurant gebracht. Ik had trouwens even de indruk dat wij niet met een taxi maar met een vliegtuig opgehaald waren. Wat kunnen sommige mensen toch hard autorijden. Toch had dit ook een voordeel. De afgelopen dagen heb ik steeds moeten wennen aan het links rijdend verkeer. Je hebt steeds het gevoel dat iets niet klopt. Deze auto reed zo hard dat de weg nog maar een heel smal streepje was en je echt niet meer in de gaten had dat je links reed.

 

 

 

Tijdens het uitstekende eten hadden we trouwens nog een heel heugelijk feit te vieren : Herman had afgelopen dinsdag zijn 200ste (in hoofdletters TWEEHONDERDSTE ) marathon/ultra gelopen. Voorwaar een prestatie om van te dromen. Als we het dan toch over megaprestaties hebben; Willem had zondag zijn 500ste Ultra gelopen. Let wel Ultra, dus ik tel de meer dan 400 marathons even niet mee.

 

Dag 8 Laragh - Black Rock: I did it

Klik hier voor alle foto's van deze dag en hier voor de route.

Vandaag breekt helaas al de laatste dag aan. Het is weer zondag en de dag doet zijn naam eer aan. Ik had het vriendelijk edoch dwingend verzoek gekregen om vandaag bij de groep te blijven. Volledig terecht want er is niets mooiers dan samen aankomen. Martin wilde in ieder geval heel rustig aandoen en kreeg een cursus snelwandelen van Willem. De oorspronkelijke planning was om vandaag weer de trail door de Wicklow montains te volgen maar er waren een aantal logistieke problemen. De klok was afgelopen nacht een uur verzet. Dat is prima maar betekende wel dat het een uur eerder donker was. Wij moesten weer in het restaurant eten en dat ging op zondagmorgen niet voor 8 uur open. Dus ook al werden we weer door de zelfde piloot gevlogen, echt vroeg starten ging niet. Daarnaast moesten ook nog in Dublin de startnummers voor de marathon opgehaald worden. Dus als wij nu de geplande 60 kilometer gingen lopen dan kwamen wij waarschijnlijk in tijdnood. Dus werd er een alternatieve route bedacht. Alleen moesten we nog een methode bedenken om deze te markeren. Een probleem dus, maar als er problemen zijn is er Annemarie. Dus zou Annemarie bij ieder kritiek punt op de route een ballonnetje ophangen. Gelukkig had zij hierbij hulp van Thijs. Want ook al moest Thijs regelmatig tijdens het lopen een pauze inlassen om een sigaartje te roken, hij had meer dan lucht genoeg om een ballonnetje op te blazen.

 

 

 

Ook al had ik beloofd om bij de groep te blijven toch gaf ik hier mijn eigen interpretatie aan. Ik liep dus naar de volgende verzorgingspost, dronk mijn colaatje at een paar (rollen) koekjes, keuvelde met Annemarie en Thijs en wachtte op de groep. Annemarie deed echter maar twee verzorgingsposten omdat zij toen door moest naar Dublin voor de startnummers, daarom was de derde post een zak met eten en drinken ergens in een struik. Voor mij maakte dit niets uit. Ik miste daar weliswaar de gezelligheid van Annemarie en Thijs maar kon mijn kaken toch wel in beweging houden met de spullen uit de zak.

 

 

 

 

Ook dit was weer een schitterende tocht, de twee buien die wij gehad hebben mochten de pret niet drukken. Uiteindelijk kregen wij de Ierse zee in zicht. Dat doet je toch wel iets na 8 dagen. Gezamenlijk daar naar toe lopen geeft echt kippenvel. Zoals altijd bij Willem krijg je nog wat extra’s, want ook al hadden we de zee bereikt we gingen toch nog een paar kilometer over de boulevard en langs de zee naar Black Rock voor de finish foto. Normaal is genoeg genoeg maar dit was absoluut kicken. Je loopt in een droom, je straalt. Inderdaad: I DID IT.

 

 

 

Voor de volledigheid: de laatste statistiekjes 47.17 kilometer 5:30 uur en 1356 meter omhoog.

Het pilsje in Black Rock smaakte zo goed dat ik in Dublin amper tijd had om te douchen want om 8 uur was een restaurant gereserveerd waar we samen met de loopgroep van Martin ons avontuur konden beëindigen. Tijdens het eten kregen we ook nog allemaal een kristallen blokje met een kaart van Ierland in gegraveerd. Ik ben bepaald niet iemand die dol is op allerlei beeldjes en dergelijk, zeker niet als ze ook nog glimmen maar deze heeft een bijzonder plaatsje in mijn huis en in mijn hart gekregen.

 

 

Samenvattend:

 

Eerst de harde cijfers:

 

Dag

Afstand

Meters Omhoog

1

54,91

1.341

2

77,15

1.782

3

54,12

1.405

4

58,53

1.386

5

61,35

1.218

6

57,42

1.592

7

43,27

1.649

8

47,17

1.356

Totaal

453,92

11.729

 

Maar hier gaat het niet om. Ik heb met een groep geweldige mensen samen een klus geklaard. Ik heb gelachen en ik heb gevloekt. Ik sta er nog steeds van versteld waar toe ik in staat ben. Ik heb weer wat over mij zelf geleerd. Ik heb een grandioos land op een heel aparte manier mogen verkennen.

 

Ik heb dus iets gedaan waar ik heel trots op ben en waar ik nog lang van zal genieten.

 

27 oktober Dublin marathon Een nul nul

http://adidasdublinmarathon.ie

Klik hier voor de route.

Ooit droomde ik er van om eens een marathon te lopen. Toen dat gelukt was kwam er nog en nog een… Eind november 2007 stond de teller op 50. Toen ik eind 2007 mijn loopjes voor 2008 zat te plannen, dacht ik dat ik misschien, als alles mee zou zitten, in 2008 deze teller op 100 zou kunnen krijgen. Na de zomervakantie zag het er opeens naar uit dat dit  met een beetje geluk inderdaad zou kunnen en dat het waarschijnlijk zelfs ruim voor het einde van het jaar zou lukken. Toen werd opeens mijn grootste zorgpunt (dit zijn dus echte problemen) welk loopje ik tot mijn 100ste zou maken. Mijn avonturen in Ierland zouden op zondag in Blackrock (lees Dublin) eindigen. Op maandag was de marathon van Dublin. Het leek mij dan ook geweldig om te zeggen dat ik, om optimaal voorbereid mijn 100ste marathon te kunnen lopen eerst nog even dwars door Ierland gelopen was.

 

Nu is het geen probleem om een loopje in te plannen, maar om echt mee te doen  voor de teller moet het wel nog even gelopen worden. Eerlijk gezegd was ik ook wel heel benieuwd hoe een marathonnetje na 8 dagen ploeteren zou gaan. Ik merkte met name dat ik een beetje door mijn brandstof heen begon te raken. Hier kwam nog bij dat in het hotel in Dublin waar wij geslapen hadden het ontbijt pas vanaf 8:15 geserveerd werd, en dus stond ik voor de moeilijke keuze: óf ontbijten óf op tijd aan de start verschijnen. Met behulp van mijn onweerstaanbare charme was het mij wel gelukt om de nachtportier zo gek te krijgen om iets eetbaars klaar te zetten. Deze aardige jongen had echt heel erg zijn best gedaan, maar wist toch niet echt waar in het hotel de eetbare zaken verstopt waren.

 

Daarnaast waren er nog een paar logistieke problemen. Wij hadden vliegtickets voor het einde van de middag en moesten dus ook ruim van te voren op het vliegveld zijn. Gezien mijn ervaringen met tijdig aanwezig zijn op een vliegveld aan het begin van de maand wist ik inmiddels wat een ellende je kunt krijgen als je te laat komt. Normaal kost het niet echt veel tijd om vanuit Dublin naar het vliegveld te komen, maar als er een marathon aan de gang is zijn toch heel wat straten afgesloten en gaat dit dus wat minder soepel. Daarnaast moest er nog iets gebeuren met een volgauto en koffers dus het kwam er op neer dat het toch zaak was om niet de hele tijd die er stond voor de marathon op te souperen. Deze tijdsdruk deed Theo en Ruud dan ook besluiten om af te zien van hun deelname aan deze marathon. Zodoende konden zij onze geblesseerde Thijs gezelschap houden. Naar achteraf bleek hebben zij dit op een voortreffelijke wijze gedaan door de hele tijd die ik nodig had om de marathon te lopen door te brengen aan het ontbijtbuffet van een zeer luxe hotel.

 

De tijdslimiet voor de marathon van Dublin is 8 (acht) uur. Dit mag redelijk ruim voor een stadsmarathon genoemd worden. Normaal betekent een dergelijke limiet of een extreem zwaar parkoers of extreem veel lopers. In Dublin verschenen bijna 12.000 lopers aan de start dus mag je wel concluderen dat dit geen extreem zware marathon zou zijn.

 

Er waren twee soorten startnummers: witte voor lopers die onder de 4 uur konden lopen en groene voor degenen die meer dan 4 uur onderweg zouden zijn. Omdat ik bij de inschrijving geen flauw idee had hoe ik uit de coast to coast zou komen had ik ook een groen nummer. De wandeling van de straat waar ik mijn zakje met “after  loop kleren” kon inleveren duurde ruim een half uur. Normaal zou ik echt genoten hebben van dit stukje sight-seeing maar het was bitterkoud (+1 graad) en hierdoor moest ik steeds rillen en kon ik mijn blik niet echt meer focussen. Uiteindelijk stond ik vrij achteraan in het groene startvak. Als ik rond keek had ik niet de indruk dat ik in het startvak van een marathon stond. Normaal zie je toch een bepaalde mate van afgetraindheid om je heen. Hier was eerder sprake van opgetraindheid. Ik zag heel wat dames om mij heen staan die in mijn gewichtsklasse zaten, afgezien van het verschil in het geslacht waren zij over het algemeen wel ruim een halve meter kleiner dan ik. Wat wel opviel was dat de mensen ruime hoeveelheden noodproviand bij zich hadden. Ik zag lopers met rond de 50 pakjes energy-gel. Even voor de goede orde: ik vind dat iedereen aan een marathon mag deelnemen, graag zelfs. Maar ik ben wel van mening dat iedereen hiervoor ook de nodige trainingsarbeid moet verrichten. En ik vind ook dat het de bedoeling is om tijdens een marathon zoveel mogelijk hard te lopen. Uiteraard is ten aanzien van het woord hard voldoende ruimte voor interpretatie.

 

 Na de start begon het feest dan ook. Hier was absoluut niet vooruit te komen. Normaal kun je met wat slalommen nog vooruit komen, maar dit was absoluut hopeloos. Mijn loopplezier begon dan ook heel snel tot onder het nulpunt te dalen. Dit was gewoon niet leuk meer. Ondanks mijn 450 kilometer puur Ierland genot had ik redelijk goede benen maar dan moet ik wel in staat zijn om mijn benen te gebruiken. Normaal komt er na een kilometer of 2 wat meer ruimte maar dat was hier niet het geval. In tegendeel: na een kilometer of 2  liep het lopersveld zich compleet vast en kwam tot stilstand. Wat toen gebeurde sloeg werkelijk alles. De lopers om mij heen waren echt blij dat ze eindelijk even konden bijkomen. Let wel dit was na 2 kilometer! Lopers gingen echt op de grond zitten om even te rusten. Uiteraard maakten velen gebruik van de gelegenheid om hun proviand voorraad aan te spreken. Het moge duidelijk zijn dat dit het oplossen van de file niet echt ten goed kwam. Het blauw van de kou begon bij mij weg te trekken maar in plaats daarvan werd ik groen en geel van de ergernis.

 

Na een uur was ik pas ruim 9 kilometer verder een ging de marathon door een park. Hier kreeg ik een klein beetje meer ruimte en kon een beetje meer een normale stap zetten. Aan onderstaande tussentijden is denk ik vrij aardig te zien hoe lang het duurde om enige ruimte te krijgen.

 

            10 km             1:06:07

            21.1 km          2:10:12

            30 km             2:59:47

            42,2 km          4:01:34

 

Een van de mooie zaken van een stadsmarathon vind ik de unieke gelegenheid om een stad te bekijken. Helaas heb ik van Dublin niet veel gezien, mijn volledige aandacht had ik nodig om heelhuids hieruit te komen.

 

Gelukkig was niet alles kommer en kwel. Ik was blij en verrast dat ik na mijn avontuur nog heel gemakkelijk lopen kon en ik vond het publiek geweldig. Ze waren echt superaardig en enthousiast en heel wat toeschouwers trakteerden de lopers op snoepjes. Grappig was wel dat dit zuurtjes en lollies waren die netjes in het plastic zaten. Nu vind ik het normaal al een heel gepriegel om het cellofaantje van een snoepje af te peuteren, maar als je dat tijdens het lopen van een marathon moet doen is wel echt een uitdaging. Ook de verzorging door de organisatie was perfect: flesjes water en halve-liter flessen sportdrank. Daarnaast kreeg je op twee posten energie-gels. Ik heb tijdens mijn hele loopcarričre nog nooit zo’n gel gehad. Maar nummer 100 leek mij een mooie gelegenheid hiervoor. Toch moest ik even aan een waar gebeurd verhaal denken. Een heel bekende ultraloper had ook nog nooit zo’n gel genomen. Tijdens een stadsmarathon had hij de gebruikelijke goodie-bag gekregen. Hierin zaten ook allerlei sachetjes. Hij ging deelnemen aan een behoorlijk zware ultraloop en vond het heel verstandig om wat extra brandstof tot zich te nemen. Dus nam hij thuis voor hij op weg ging naar de loop een van de sachetjes. Hij vond toen hij het innam dat het behoorlijk vreemd (of om het anders te zeggen ronduit smerig) smaakte, maar wist hij veel; hij had nog nooit dat spul geproefd.  Tijdens het lopen  begon hij steeds meer last van zijn darmen te krijgen en moest hij met een steeds hogere frequentie even het parkoers verlaten.  Sinds die  loop weet hij exact wat het verschil is tussen massageolie en energie-gel. 

 

Toen het richting finish ging kreeg ik eindelijk de ruimte en kon ik de laatste mijl nog even versnellen naar 15 km/h en toch op een manier die hoort bij een jubileum over de finish komen. Voor ik het vergeet: nummer 100 heeft 4:01:34 geduurd en de 100 zijn eigenlijk 41 marathon’s en 59 ultra’s en hierbij is 4.970.320 meter asfalt onder mijn voeten doorgegaan.

 

 

En toen kwam voor mij het mooiste moment. Voor de start kwam Willem met een heel mooi t-shirt. Zowel op de voorkant als op de achterkant stond mijn grijnzende kop en de tekst: ”He did it: 100 marathons Henk geilen Dublin 27 October 2008”.

En nu kon ik dit T-shirt aandoen. Dit was kicken en met name ook dat door mijn loopmaatjes hier aan gedacht was. Trots als een pauw heb ik met dit shirt rond geparadeerd. En ook al had ik mij werkelijk rot geërgerd tijdens deze marathon, toen ik dit shirt aanhad vond ik het op eens een heel mooie marathon.

 

 

 

Maar dit muisje heeft nog een staartje gekregen. Maandagavond  hebben wij netjes het vliegtuig gehaald en zijn zonder enige problemen thuis gekomen. Dus kon ik dinsdag weer lekker vroeg uit mijn bed en richting mijn werk. Dinsdagavond wilde ik heerlijk thuis zijn bij mijn gezin maar toen ik om 19:45 uit de trein stapte dacht ik: je kunt rechtstreeks naar huis rijden maar je kunt ook even 5 minuten dag gaan zeggen bij de jongens die op de atletiekbaan aan het trainen zijn. Stom toevallig was bijna iedereen waar ik regelmatig mee loop ook op dat moment aan het trainen. Het viel mij niet eens op dat dit toch eigenlijk wel opmerkelijk was. Nu zijn vijf minuten wel erg kort maar ik ben niet echt lang blijven hangen ook al kriebelde het wel heel erg om even mee te lopen.

 

 

Toen ik bij mij de straat in reed zag ik op alle lantarenpalen billboards en ballonnen hagen, dus dacht ik: is er weer zo’n malloot 50 geworden. Wat een onzin om van die stomme borden op te hangen. Toen ik bij mijn huis kwam zag ik er wel erg veel auto’s stonden. Dus toen ik binnen kwam was ik compleet met stomheid geslagen. De rustige avond met mijn familie kon ik wel vergeten. Ik stapte bij mij de woonkamer binnen en keek recht in het gezicht van Jo Schoonbroodt. Dit was wel een hele speciale ervaring voor mij want ook al kom ik bij de meeste wedstrijden waar Jo ook loopt, ik zie alleen maar de achterkant van Jo en dan ook nog van gepaste afstand. Naast Jo zat ook één van de andere grootheden, Simon Blok. Simon heeft op zijn website op onnavolgbare wijze zijn ervaringen van deze avond weergegeven. En toen kwam Willem en vervolgens kwamen allemaal de dames en heren die ik even van te voren op de atletiekbaan gezien had.

 

Vorig jaar was ik bij de nummer 100 van Luc de Jaeger. Op de website van zijn club stond toen een foto met zijn marathon medailles, dit vond ik toen zo indrukwekkend. Mijn kinderen hadden ook mijn medailles bij elkaar gezocht (voorwaar geen makkelijke klus) en allemaal bij elkaar gehangen. Dit vond ik zo’n mooi gebaar. Ik sta niet gauw met de mond vol tanden maar dit was wel zo’n geweldige verrassing die ik echt nooit meer zal vergeten. En ik heb werkelijk helemaal niets in de gaten gehad.  

 

Tenslotte nog even het antwoord op de meest gestelde vraag van afgelopen week (“wat ga je na je 100ste marathon doen ?”): Mijn 101ste lopen!