In december heb ik mij mogen uitleven op de Eiswein Lauf , bij de Decke Tönnes en bij de SM-loop.
Soms lees of hoor ik iets over een loopje en dan heb ik meteen de behoefte om daaraan deel te nemen. Meestal kan ik niet onder woorden brengen waarom ik graag een bepaald loopje wil doen. Toen ik een jaar of twee geleden een folder van de Eiswein Lauf tegenkwam, wist ik meteen dat ik die loop wilde doen en wist ook precies waarom.
De Eiswein Lauf wordt georganiseerd door Brigitte en R(ud)olf Mahlburg, de drijvende krachten achter de organisatie met de mooie naam Laufendhelfen.de. Het idee hier achter is nog vele malen mooier. Dit is samengevat als volgt:
Lopen begint in het hoofd en eindigt in het hoofd. Daartussen liggen stappen. Heel veel stappen. Opgeteld resulteren deze stappen in afstanden die vaak vooraf als onoverbrugbaar beschouwd werden. Eerst moet zo’n afstand tussen de oren overwonnen worden en dan kunnen de voeten aan het werk gaan. Soms zijn de afstanden zo lang of zwaar dat je er onzeker van wordt, maar aan het einde, na de laatste stap ben je nog trotser op je prestatie.
Lopers hebben tijd, veel tijd om kilometer na kilometer hun gedachten de vrije loop te laten. Lopers zijn ook doorzetters. Ze hebben genoeg doorzettingsvermogen om in hun ideeën te volharden en ze uiteindelijk ook te realiseren.
Brigitte en R(ud)olf hebben aan hun idee concrete invulling gegeven door voor iedere kilometer die zij lopen een financiële bijdrage te geven aan een goed doel. Door de lopen die zij organiseren geven zij ook andere lopers de mogelijkheid om dit te doen. Hun motto is dan ook:
Nicht mehr "nur" laufen, sondern "laufend helfen"
De lopen die zij organiseren hebben als uitgangspunt: “Gemeinsam starten, gemeinsam helfen, gemeinsam ankommen“. In het Nederlands: rustige groepslopen.
Even een intermezzo: De laatste tijd bespeur ik in de Nederlandse loopwereld wat smalende opmerkingen over het fenomeen groepslopen. Toevallig ben ik zo’n omnivoor die binnen het grote gamma van de loopwereld zowel kan genieten rustige groepslopen als ook van mensen die er alles voor doen om steeds sneller een bepaalde afstand te overbruggen. Uiteraard moet iedereen vooral datgene doen wat hij zelf leuk vindt en waarbij hij zich zelf het prettigste voelt. Wel ben ik van mening dat we respect moeten hebben voor ieders voorkeuren op loopgebied, ook al staan die haaks op onze eigen voorkeuren. En zolang we iedereen met respect bejegenen is er voor iedereen sprake van echt loopplezier.
Ik ben, toen ik twee jaar geleden de folder van de Eiswein gezien had, op Internet gaan zoeken en zag dat er maar 50 startplaatsen waren en al ruim 70 inschrijvers. Dus had ik toen ook eindelijk iets op mijn wensenlijstje staan. Toen ik een jaar later weer aan dit loopje dacht, was ik weer zo ruim op tijd dat de inschrijflijst wederom meer dan vol was. Gelukkig had ik tijdens de Eifelsteig het genoegen om Brigitte en R(ud)olf te ontmoeten. Zodoende durfde ik mijn extreme verlegenheid te overwinnen en heb ik in Augustus een mailtje gestuurd waarin ik heel netjes vroeg of er 5 startplaatsen voor lopers uit Nederland gereserveerd konden worden.
Dus stonden vrijdagmiddag Wim de Kwant en Erwin Borrias bij mij op de stoep en konden wij richting Maastricht om Henk Sipers op te halen. Omdat Henk heel wat paar schoenen in die regio versleten heeft is het ons ook gelukt om zelfs niet in Bemelen te verdwalen en Roger Kempinski, vergezeld van zelf gebakken appeltaart, te vinden. Volgens de planning zou het 4 uur rijden zijn vanuit Bemelen naar Bühl waar het carbo-loading zou plaats vinden. Het eerste anderhalve uur verliep zeer voorspoedig, dit kwam vooral omdat wij een zeer uitgebreide discussie hadden over wat je moet doen als je tijdens het lopen een beer tegenkomt. En het heeft mijn medelopers heel wat moeite gekost om mij er van te overtuigen dat je daarom altijd een spuitbus anti-berenspray mee moet nemen. Maar nu ik tot dit inzicht gekomen ben, kan ik dus met een gerust hart in de toekomst nog een keer deelnemen aan de marathon op Terschelling.
Helaas kwamen wij op een gegeven moment in een file. En zoals gebruikelijk hebben wij toen de tijd kunnen vullen met het uitspreken van ons ongenoegen hierover. Toen we meer dan een uur volkomen stil gestaan hadden moest ik heel erg plassen en omdat wij op een brug stonden was er geen vluchtstrook en ook geen berm en kon ik eindelijk eens een van mijn jeugddromen verwerkelijken: midden op de autoweg pissen. Nu heb ik wel een erg grote mond maar om te voorkomen dat iedereen mijn gedrag demonstratief zou verklaren voor de rest van mijn landgenoten ben ik een paar honderd meter van mijn Nederlandse kenteken af gaan staan. Op het moment dat ik stond te genieten van mijn daad van burgerlijke ongehoorzaamheid zag ik dat de auto’s weer begonnen te rijden. Zodoende ging ook nog mijn andere jeugddroom, keihard over een autoweg rennen, in vervulling. Na precies 500 meter gereden te hebben stonden we weer stil. Doordat Henk zijn leesbril meegebracht had konden we toen de verkeersinformatie op de radio krijgen en hoorden wij dat er voor ons een cabine van een vrachtwagen van de brug 55 meter naar beneden gestort was. De oplegger was op de brug blijven hangen. Helaas had dit verschrikkelijke ongeluk aan de chauffeur het leven gekost. Op dat moment wordt je wel even stil en realiseer je je maar al te goed dat je niet moet zeuren over een paar uurtje stilstaan.
Na 4 uur waren we weer aan het rijden. De volgende sanitaire stop was op een parkeerplaats. Hier moest ik denken aan een goede bekende die ook een keer netjes ’s nachts op een onverlichte parkeerplaats in het gras stond te plassen, en toen zijn autosleutel liet vallen. Uiteraard kon hij niets zien een heeft toen op zijn knieën op de tast geprobeerd om de sleutel te vinden. Gelukkig had hij zijn auto afgesloten en hoefde hij dus niet met zijn vieze kleren in de auto te gaan zitten wachten tot het ‘s morgens licht werd. Bovendien had het ’s nacht nog even flink geregend dus werd hij mooi schoongespoeld voor hij zijn sleutel kon vinden.
Toen wij weer aan het rijden waren ging het mede dankzij mijn gps zeer voorspoedig. Ook toen wij op een gegeven moment een stukje door Frankrijk aan het rijden waren heb ik geen moment getwijfeld dat ik uit de lijst het juiste plaatjes Bühl gekozen had. Uiteindelijk daar aangekomen, had de organisatie zoveel eten voor ons bewaard dat we die avond ook nog een tweede keer zijn aangekomen. We hebben daar op judomatten geslapen. Een heel aparte ervaring die mij er helemaal van overtuigd heeft dat mijn nieuwe bed thuis zijn geld meer dan waard is. Ik heb mij altijd afgevraagd waarom je bij Oosterse sporten soms een heel grote gong ziet. Sinds zaterdag 5:30 uur weet ik dat een slag op zo’n gong een absolute garantie is dat als je op een judomat ligt je binnen een fractie van een seconde weer op je benen staat.
Na een prima ontbijt ging het met de bus naar het station van Offenburg. De vijf Nederlanders werden verzocht om in plaats van de grote bus in het busje van de organisatie plaats te nemen. Ik voelde mij op dat moment net een echte loper. Maar eigenlijk kwam het er op neer dat we gewoon een half uur eerder in Offenburg waren en dus een half uur langer hadden om aan de kou te wennen.
Ik weet niet precies hoeveel lopers aan de start stonden, ik weet wel dat uiteindelijk 160 lopers in Baden-Baden binnen gekomen zijn. Bij ieder verzorgingspunt kwamen er namelijk weer meer lopers ons vergezellen. Het als groep lopen met zo’n grote groep vergt een strakke organisatie en redelijk wat discipline van de lopers. En het was hier perfect georganiseerd. De voorlopers bepaalden het tempo en niemand haalde hen in. De snelle lopers werden aan de achterkant van de karavaan verwacht. Tevens liepen hier lopers die het parkoers kenden en er voor zorgden dat niemand kwijt raakte. Via portofoons hadden de organisatie, de voorlopers en de tail-runners constant contact. Niet omdat ik zo snel ben maar omdat ik weer aan het fotograferen geslagen was, hing ik helemaal achter in. Gezien de kou had ik nu voor iedere foto een extra uitdaging; handschoen uit, cameratasje open, camera eruit, camera aan, foto maken, camera uit, camera in tasje, tasje dicht en handschoen aan. Ditmaal 219 foto’s zorgden er voor dat ik voldoende rustmomentjes kreeg. Alle foto's zijn hier te bekijken. Omdat ik zo achteraan hing dachten de tail-runners dat ik de bergen niet omhoog kwam; immers Holland is volkomen plat. Dus kon ik bewijzen dat Hollanders natuurtalenten zijn, ook al hebben ze nog nooit een berg gezien, ze vliegen hem gewoon op, tenminste tot ze weer iets zien wat ze op de gevoelige plaat moeten vastleggen. En dat was hier continu het geval.
Nadat we Offenburg verlaten hadden zagen we voor ons heuvels en dit in combinatie met de sneeuw die er lag was werkelijk sprookjesachtig mooi. Ik had continu het gevoel om in een kerstkaart rond te lopen. Ik heb denk dat de foto’s meer dan genoeg zeggen.
Om de 10 kilometer was een verzorgingspost. Bij die posten had ik het gevoel op een kerstbanket beland te zijn. Het aanbod varieerde van olijven tot negerzoenen. De drankbuffetten dekten het hele scala van thee tot witbier af en uiteraard ontbrak de glühwein niet. Ook de locaties van de verzorgingsposten waren geweldig. De eerste post was op het terras van schloss Staufenberg, een middeleeuwse burcht met een zeer weids uitzicht. Ook de Fatima Kapelle boven in het gehucht Tiergarten was de moeite waard. En natuurlijk geldt dat ook voor Burg Windeck, Sasbachwaldchen en de kerk van Neuweier.
De finale op de kerstmarkt van Baden-Baden was iets om kippenvel van te krijgen. 160 lopers die uit het donker komen en midden op zo’n markt staan en daar door de Burgemeester verwelkomd worden. De broodmannetjes en glühwein smaakten daardoor nog beter. En als klap op de vuurpijl werd daar het mooie bedrag van 3.500 euro overhandigd aan een stichting die zich inzet voor kinderen met Duchenne Spier Dystrophie. Tenslotte bracht de bus ons weer terug naar Bühl. Hier stonden de massage teams en het uitgebreide avondeten op ons te wachten. Omdat wij onze lichamen niet wéér wilden verwennen met een nacht op judomatten hadden we besloten om na het eten terug naar Nederland te gaan. Omdat dit toch nog een stevige reis was zeker voor Wim en Erwin die naar Rotterdam respectievelijk Amsterdam moesten hadden wij gevraagd of wij als eerste aan het buffet mochten aanschuiven. Uiteraard mocht dit. Dus werd ook toen het buffet geopend was netjes aangekondigd dat de Hollanders als eerste aan het buffet verwacht werden. Op dat moment stond een loper op en riep dat dat prima was, maar alleen omdat wij Bram niet bij ons hadden. Het doet mij werkelijk goed om te horen dat Nederland in Duitsland niet alleen geassocieerd word met tulpen en kaas maar ook met onze nationale etappe specialist.
Toen onze energiereserves weer aangevuld waren konden wij vergezeld van een flesje wijn en een kerstster onze terugreis aanvaarden. En deze verliep gelukkig geheel voorspoedig.
Kortom wat kan ik nog meer wensen; ik heb een zeer mooi loopje van 65 kilometer gedaan, ik ben ruim 1900 meter omhoog en weer omlaag gegaan. Mijn benen hebben zich lekker kun uitleven, mijn ogen zijn verwend met een schitterend landschap en mijn maag is zeker niets te kort gekomen. Ik heb voor dit hele avontuur 30 euro betaald en dit gehele bedrag komt ten goede aan kinderen die aan en verschrikkelijke ziekte lijden. Ik kijk nu al uit naar 2009 als ik met laufendhelfen mag genieten van de Rheinsteig.
De route staat hier.
Voor de route klik hier.
De financiële crisis die de wereld momenteel teistert, bezorgt mij ook slapeloze nachten. Voornamelijk omdat ik vrees dat ik, door mijn loopverslaving, een van de veroorzakers van deze crisis ben. Voor ik aan het lopen geslagen ben, was ik een kampioen bankligger. Tevens was ik een echte grootheid op het gebied van het uitermate dynamisch mishandelen van afstandbedieningen. Dit laatste ging gepaard met een astronomisch hoog verbruik van batterijen. Sinds ik loop lig ik niet meer op de bank en verbruik ik dus geen batterijen meer. De gevolgen hiervan treffen niet alleen de batterijen industrie, maar ook haar toeleveranciers. En uiteraard ook de leveranciers van de toeleveranciers en dit breidt zich uit als een computervirus. Sinds ik loop heb ik een hartslagmeter. En deze haalt zijn energie ook uit een batterij (eigenlijk twee). Toen ik vorige week tijdens het lopen op dat ingenieuze apparaat keek had ik twee mogelijke verklaringen voor wat ik zag: of ik was dood of de batterijen van de hartslag meter waren leeg. Omdat ik als ik de keuze heb uit twee mogelijke verklaringen altijd kies voor die verklaring die het minst voor de hand ligt, ben ik eerst uit gegaan van de veronderstelling dat de batterijen leeg waren.
Het laten vervangen van de batterijen heeft voor een verschijnsel gezorgd waarvan iedere natuurkundige perplex zal staan. De lege batterijen veroorzaakten een enorme schok. Althans de rekening die ik hiervoor kreeg. Maar nadat ik de slapeloze nacht die de hieruit voortvloeiende persoonlijke kredietcrisis teweeg bracht uitgewoeld had, was ik weer een gerustgesteld mens. De batterijbranche is enorm veerkrachtig, al de gemiste opbrengsten waren door een kleine transactie ruimschoots gecompenseerd. Ik kon dus weer gerust slapen, mijn loopverslaving bleek dus toch niet de oorzaak van de financiële crisis.
Helemaal fris uitgerust kon ik dus zaterdag op weg gaan naar de Decke Tönnes Quasselultramarathon. Naast een uitdagend stukje lopen is een van de charmes van de DT dat je ook weer nieuwe mensen leert kennen. Ik had afgesproken om samen te gaan met Marcel Claessen; twee dagen van te voren kreeg ik via de organisatie een mailtje of ik nog een loper uit Aken kon meenemen. Dit bleek een Franstalige Canadees te zijn die een aantal maanden per jaar in Aken vertoeft. Op vrijdagmorgen kreeg ik een mailtje van Wim van Dam met de vraag of hij ook meekon. Ik ben regelmatig te gast op de blog van Wim en heb mij steeds afgevraagd waarom deze in het Engels is. Nu ik weet dat Wim in principe in Californië woont snap waarom dat is. Zodoende waren we met een waarlijk internationaal gezelschap op stap.
Dit was de vijfde keer dat ik deelnam aan de Tönnes. Omdat ik niet in herhaling wil vervallen verwijs ik voor de details van het loopje naar mijn eerdere verslagen. Bij de voorgaande edities heb ik redelijk veel foto’s gemaakt. Omdat ik echter niemand ken waar ik dubbele mee kan ruilen heb ik nu vrijwel geen foto’s van de omgeving gemaakt.
Het is de bedoeling om deze loop te doen met een gemiddeld tempo van 6:00 minuten per kilometer en dan gezellig met iedereen een beetje te babbelen. Omdat er redelijk wat lopers zijn die dit gezien de zwaarte van het parkoers een iets te strak tempo vinden had de organisatie besloten om ook met een groep met tempo 6:40 te lopen. Uiteindelijk is hier van afgezien en is er een uur voor de 6:00 groep een groep onder de bezielende leiding van Willem Mütze en Heinz Jäckel met een streef tempo van 7:00 min/km gestart. Deze eerste groep telde 16 lopers en doordat de bekende Belgische ultralopers Jacques Vandewal en Susan Maes erbij waren had deze ook een internationaal tintje. De 6:00 groep telde ruim 20 lopers. Dit is toch een behoorlijk aantal deelnemers te noemen. Ik begreep van de organisatie dat er veel meer aanmeldingen geweest waren maar gezien het voorspelde slechte weer waren er veel afmeldingen geweest. Wat mij opviel was dat er weer behoorlijk veel lopers waren die voor de eerste keer deelnamen. Ook kwamen de lopers van heinde en verre. Zo sprak ik met een loper ut Berlijn en een uit Neurenberg.
Ik denk dat ik geen geheim onthul als ik vertel dat voor mij de combinatie van mooie natuur, stevige heuvels en gezellig gekeuvel puur genieten is. Zodoende waren wij ongemerkt snel bij het kapelletje van Sint Antonius op kilometer 23. Tot mijn grote genoegen stond hier ook “onze Ierland Annemarie” met een verzorgingspost. Na de ontmoeting met de schutspatroon van de marathonlopers en de gebruikelijke groepsfoto konden we weer op jacht gaan naar de eerste groep. Toen we aankwamen bij Tönnes hadden we volgens Annemarie maar een minuut of 5 achterstand op die groep. Doordat een paar lopers een offday hadden hebben we toch wat langer dan gepland moeten rusten, maar dat maakte de jacht alleen maar wat uitdagender. De reden dat wij graag de andere groep wilden inhalen had niets met haantjesgedrag te maken. Willem en Heinz hadden al een aantal malen de DT gelopen, na afloop weken echter steeds hun afgelegde kilometers af van de kilometers van de andere groep. Met andere woorden op een bepaald punt hadden zij een nog mooiere route ontdekt. Deze was in het verleden zelfs zo mooi gebleken dat zij pas in het donker binnen kwamen. Ik weet nog steeds niet of Andreas nu bij ze wilden blijven om deze extra mooie route te zien of dat hij eindelijk ook eens een keer in het donker wilde binnenkomen.
Hoe het ook zij, rond kilometer 34 kregen we de groep in het vizier en een kilometer verder konden we met ze bijpraten. Uiteindelijk hebben we Andreas en nog een paar lopers aan de andere groep overgedragen en hebben rustig onze tocht afgemaakt.
Op het laatste stukje was een pad met linten afgezet. Hier waren een aantal mensen bomen aan het zagen. Netjes hebben wij gevraagd of we even langs mochten. Als ik al vergeten zou zijn dat ik in Duitsland liep, de vriendelijkheid en de medewerking die ik hier meemaakte zorgde er voor dat ik weer precies wis waar ik was. Kortom anderhalve kilometer voor de finish konden we rechtsomkeer maken en een extra lusje inbouwen.
Na 4:35:36 was het feest weer voorbij en had ik weer op een geweldige manier mijn zaterdag doorgebracht. Toen ik later tijdens de cooldown nog even met Willem praatte hoorde ik dat hij 262 foto’s gemaakt heeft. Als ik dat geweten had dan had ik gerust wat meer plaatjes kunnen schieten en eventuele dubbele met hem kunnen ruilen. Tevens hoorde ik tot mijn groot genoegen dat over een dikke maand de DT als dubbeldekker gelopen gaat worden, graag zal ik dat ook gaan proberen.
Het mooie van regelmatig een stukje lopen is dat ik steeds nieuwe dingen ontdek. Zo heb ik bijvoorbeeld door mijn deelname aan de SM-loop ontdekt dat mijn vrouw een of andere voor mij totaal onbekende vreemde taal beheerst. Wat was namelijk het geval: vrijdagnacht waren wij rond een uur of 3 thuis gekomen. Toen om 7 uur de wekker ging lagen wij dus nog niet echt lang te slapen. Om haar de welverdiende nachtrust te gunnen en te voorkomen dat zij veel te vroeg uit ons warme bed moest heb ik haar heel behoedzaam verteld zij rustig nog een paar uurtjes door kon slapen. Als dank hiervoor heeft zij aan mij haar vaardigheid in een of andere mij niet bekende taal gedemonstreerd. Dus voordat ik mijn loopschoenen aangetrokken had was mijn dag al een succes. Ik heb zelfs even overwogen om maar niet te gaan en terug in bed te kruipen; maar de SM is een feestje dat ik mij niet graag laat ontgaan.
Omdat ik aan huis opgehaald werd door Marcel Claessen kon ik totaal relaxt en mooi op tijd bij de Nachtegaal naar binnen lopen. Hier werden wij onthaald op koffie, een vloeistof die heel hoog op mijn favorietenlijst staat, zeker als mijn nachtrust aan de korte kant geweest is. Inmiddels ken ik zoveel mensen in de loopwereld dat ik bijna niet meer aan het plunderen van de koffievoorraad toe kwam. Ik schat dat er zo’n kleine 150 enthousiastelingen verzameld waren. Dit aantal zet je toch aan het denken. Uiteraard kan ik gelukkig alleen maar voor mij zelf oordelen waarom deze loop zo populair is. Het is te makkelijk om dit succes toe te schrijven aan het ontbreken van inschrijfgeld. Want ook al betaal je geen inschrijfgeld, dit staat in geen verhouding tot de kosten om even uit Engeland, Zwitserland, Paterswolde, Zwolle, Watervliet, Berlijn enz. te komen. Deze loop is inderdaad gratis maar je krijgt de finish niet voor niks. Ik denk daarom dat de combinatie van een uitdagend parkoers, een loop door lopers georganiseerd en het ongedwongene van een “wilde loop” voor veel lopers, zeker in combinatie met de symbolische betekenis van het laatste weekend van het jaar, dit tot een klassieker maakt waar je gewoon bij moet zijn.
Na een korte en terechte huldiging voor zijn prestaties gedurende 2008 van medeorganisator Jo Schoonbroodt konden wij starten. Het was de 7e editie en ik vond het geweldig om te ervaren dat de route fundamenteel veranderd was. Nog steeds werd de loop van de Geul gevolgd maar regelmatig werd hiervan afgeweken door even naar boven te lopen. Zodoende kreeg iedere loper de kans om met eigen ogen vast te stellen hoe mooi het zuidelijkste stukje van Nederland is. En het is natuurlijk enorm stoer om te vertellen dat je op derde kerstdag niet alleen een vette marathon gelopen hebt maar ook nog even de Keutenberg en de Dolsberg opgerend bent. En als klap op de vuurpijl dat je de Doodemanweg afgerend bent om even later weer te kijken of boven op de Gulpenerberg alles in orde was. Zoals later zou blijken, ken ik wel ongeveer de weg in die regio maar is er een fundamenteel verschil tussen ongeveer de weg kennen en echt weten waar je moet lopen. Daarom verwijs ik voor de route (althans die ik gelopen heb) naar deze link.
Naast het genieten van de combinatie van prachtige landschappen en vergezichten en het mogen bedwingen van heuvels zijn er nog een paar onderdelen die horen bij mijn ultieme loopplezier. Dat zijn modder en een beetje conversatie. Door de vorst was de modder helaas afwezig maar omdat daardoor ons Limburgse landschap mooi op zijn plaats bleef liggen had ik hier vrede mee. Bovendien had dit als bijkomend voordeel dat ik niet steeds op de grond hoefde te kijken en dus de mensen waar ik tijdens het lopen mee babbelde kon aankijken.
De SM wordt aangekondigd als een groepsloop. Dit was het derde weekend op rij dat ik een groepsloop liep en het was wel heel interessant om te zien dat er steeds een totaal verschillende uitleg aan dit begrip gegeven werd. Bij de Eiswein bepaalde de langzaamste loper het tempo en werd de groep hier heel strikt aan gehouden. Bij de DT werden er twee tempo groepen gemaakt en werd het tempo bewust hoog gehouden en mochten dan ook halverwege en aantal deelnemers de tocht beëindigen. En bij de SM werd de Bourgondische interpretatie aan het woord groep gegeven. Dit resulteerde er in dat de snelle jongens hun ei kwijt konden, dat de ervaren veellopers zich in het achterveld groepeerden en de rest een extra stuk uitdaging erbij kreeg. Deze variant spreekt mij ook wel aan, zodoende werd de basis gelegd voor mijn persoonlijke variant van de SM en kreeg ik ook de mogelijkheid om mij dienstbaar op te stellen. Want doordat ik zeer regelmatig stopte om een foto te maken raakte ik vrij snel achter de middengroep verzeild. Hierdoor kwam ik ook als een van de laatste bij de verzorgingsposten en kon ik er voor zorgen dat de helpers niet de last hadden van het weer inpakken van allerlei restjes. Bij de grote verzorgingspost op het keerpunt in Camerig was het hele veld weer compleet. Ik meende begrepen te hebben dat vanaf hier de “oude” route van de voorafgaande jaren weer gelopen werd. Deze route begon met een klein lusje naar boven om vervolgens weer de weilanden in te duiken. Gewapend met deze kennis dacht ik even stoer te doen. Immers het mooie van een lusje is dat je het zowel rechtsom als linksom kunt lopen. Dus toen iedereen linksom ging zei ik tegen Wilma Vissers dat wij rechtsom gingen. De stijging rechtsom is namelijk een stuk steiler en ik wilde Wilma, die in Zwitserland woont, wel even laten zien dat wij ook bergen hebben. Daarnaast wilde ik door tegen de groep in te lopen om eindelijk eens wat foto’s van de voorkant van de lopers maken. Naast Wilma ging ook Roger Kempinski met mij mee. Toen had ik eigenlijk al nattigheid kunnen voelen, want als Roger en ondergetekende er van overtuigd zijn dat zij de weg wel kennen dan kun je er wel vanuit gaan dat we aan een organisatie weer heel leuke alternatieven voor parkoersverbetering kunnen aanbieden. Een mooi voorbeeld hiervan is onze gezamenlijk optreden tijdens de eerste editie van Limburgs Mooiste. En inderdaad: dit jaar werd er geen lusje gelopen maar ging men via Mechelen terug. Dus had ik weer geen foto’s van de gezichten van de deelnemers en zat ik weer achteraan. Ik kreeg ook de indruk dat het tempo opgeschroefd werd. Toen er wat slingers door Mechelen genomen werden kwam de Geul weer in zicht. Op een gegeven moment zag ik lopers aan de rechter en lopers aan de linker kant van de Geul lopen. Zuiver op basis van de aantallen kon ik concluderen dat de groep aan de rechterkant de geplande route volgde. Omdat ik een aantal van de andere lopers herkende c.q. niet kende kreeg ik het vermoeden dat zij niet geheel bewust voor deze route gekozen hadden, met andere woorden het spoor bijster waren. Dus om te voorkomen dat zij de rust van het zaterdagochtend winkelpubliek in Maastricht, Aken of Luik zouden verstoren heb ik ook maar voor de linkeroever variant gekozen. Bijkomend voordeel was ook dat hier nog een paar stijginkjes lagen te wachten om bedwongen te worden.
Er stond mij bij dat er een mogelijkheid was om de Geul over te steken en zodoende weer op de officiële route te komen. Er was inderdaad een hoopgevend pad. De Geul oversteken was echter niet mogelijk, wel een stukje echte trail lopen en bovendien nog even ontdekken waar dit weekend de modder verstopt was. Omdat dit zo’n mooi pad was hebben we het ook nog een keer terug gelopen. Na verloop van tijd hadden de kou en de uitvoerige verzorgingsposten hun werk gedaan en moest ik even het parkoers verlaten. Bewust heb ik hiermee gewacht tot we weer op de, volgens mijn herinnering rechte, weg naar Gulpen zaten. Toen ik weer op het parkoers terugkeerde zag ik tot mijn verbazing niemand meer voor mij. Eerst was ik bang dat ik door mijn actie in de struiken een zodanige stank geproduceerd had dat de lopers op topsnelheid waren gaan lopen en hun heil in de brouwerij van Gulpen gezocht hadden. Dat bleek gelukkig niet het geval; zij hadden nog en zijweg ontdekt die weer van Gulpen afdraaide en om dit goed te maken weer flink berg opging. Ik had opdat moment de keuze tussen berg op te gaan of naar de verzorgingspost bij de Gulpener. Omdat ik van mening was dat de rest van de lopers het al veel te lang zonder mijn gezelschap hadden moeten stellen heb ik maar gekozen voor de brouwerij.
Dit jaar zat de brouwerij twee keer als verzorgingspost in het parkoers. De eerste keer (rond km 15) was er niet de isotonische sportdrank waardoor zij bekend is. Op zich is dit marketing technisch een slimme zet omdat je de vraag bij het volgende bezoek alleen maar aanwakkert. Bij het tweede bezoek onbrak de godendrank echter weer. Dit vond ik jammer. Voor iemand weer op verkeerde gedachten komt zal ik even uitleggen waarom. Allereerst is dit een product waar wij als Limburgers trots op zijn. Ook al wordt deze slogan door een concurrent gebruikt, dit doet geen afbreuk aan het principe. Bovendien heb ik tijdens de Eiswein lauf op het etiket gelezen dat het een isotonische drank is en daaraan heeft het lichaam, zeker gezien de kou, behoefte. En last but not least: het consumeren is het enige waarin ik Jo bij een loopfestijn met glans kan verslaan.
Na het verlaten van de brouwerij ging het weer over bekend terrein richting de Nachtegaal. Of het nu kwam omdat men de stal rook of omdat men zeker wist dat bij de nachtegaal wel de echte sportdrank voorradig was weet ik niet, maar ik zag wel dat de snelheid opgevoerd werd naar ruim 12 km/h. Omdat dit mijn 54ste marathon/ultra van 2008 was had ik meer behoefte aan rustig uitlopen. Bovendien maakte ik mij helemaal geen zorgen dat de voorraad van de Nachtegaal uitgeput zou raken. Ik heb mij dan ook wat meer ontfermd over een aantal lopers in de een na laatste achterhoede. Uiteindelijk zat na 4:38:31 en 44,4 kilometer het eerste stuk van het SM-feest er voor mij op.
Als er een eerste stuk is, is er ook een tweede stuk. En dat was er. So wie so was het al een genoegen om al de blije en voldane lopers te zien. Wat ik ook prachtig vond was de enorme diversiteit aan lopers die je zag. Ik zag daar bijvoorbeeld een loper die de halve volbracht had en waarna hij gefeliciteerd werd door zijn broers en zusters die toen met hele familie een feest gingen bouwen om dit te vieren. Ook zag ik na verloop van tijd Brian Mills binnenkomen,die bij mijn weten inmiddels ook ruim 700 marathons op de teller heeft. Toen ik hem zag kreeg ik nog even een verlate kerstgedachte. Als ik hoor of lees van iemand die zo’n prestatie neer gezet heeft word ik even stil van bewondering. Toen ik Brian zag (Engelsman, enorm veel en grote tatoeages, niet bepaald gestroomlijnd en een opmerkelijke korte broek), was ik er van overtuigd bij een Dart toernooi terecht gekomen te zijn. Dus werd ik op derde kerstdag weer eens op de waarheid van de uitdrukking:”You can’t judge a book by the cover” gewezen. Gelukkig werd ik in mijn overpeinzingen gestoord door het feit dat Günter Meinhold finishte. Hiermee had Günter zijn 100ste marathon/ultra van 2008 voltooid. Als je dan bedenkt dat hij door blessures niet aan de Deutschland Lauf en Ireland Coast to Coast heeft deelgenomen wordt je toch wel even stil. Gelukkig duurde deze stilte niet te lang, want zoiets magistraals moet gevierd worden. En geloof maar dat dit is gevierd!
En als we het toch hebben over vieren en stil zijn. Ook voor mij was er een verassing waar ik helemaal stil van werd. Mijn loopvriend Thijs van Heugten, die zoals kunstkenners ongetwijfeld weten ook een zeer getalenteerde schilder is, had ter gelegenheid van mijn 100ste marathon/ultra een schilderij vervaardigd. En hij vond dit een mooi moment om mij dit aan te bieden. Ik was hier op zijn zachts uitgedrukt onbeschrijfelijk blij mee en werd hier ook wel heel erg verlegen van. Dit werd trouwens nog eens herhaald toen ik ’s nachts thuis kwam en mijn gezin dit geweldige cadeau kon tonen.
Tenslotte moet ik wel nog even iets recht zetten. Thijs heeft het laatste stuk van de SM op blote voeten gelopen. Boze tongen beweren dat deze arme kunstenaar al zijn geld uitgegeven heeft om verf en doek te kopen voor mijn schilderij en dus zodoende niet meer voldoende geld had voor loopschoenen. Dit is dus niet waar!
Voor alle 165 foto’s van deze geweldige afsluiting van een heel mooi loopjaar verwijs ik naar deze link. Voor de goede orde: op de laatste foto’s sta ik toevallig zelf, ik heb dus een aantal momenten mijn camera onbeheerd achtergelaten. Het vreemde is dat ik, ondanks dat ik na afloop van de loop toch meer dan genoeg gegeten en gedronken heb, toch op die foto’s toch een beetje vermoeid uit zie. Ik denk dus dat digitale camera’s binnenshuis het beeld duidelijk vertekend weergeven.