In juni heb ik mij mogen amuseren tijdens de Eifelsteig en tijdens de Nacht van Vlaanderen.
www.rur-eifel-volkslauf-cup.de/lt-beverau/eifelsteig/eifelsteig2007.htm
Na precies een maand “rust” popelde ik om weer een loopje
te doen. Omdat ik graag wil weten waar mijn grenzen liggen had ik gekozen voor
de “Eifelsteig”.
In de aankondiging is sprake van “Lauf über den ‘alten’ Eifelsteig 7.-10.
Juni 2007 (7. Juni ist Fronleichnam)
Hierin staan de woorden Eifelsteig en Fronleichnam.
Dit is als volgt te vertalen:
Eifel = mooi gebied, zware parkoersen, weinig mensen
Steig = klimmen
Fronleichnam = vrolijk stoffelijk overschot ?(dus:
veel plezier gehad maar patiënt helaas overleden).
Als er enige voorspellende waarde aan namen ontleend mag worden dan
zat ik hier dus wel goed. Ik heb zelfs ergens als synoniem Blutstag gevonden…
De Eifelsteig, of eigenlijk der alte Eifelsteig, is een vierdaagse wandeltocht
in het hart van de Eifel van bijna 100 kilometer. Er wordt gesproken over de
alte Eifelsteig omdat er inmiddels een wandelroute van Aken naar Trier van ruim
300 km is die de naam Eifelsteig gekregen heeft. Mooi is dat van deze
wandeltocht aangegeven wordt dat “Verlaufen unmöglich ist”. Hier kom ik nog op
terug.
Het was de bedoeling om van Aken naar de buurt van Rurberg te lopen. Een dikke
marathon dus. Van daaruit in te stappen in de Eifelsteig. Dan de Eifelsteig in
twee dagen te lopen en vervolgens als toetje nog even een marathonnetje terug
naar Aken.
Doordat er na de 2e etappe maar 16 slaapplaatsen waren was het aantal deelnemers
voor het hele feest beperkt tot 14. Om de afzonderlijke etappen mee te lopen was
iedereen welkom. Bram van der Bijl, Willem Mütze, Henk Sipers, Thijs van Heugten
en ondergetekende vormden de Nederlandse delegatie. Bovendien heeft Ruud Jakobs
nog de etappes 2 en 3 meegelopen. Voor België werden de honneurs waargenomen
door Luc de Jaeger.
Dus: meerdere heuvels, meerdere dagen, meer dan genoeg kilometers, zwaar
terrein, basaal georganiseerd, kleinschalig en geen stress waren de
sleutelwoorden.
De eerlijkheid gebied mij wel te zeggen dat het enorm stoer is om overal rond te
bazuinen “ik ga een 200km loopje doen”; maar het gevoel “waar begin je aan”
bekroop mij toch ook heel regelmatig. Ik weet dat ik in staat ben om een
marathon te lopen. Ik kan ook een ultra volbrengen. Ik weet dat ik op technisch
moeilijke parkoersen met mijn lompheid en gewicht hard werken moet. En ik weet
ook dat ik de dag na een zware loop wel kan uitlopen, maar weer een grote jongen
volbrengen is een heel ander verhaal. Met andere woorden het woord uitdaging was
voor mij hier wel op zijn plaats.
Vaak hoor ik dat lopen een mentale kwestie is. Nu ben ik absoluut niet zo’n “tsjakka-roeper”.
Dus als je er maar in gelooft dan kun je alles. Dat dit niet werkt heb ik dit
jaar in Rotterdam weer kunnen waarnemen!. Ik vind dat je een (zeer) goede basis
moet hebben en dan moet en kun je in je zelf geloven en dan kom je een heel
eind. Dus op een gegeven moment ben ik ook gestopt met de vraag “kun je dit wel”
en overgeschakeld op “ik ga er voor en ik ga ervan genieten!”
En het feit dat ik nu een verslag van deze tocht maak bewijst dat dit inderdaad
gewerkt heeft.
Dag 1 Aken -Rurberg
Nadat ik Henk Sipers, Thijs van Heugten en Luc de Jaeger opgepikt had ben ik dankzij mijn gps snel en probleemloos naar het huis van organisator Helmut Hardy in Aken gereden. Wat mij tijdens dit ritje opviel is dat ik door het lopen van wat langere afstanden mijn gevoel voor afstanden begin te verliezen. Als voorbeeld: de aardige dame in mijn gps zegt over 800 meter linksaf; gehoorzaam als ik ben ga ik dan ook vrijwel meteen naar links. Vrij snel realiseer ik mij dan dat het nog geen 800 meter is. Opmerkzaam als ik ben corrigeer ik dit daarna dan ook weer. Zodoende lukte hij mij toch weer op het korte stukje een aantal Duitse automobilisten tot vriend te maken.!
Na het begroeten en kennismaken met de andere deelnemers en het deponeren van
onze bagage in de volgauto konden wij mooi op tijd om 10 uur vertrekken. Als ik
mij niet vergis gingen we met 17 lopers van start.
Het was trouwens voor mij een heel indrukwekkend gezelschap. Als je hoorde wat
de hier verzamelde lopers allemaal in hun benen hadden sloeg je stijl
achterover. Dit ging van het uitlopen van Badwater, via Mali, Yukon en ik weet
niet hoeveel 100km en 24 uren tot 100 marathons waarbij de snelste op 2.43 zat.
Daar sta je dan als eenvoudig recreantje tussen. Ik kan niet ontkennen dat mijn
mentale voorbereiding toen wel een flinke tik kreeg. Ik was dus vrij snel
behoorlijk stil. Gelukkig duurt dit bij mij nooit erg lang.
Na een kleine kilometer hadden wij de bebouwing van Aken al achter ons gelaten
en konden wij volop genieten van het prachtige landschap. De route was nergens
gepijld dus moesten we als groep bij elkaar blijven. Dit is uiteraard een heel
sociaal gebeuren en biedt dan ook ruimschots de gelegenheid om met alle lopers
een beetje te keuvelen.
Het in groep lopen vind ik toch wel wennen. Wat mij vooral opviel is dat een
aantal lopers vrij snel het tempo lieten zakken. Als onervaren lopers restte mij
dan ook niets anders dan mij hieraan aan te passen. Ik bedoel het blijven 4
dagen en minimaal 200 km. Toch vond ik dit jojo´en niet echt prettig. Ik proefde
dit ook bij een aantal andere lopers. Het idee om de volgende dag de groep te
splitsen was dan ook vrij snel geboren.
Na een kleine 20 kilometer genieten was de tijd voor de eerste rust aan
gebroken. Bij een heel aardige mevrouw in de tuin stonden de tuinstoelen klaar
en was een waar buffet uitgestald. Allerlei soorten fruit, koekjes en
boterhammen en dranken stonden op ons te wachten. Wat kan lopen toch leuk zijn.
Na een zeer uitgebreide pauze en het genieten van al het lekkers konden wij onze
rugzakken weer vullen en onze tocht vervolgen.
Ondanks gps en een perfecte voorbereiding van de organisatie hebben we toch een aantal keren een “betere” route gelopen. Uiteindelijk kwamen we in de loop van de middag in de jeugdherberg van Einruhr aan. Na een heerlijke douche had ik mijn eerste 45 kilometer volbracht en was de avondmaaltijd meer dan verdiend.
Veel mensen uit mijn directe omgeving vinden dat ik een grote eter ben. Ik heb
hier Bram aan het werk gezien en ik voelde mij al op loopgebied een hele kleine
jongen in vergelijking tot Bram. Op eetgebied is dit niet anders.
Uiteraard moest deze eerste dag nog even geëvalueerd worden en moesten de
vochtreserves weer op pijl gebracht worden.
Tevens hebben wij die avond nog bezoek gehad van Peter Borsdorff die ons nog
verteld heeft over zijn actie `running for kids`.
Dag 2 Rurberg- Freilingen
Na een goede nachtrust kon ik op dag twee beginnen met mij te buiten gaan aan
het ontbijt. Er was inmiddels besloten om de groep te splitsen. Ik weet nu even
niet meer of we gesplist hebben in een snelle groep en een snellere groep of in
een snelle groep en een minder snelle groep. In iedere geval zou de ene groep
een ruim half uur na de andere vertrekken. Ik had eigenlijk geen flauw idee in
welke groep ik weg zou gaan; maar omdat de tweede groep een half uur later zou
vertrekken en ik dan nog een half uur langer tijd zou hebben om te ontbijten heb
ik besloten om aansluiting te zoeken bij de tweede groep. Uiteindelijk waren wij
in deze groep met 8 lopers.
Het parkoers was prachtig maar wel loeizwaar. Na een klein uurtje lopen haalden
wij de groep die een half uur voor ons vertrokken was al in. Waarschijnlijk had
de andere groep dus wat problemen gehad met het vinden van de juiste route. Om
deze groep wat te ondersteunen hebben wij dan ook spontaan besloten om een van
onze lopers aan hen af te staan. Zodoende waren wij nog met zeven lopers over.
Het parkoers was schitterend maar bleef loeizwaar. Als extra traktatie liep de temperatuur van 27graden bij de start vrij snel op tot ruim 32 graden. Het was dan ook zaak om zoveel mogelijk te drinken. In mijn camelbak had ik 2 liter drinken, dit lijkt veel maar het ging heel hard. Uiteindelijk heb ik die dag meer dan 8 liter gedronken!.
Om aan dit drinken te komen was het zaak om als je in een dorpje kwam ergens aan
te kloppen en te vragen of je wat water mocht hebben. Dit was nergens een
probleem. Op een gegeven moment kwamen we langs een huis waar de garage open
stond en een man aan het werk was. Vrij snel kom je zo met mensen in gesprek. De
goede man bleek vroeger de bakker van het dorp geweest te zijn maar was nu met
pensioen. Op vrijdagmiddag bakte hij nog steeds brood en taart voor zijn
kinderen en kleinkinderen. Hij was net klaar en stond op het punt om zijn
versgebakken broden en taarten te gaan wegbrengen. Of wij een vers broodje
lusten? Dit was niet overheerlijk maar ovenheerlijk! Geweldig!
Bij kilometer 28 was onze verzorgingspost voor die dag. De dames stonden hier
met drinken, koekjes, gesmeerde broodje, zoutjes en noem maar op. Na onze
lichamen uitgebreid gelaafd te hebben konden wij onze tocht weer vervolgen. Een
kilometer of 10 verder hebben wij onze tocht even moeten onderbreken om een
prachtige basiliek te bezichtigen. Echt mooi, maar als je dan in de hitte
terugkomt dan voel je pas echt hoe extreem heet het was. Een lid van onze groep
had zeer veel last van de warmte. Rond kilometer 40 besloot hij dan ook om de
groep te verlaten. Om dat het onverantwoord is om op dit soort parkoersen alleen
onderweg te zijn offerde Helmut zich op om bij hem te blijven; zodoende bestond
de groep nog uit 5 lopers. Lukas, Luc, Thijs, Bram en ik. Ook ik had veel last
van de warmte en had behoefte aan drinken. Lukas opperde het idee om lang de
bron van het riviertje de Ahr te gaan en daar onze dorst te laven. Na enige
omzwervingen hebben wij in een heel leuk middeleeuws stadje deze bron ook
gevonden. Helaas stond er een heel mooi hek met een heel groot hangslot. Maar de
verkoeling die wij gevonden hebben in de lokale ijssalon was ook een prima
alternatief.
Aldoende konden wij onze tocht vervolgen. Op een geven moment moesten wij de Eifelsteig route verlaten en zijn wij richting Freilinger see gegaan. De caravanhutten op de camping aldaar waren onze rustplaats. Na ruim 55 kilometer was etappe 2 volbracht. Toen ik een duik in dat meer kon nemen realiseerde ik mij dat ik inmiddels al 100 kilometer gerend had. Fantastisch gevoel om dan rond te dobberen. Het gerstenat, de pommes en de schnitzels gingen er die avond dan ook met veel smaak in.
Dag 3 Freilingen –Einruhr
Na een wat onrustige nacht was het ´s morgens tijd om het ontbijt buffet te
plunderen. Het lopen in 2 groepen was ons goed bevallen dus gingen wij vijven
weer een dik half uur nadat de rest vertrokken was van start. Volgens de
planning zou deze etappe 60 kilometer zijn. Wij moeten eerst weer meer dan 10
kilometer terug om op de Eifelsteig route te komen. Gelukkig was het weer een
stuk aangenamer dan zaterdag. Gelukkig maar, want er waren behoorlijk grote
stukken waar geen huizen waren en dus geen water te krijgen was.
Op een gegeven moment hebben we ergens bij een spoorwegstationnetje om water
gevraagd. Uiteraard geen probleem. Het door een loketluikje murwen van een
camelbak vergt echter wat meer creativiteit. En als het lukt met een lege
camelbak wil dat nog niet zeggen dat dit ook moet lukken met een volle.
Op een gegeven moment kwamen we via een heel steil en smal paadje in een
gehuchtje uit. Hier was een kroegje. Uiteraard weer de vraag voor water en
uiteraard kregen wij dit. Buiten voor de kroeg zaten een aantal mensen te
brunchen. Dus binnen de kortste keren hadden wij een zeer geanimeerd gesprek en
hadden wij ons vol toewijding over hun brood en jam ontfermd. In de loop van het
gesprek kwam ook ter sprake wat wij dan in `het normale leven`deden. Een van ons
loper is een zeer getalenteerde kunstschilder die vooral gefascineerd is door
koeien. Zijn schildervaardigheden zijn heel wat beter dan zijn beheersing van de
Duitse taal. Het lukte hem dan ook niet helemaal om de nuance aan te brengen
tussen het schilderen van en het beschilderen van koeien. Er ontstonden dan ook
wat vreemde blikken bij de mensen. Vreemd eigenlijk; als ik op een zaterdag
ergens in the middle of no-where zou zitten en er kwamen opeens vijf schaars
geklede figuren uit de bosjes die begonnen te raaskallen over het feit dat zij
hun levensonderhoud verdienen met het beschilderen van koeien, dan zou ik
absoluut niet vreemd op kijken. Tenslotte vertelden de mensen ons dat zij de
avond tevoren een soort oriëntaals feest gehad hadden. Hiervan was nog allerlei
gebak over. Of wij dat lusten. Lopen kan dus op allerlei manieren lekker zijn.
Goed gevoed en van water voorzien konden wij onze tocht vervolgen. Het
verzorgingspunt was ergens rond kilometer 42 boven op een berg voorzien. Het
lopen ging lekker en het tempo zat er goed in. Rond kilometer 40 werd de lucht
pikzwart en werden we getrakteerd op een enorm onweer. Zoiets is prachtig om
naar te kijken op Discovery channel. Maar live is dit toch wel, zeker als je
midden in de heuvels zit, zeer beangstigend. Je kunt geen kant meer uit . Vier
van de vijf lopers waren binnen een minuut kletsnat. Alleen Bram die toverde
ergens een jasje vandaan en hij was dan ook pas na 3 minuten zeiknat. Toen de
ergste regen voorbij was hebben wij onze weg naar de verzorgingspost vervolgd.
De wegen waren veranderd in kleine riviertjes dus de volgende kilometers waren
absoluut geen pretje. Bij de post konden wij ons weer te goed doen aan het
uitgebreide assortiment Ook konden wij omdat onze tassen in de bus stonden droge
kleren aan doen. Het bevreemde mij dat wij op de afgelopen 43 kilometer de
tweede groep nog niet ingehaald hadden. De verklaring kon zijn dat zij nog
harder dan wij gelopen hadden of dat er iets anders mis gegaan was .Bij de post
hoorden wij dat de tweede groep pas rond 12 uur bij het spoorwegstationnetje
gearriveerd was. Zij hadden grote problemen gehad met de route (“Verlaufen ist
unmöglich ”) Dit zou betekenen dat zij in plaats van rond zes uur bij de
jeugdherberg pas rond zes uur bij de verzorgingspost zouden kunnen zijn. Dit
beloofde dus wel erg lang genieten voor hen.
Na de verzorgingsposten hadden wij het alle 5 extreem koud doordat we zo nat
geworden waren. Nadat we een paar kilometer gelopen hadden en het zonnetje weer
was begonnen met schijnen was dat gelukkig voorbij. Genietend van het landschap
hebben wij deze etappe redelijk snel en probleemloos volbracht. We hebben nog
een klein uitstapje gemaakt naar Einruhr. Hier is een bron met sterk ijzerhoudend
mineraal water. Uiteraard moeste wij hier even van gaan proeven. Toevallig was
op het terrein rond die bron het jaarlijkse treffen van een motorclub. Met die
mannen kun je van die mooie diepgaande gesprekken over elkaars hobby hebben.
Mooi om van iemand, die zijn maximale hartslag al bereikt als hij zijn been moet
optillen om op zijn motor te stappen, te horen “sport ist mort”.
Uiteindelijk hebben we na 67 kilometer onze jeugdherberg weer bereikt. De dames
hadden onze tassen al naar de kamers gebracht en na een heerlijke douche konden
we meteen aanschuiven aan het eten. Wat kan een bord macaroni toch lekker zijn.
In plaats van bord bedoel ik kom. Waarom zou je immers de macaroni eerst uit de
kom op het bord scheppen en deze actie blijven herhalen. En dat ik honger had
was niet vreemd want volgens mijn polar heb ik op dit tochtje 17.651 calorieën
verbruikt
Ik denk dat ik maar een boekje ga schrijven het Sonja Eifelsteig dieet- een
jonge god in 4 dagen.
Een kleine 2 uur na ons kwamen 2 lopers van de tweede groep binnen. Zijn hadden
op een vrij vroeg tijdstip besloten om de rest de verlaten. Bleef dus de vraag
waar de rest was. Gelukkig hadden de meeste van hun lopers een Gsm, alleen
jammer dat niemand die tijdens de loop meegenomen had. De jeugdherberg was
afgeladen met voornamelijk Nederlanders die de hele nacht een klere herrie
gemaakt hebben. Van slapen is dus niet veel terecht gekomen. Het voordeel
hiervan was wel dat wij nog wakker waren toen de andere lopers binnenkwamen.
Dag 4 Einruhr – Aken
Na het voltooien van de Eifelsteig bleef voor de vierde dag de terugreis naar
Aken over. Volgens de planning was dit 37 kilometer. Omdat ik toch graag de
marathonafstand wilde volbrengen heb ik een tijdje met het idee rondgelopen om
voor het ontbijt 5 kilometer te lopen. Aangezien we echter de afgelopen dagen
altijd ruim boven de geplande afstand uitgekomen zijn heb ik hiervan afgezien.
We zijn weer in 2 groepen vertrokken en zijn weer halverwege op dezelfde plaats
als tijdens de heenreis uitgebreid gaan lunchen. We hebben een mooie route
gelopen en Lukas, Luc en ondergetekende hebben op het laatste stukje nog een
lusje toegevoegd zodat we mooi op de marathonafstand uitgekomen zijn. Tot mijn
grote verbazing liep ik de laatste 5 kilometer met een snelheid boven de 12km/h.
Aangekomen bij Helmut hebben we ons nog uitgebreid tegoed kunnen doen aan taart
en ijs. Dit hadden we ook absoluut verdiend.
Samenvattend: Ik heb mij weer eens kostelijk geamuseerd. Ik heb genoten van heel
aardige mensen en een prachtig landschap. Er zijn een aantal punten geweest waar
ik het toch behoorlijk moeilijk heb gehad. Vooral de hitte boven de 32 graden en
de steile afdalingen op slechte ondergrond. Ik heb veel gelachen. Ik heb
doodsangsten uitgestaan tijdens het noodweer. Ik heb veel (niet zoveel als Bram)
gegeten. En ik heb toch maar mooi 210 kilometer gelopen. Ik ben ook absoluut
Frohe en zeker niet als Leichnam aan gekomen!
IJs en weder dienende ben ik volgend jaar(
www.rur-eifel-volkslauf-cup.de/lt-beverau/eifelsteig/eifelsteig2008.htm )
weer van de partij.
In principe vind ik dat vier loopjes in een maand
voldoende zijn. Daarnaast vind ik ook dat principes er zijn om ervan af te
wijken. Dus toen mijn loopmaatje John Uitenbroek mij vertelde dat hij in Juni na
een lange periode van blessure-ellende een poging ging ondernemen om weer een
marathon te volbrengen, was mijn spontane reactie :”jij gaat niet proberen om
een marathon te lopen maar jij gaat een marathon lopen en ik ga mee!”. John had
zijn oog laten vallen op de nacht van Vlaanderen, inmiddels omgedoopt naar de
nacht van West-Vlaanderen.
Het concept van een nachtmarathon leek mij prachtig en wilde ik graag met eigen
ogen aanschouwen. Met name dat je niet voor dag en dauw uit je nest moest maar
rustig kon uitslapen leek mij geweldig. Bijkomend voordeel was ook dat je genoeg
tijd had om te eten en niet meer (her)kauwend aan de start stond. En de hitte of
eigenlijk de zon zou ook geen spelbreker kunnen worden.
Daarnaast had ik op de website gelezen dat de wedstrijd langs goed verlichte
grotendeels verkeersvrij wegen verloopt. Ik was uitermate benieuwd hoe zij een
parkoers van 42 kilometer een hele nacht verkeersvrij en goed verlicht zouden
kunnen krijgen en houden. Ergens had ik het gevoel dat als een parkoers
verkeersvrij was of te maken was dan moest dit redelijk afgelegen zijn, maar dan
was het vreemd dat dit goed verlicht is. Kortom er was iets waar ik graag het
fijne van wilde weten.
Bovendien was sprake van muzikale ambiance en optredens van Vlaamse artiesten.
Dus wat kon ik nog meer wensen, een goede vriend een dienst bewijzen, even een
marathonnetje meepikken, sfeer en feestende mensen meemaken en ook nog midden in
de nacht thuis komen.
Torhout is een dikke 2 uur rijden van mijn huis. Omdat het echter vrijdagavond
was en we langs Brussel moesten rijden hadden we besloten om er een halve dag
verlof tegen aan te gooien en aan het begin van de middag te vertrekken.
Achteraf bleek dit een zeer wijs besluit want de verkeersellende rond Brussel en
allerlei wegwerkzaamheden zorgden er voor dat wij ruim vier uur in de auto
mochten doorbrengen. Lekker als je dan ruim de tijd genomen hebt en dus toch
zonder enige stress je borst- en rugnummer kunt ophalen.
Toen wij in Torhout aankwamen regende het. En tot de start zijn er nog een paar
fikse buien geweest. Uiteraard kwam even voor de start om 20.00 uur de zon door
en kon het feest beginnen.
De start was ook een belevenis op zich. Er waren meer dan 1750 10km lopers, een
kleine 500 marathonlopers en zeker 150 ultralopers. Al deze 2400 atleten
startten gezamenlijk. Ik vroeg me al af hoe dit in zijn werk zou gaan. Ook de
organisatie van de tijdsregistratie riep mijn verwondering op. Er werd geen
gebruik gemaakt van championchip of andere elektronische hulpmiddelen. Ik vroeg
mij dus echt af hoe je met name 1750 10 km lopers die binnen een relatief korte
tijdsspanne binnen zouden komen correct zou kunnen registreren. Bij de start
bleken er aparte startvakken voor de ultra- en marathonlopers en voor de 10k
vrienden. Helaas bleek deze vreugde van korte duur want dit waren geen
startvakken achter elkaar maar twee vakken naast elkaar met een
“gemeenschappelijke voorkant”. Met andere woorden achteraan waren de twee
categorieën gescheiden maar bij de echte start stond weer alles bij en door
elkaar. Op zich natuurlijk geen probleem maar het duurde wel even voor ik over
de echte startlijn was. Mijn “grote probleem” was dat ik mij er voor
verantwoordelijk voelde om John zo goed mogelijk door de marathon heen te
loodsen. Dit betekende dat ik moest proberen om hem zo vlak mogelijk te laten
lopen en hiertoe moest hij zo snel mogelijk in zijn ritme komen. Met weinig
ruimte en veel lopers om je heen die regelmatig heel verassende acties uithalen
is dit vinden van je ritme toch wel problematisch. Even voor de duidelijkheid;
ik vind dat iedereen evenveel recht heeft om te genieten van een mooi loopje.
Maar regel het wel zo dat iedereen de ruimte krijgt. Ik vind het ook zeer
indrukwekkend als erg veel lopers tegelijk weggaan maar bij een redelijk smal
parkoers lijkt het mij verstandiger om dit wat te doseren en zo tevens de zorgen
dat de toeschouwers wat langer kunnen genieten van langskomenden atleten.
Kortom vlak na de start was mijn zeer zonnige humeur een klein beetje bewolkt.
Laat ik ook dan meteen eruit gooien wat mij nog meer een beetje dwars zat. Ik
zag om mij heen de helden van de 100 km; eigenlijk had ik daar wel heel graag
bijgezeten of om het anders te zeggen de hele nacht mee door gegaan. Maar dit is
niet realistisch. In een spontane bui besluiten om overmorgen even een marathon
te gaan lopen is op het moment voor mij goed te doen. Om nu te besluiten om even
een 100k te gaan doen getuigt wel van een erg grove vorm van het overschatten
van mijn capaciteiten. Mijn eerste 100 k heb ik netjes ingepland en laat ik mij
maar fijn aan deze planning houden. Ik ben hopelijk volwassen genoeg om op een
verstandige manier om te gaan met mij ongeduld en drang om mijn grenzen op te
zoeken en een beetje te overschrijden.
Daarnaast ben ik als ik loop een erg grote egoïst die tijdens de loop met niets
anders bezig kan zijn dan met de loop (lees zichzelf). Normaal heb ik binnen een
paar kilometer door hoe de combinatie vorm, parkoers en weer op dat moment in
elkaar steken en wat de eindtijd zal zijn. Maar hier was dit veel minder
relevant. Ik had een goede vriend beloofd dat wij samen net onder de 4:00 binnen
zouden komen. “Een man een man, een woord een woord” is voor mij een belangrijke
stelregel. Dus moest ik mijn egoïsme aan de kant zetten en even in mijn hoofd
een aantal schakelaartjes omzetten om zorgen dat wij ons gezamenlijke doel
zouden halen. En samen proberen om een doel te bereiken was voor mij de grote
winst van deze loop.
De eerste 10 kilometer waren een mooi en vlak parkoers waar wij met wat geslalom
ons mooi in de geplande tijd van gekweten hebben. Nadat onze 10 kilometer
vrienden ons verlaten hadden kregen we alle ruimte en konden we ons concentreren
op het zo vlak mogelijk lopen. Het parkoers was inderdaad verkeersvrij. Mijn
complimenten hiervoor voor de organisatie, het is absoluut een prestatie om dit
voor elkaar te krijgen. Het parkoers was daarnaast niet echt vlak maar wel heel
prettig om te lopen.
Het raadsel over het goed verlicht zijn is voor mij ook opgelost. Er was op veel
punten gezorgd voor grote generatoren met enorme schijnwerpers. Wederom hulde
voor de organisatie. Ook het publiek was heel aardig. Met name de mensen waar de
loop voorbij kwam maakten er voor zich zelf en dus ook voor de lopers een waar
feest van. De verzorging was goed. Voldoende verzorgingspunten; goed voorzien en
heel aardige mensen. So wie so viel het mij op dat zelfs op de meest afgelegen
punten signaleurs stonden.
Onderweg zag ik op een gegeven moment de kopgroep van de ultralopers; Marc
Papanikitas liep zo te zien ruim voorop. Meteen gevolgd door de auto met de
tijdsaanduiding. Op dat moment kon ik het niet laten om te denken dat als je
super loopt je bedankt wordt door de hele weg een auto op je hielen te krijgen.
Nu heb ik eindelijk een valide reden om niet voorop te lopen in een grote
wedstrijd.
John heeft prima gelopen; hij heeft het tijdens de laatste kilometers af en toe
zwaar gehad. Maar zijn karakter en af ten toe een paar opbeurende woordjes van
mij doen wonderen.
Uiteindelijk zijn wij in 3:55:19 bruto (gerekend vanaf het daadwerkelijk
passeren van de startlijn 3:53:01) binnen gekomen. Tevreden mensen dus.
Inmiddels is de officiële uitslag binnen. John is
binnengekomen op 3:55:29. Ik op 3:55:55. Vreemd genoeg was ik in mijn beleving
letterlijk schouder aan schouder met John binnengekomen. Zo te zien hebben wij
van het lopen erg brede schouders gekregen. Bovendien zag ik in de uitslag
dat precies 2 seconden na John een andere loper binnengekomen was. Die heb ik
niet gezien; zo zie je maar hoe het lopen van een marathon mij
waarnemingsvermogen kan aantasten.
Tot mijn grote verbazing was mijn gemiddelde hartslag 33 slagen lager dan
tijdens een snelle marathon. Zo te zien ben ik dus opmerkelijk goed en snel
hersteld van mijn avonturen in de Eifel.
Ik ben vol lof over de organisatie van deze loop.; ze hebben meer gedaan dan een
loper redelijkerwijze mag verwachten. Je loopt echt met plezier en alles is voor
je geregeld. Toch zijn er nog een paar verbeter puntjes. De weg terug vinden van
de finish naar de sporthal met de douches, je kleding en het verdiende T-shirt
vond ik erg moeilijk en zou wat beter aangegeven mogen worden. En het starten:
het heeft mijn voorkeur om dit toch wat meer te faseren.