In december mocht ik mij amuseren tijdens de Decke Tönnes en de de SMU

15 December Decke Tönnes Quasselultramarathon te Euskirchen

www.decke-toennes.de

Gelukkig weer lekker aan het lopen.

Eind vorige maand heb ik ruim eerder dan gepland mijn 50ste loopje tot een goed einde gebracht. Voorwaar geen reden dus om de loopschoenen aan de wilgen te hangen. Dus had ik gepland om dit jaar af te sluiten door in december nog 3 loopjes ( GM-null, A73 marathon en SMUltra) te bezoeken. Aan de wanvertoning door Rijkswaterstaat rond de A73 marathon zal ik niet veel woorden meer vuilmaken. Hierdoor werd wel mijn planning danig in de war geschopt. Afhankelijk van hoe zielig ik gevonden wil worden kan ik dus stellen dat mijn geplande loopjes hierdoor met 50 of met 33 1/3 procent verminderd zijn. Optimistisch als ik ben zal ik maar zeggen dat ik gelukkig van een oninteressante marathon verlost ben.

Vervolgens bleken mijn kinderen op vrijdag 7 december een vrijdag vrij te hebben. Er deed zich dus een mooie gelegenheid voor om met ons hele gezin een lang weekend weg te gaan. En ook al vind ik lopen niet onaardig, mijn gezin staat met stip op nummer 1. Dus jammer dan voor de GM-Null. Aldus stond voor december alleen de SMUltra op mijn lijstje. Dit was wel erg mager.

En zoals altijd lossen problemen zich vanzelf op; want opeens kreeg ik een mail van de mannen van Laufcampus.com dat zij de draad weer gingen oppakken er op 15 december weer de Decke-Tönnes Quasselultramarathon georganiseerd zou worden. Dus stond mijn planning weer op twee.

Maar dit was planning en ergens heb ik gelezen dat geplande zaken ook nog even gerealiseerd moeten worden. Met andere woorden de loopjes moeten ook nog even gedaan worden.

Na mijn avonturen in Olne-Spa-Olne had ik vreemd genoeg toch wel behoorlijk last van mijn enkel. Toevallig moest ik de dag na Olne voor een klusje naar Estland. Toen ik daar aangekomen strompelend uit het vliegtuig kwam en pardoes in de sneeuw ging liggen besloot ik spontaan dat het misschien wel goed was om eens een weekje niet te lopen. Dat ik eigenlijk geen rust nodig had maar mijn schaarse tijd optimaal wilde benutten om zo veel mogelijk van Tallinn te kunnen zien leek iedereen die mij daar zag strompelen volkomen logisch. Dus heb ik voor de eerste keer sinds ik loop een hele week helemaal niet gelopen. Een heel aparte ervaring.

Toen ik amper bezig was met het inhalen van de schade was het al weer tijd voor het weekend weg met mijn gezin. Inmiddels heb ik begrepen dat een weekend weg niet betekent dat ik weg ben om te rennen. Dus heb ik spontaan besloten om het lopen achterwege te laten.

Hiervan terug vond ik het goed geweest en aangezien ik toch weer een aantal dagen van huis moest kon ik eindelijk weer eens lekker gaan lopen. Helaas…. Ondanks dat het eten uitstekend was ging er toch iets fout en kreeg ik als toetje een voedselvergiftiging. Dus kon ik eindelijk lopen. Weliswaar maar tot het toilet. Maar door het hoge tempo en de vele herhalingen kon je dit zonder meer als intervaltraining bestempelen.

Als beloning hier voor kreeg ik nog een fikse verkoudheid. Dus ook al liep ik zelf niet meer, mijn neus liep voor twee.

Kortom:  optimaal voorbereid stond ik zaterdagmorgen naast mijn bed om richting Euskirchen te gaan voor de Decke-Tönnes Quasselultramarathon. Vrijdagavond had mijn loopmaatje John Uitenbroek nog gebeld met de vraag of het voor hem verstandig zou zijn om ook mee te gaan lopen. John is behoorlijk goed aan het terugkomen van een hoop blessure ellende en het concept van de Quasselultramarathon is dan ideaal. Dus konden we gezellig met z’n tweeën richting Euskirchen.

Ten opzichte van het verleden waren twee veranderingen in het concept aangebracht. De starttijd was vervroegd naar 11:00 uur. Hierdoor kon je zonder problemen binnenkomen voordat het donker werd. En er was een tweede groep die met een iets lager tempo zou lopen. Voor de rest waren de sterke punten (prachtig parkoers, een pittig loopje, wie komt die loopt mee, geen inschrijfgeld maar wel een vrijwillige bijdrage voor een goed doel, geen tijdregistratie en Quassellen). Quassellen is een prachtig woord voor wat we in het Nederlands Ouwehoeren of slap lullen noemen. En laten we eerlijk zijn het klinkt toch een stuk beter om te zeggen dat je flink gequasselt hebt dan dat je weer aan het OH’en bent geweest.

Voor de goede orde: het blijft een pittige loop met 880 meter omhoog ( en weer omlaag) en 43,6 kilometer.

Als ik goed geteld heb waren er 20 lopers aanwezig; hiervan namen 5 voor de eerste keer deel en de rest waren dus recidivisten. 10 gingen als eerste groep weg met een streeftijd van 4 uur 30. De overige 10 werden onder de hoede genomen door ultagrootheid Willem Mütze en zouden wat langere tijd nemen om van het mooie gebied te genieten. 

De tocht voert over veldpaden en door bossen. Je kunt geniet van geweldige weidse  vergezichten, Ik had een nieuwe camera gekocht om tijdens mijn tochten het een en ander vast te leggen. Om gewicht te besparen (en dus nog sneller te zijn) had ik zo’n super kleine dingetje gekocht. Gelukkig maken ze de knopjes op de camera’s tegenwoordig ook een stuk kleiner. De temperatuur was ruim beneden het vriespunt. Met mijn handschoen lukte het niet best om de juiste knopjes in te drukken. Zonder handschoenen ging het prima. Alleen als je even je handschoenen uit had werden je handen zo koud dat alle gevoel als sneeuw voor de zon verdween. Dus ik had een extra uitdaging erbij gekregen. Uiteindelijk heb ik toch een hele mooie serie plaatjes kunnen maken.

Tijdens de tocht heb ik twee mooie nieuwe woorden voor stijginkjes geleerd. Knakkig en Bissig. Op het moment dat die aankondigingen kwamen was het even gedaan met het Quasselen. En die jongens waren absoluut uitdagend. Ik heb zelfs een paar keer een bord gezien met de waarschuwing dat het stijgingpercentage 15 procent was.

Na circa 23 kilometer bereik je het hoogste punt van de tocht (510 meter) en het kapelletje van Tönnes ( de heilige Antonius). De 3 kilometers hieraan voorafgaand stijg je zo’n 250 meter. Dus mag je 3 kilometer lang een stijgingspercentage van een kleine 10 procent overwinnen. Hierna ben je wel toe aan een glaasje water op de eerste verzorgingspost.

In de resterende 20 kilometer heb je helaas nog maar en kleine 300 hoogtemeters. Maar daarvoor krijg je wel de imposante ruïne van een middeleeuws kasteel, een prachtig uitzichtpunt en een aantal stukken van de Romeinse waterleiding te zien.

Uiteindelijk waren wij na 4:36:17 uur weer terug in Euskirchen.

Samenvattend: een erg mooie en uitdagende loop. Je leert mensen kennen; je ziet een mooi stukje natuur en je moet er ook nog iets voor doen.

29 December SMU te Lichtenbusch

www.smloop.tk

SM(U): een gedenkwaardige afsluiting van het loopjaar

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen en een van de bestbewaarde geheimen uit loopland verklappen: De betekenis van de afkorting SM in SM-loop. 

SM betekent hier SUPERMENSEN. Hiermee bedoel ik met name de organisatoren van dit festijn, te weten Leny, Jo, Simon, Hub, Paul en Klaus. Let wel ik heb het over Supermensen en niet over Supermannen want gelukkig is ook Leny bij de organisatie betrokken. De eerlijkheid gebied mij om te zeggen dat de titel Supermensen ook van toepassing is op de deelnemers. Ook hier weer niet Supermannen want de aanwezige dames hebben absoluut hun mannetje gestaan, maar hierover later meer. En dat het een echte uitsmijter was waar je wel even iets voor mocht doen  hoop ik in dit verslag duidelijk te maken. Treffend vond ik wel dat ik in het laatste stuk van de loop twee keer door lopers aangesproken werd met een opmerking in de trant van “jij betitelt dit loopje als een toetje….”; maar de ondertoon bij deze opmerkingen sprak boekdelen. Inderdaad voor mij is dit het toetje van een mooi loopjaar, maar dan een toetje in de zin dat ik er nog lang van kan nagenieten. Om ook in de sfeer van een van mijn andere hobby’s ( eten dus) te blijven: dit was een gerecht waar ik heel wat meer voor moest doen dan gaan zitten en consumeren. Ik had af en toe de indruk dat ik op jacht moest en het te consumeren voedsel eerst moest vangen en ouderwets (dus zonder magnetron) moest bereiden. Maar goed: de extra moeite die je moet doen maak het alleen maar lekkerder. En zo zijn we dan terug bij het thema van deze loop: GENIETEN.  

Want daar ging het nu al voor de zesde keer in successie om. Op de laatste zaterdag van het jaar komt een groepje loopgenieters van heinde en ver naar Meerssen en gaat even een stukje lopen. Vorig jaar waren er een honderdtal dus waren er dit jaar 150 (éénhonderdenvijtig!). En ze kwamen echt van ver, om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen, Nieuw-Vennep, Amsterdam, Barendrecht, Zwolle, Watervliet, Aken, Baden-baden en zelfs Munstergeleen.

Maar ze kregen dan ook voor het acceptabele inschrijfgeld van NUL euro (dus, gratis, nada en voor nop) busvervoer, verzorgingsposten, een prachtig en uitdagend parkoers, heuveltjes, modder en een bezoek aan drie landen, geen startnummers, geen tijdsregistratie en de mogelijkheid om een aantal bekende en onbekende loopgrootheden live aan het werk te zien. O ja en de marathonlopers kregen zelfs voor de start gratis koffie. Uiteraard kregen de ultra’s die weer niet, zij moesten immers maar wakker zien te blijven door een paar kilometertjes extra te draaien.

Het is inmiddels wel bekend dat het mij blijft fascineren en verheugen dat dit soort lopen steeds populairder wordt. Het heeft echt niets te maken met het feit dat er geen inschrijfgeld betaald hoeft te worden. Ik blijf van mening dat de combinatie van het enthousiasme van de organisatoren en het overwinnen van een parkoers in plaats van een klok steeds meer lopers aanspreekt. Voor de goede orde: niets dan bewondering en waardering voor mensen die in supertijden een bepaalde afstand kunnen overbruggen maar er mag ook ruimte zijn voor andere vormen van beleving van de mooie loopsport. Of dit nu zoveel mogelijk marathons, zo lang mogelijke afstanden, zoveel mogelijk rondjes, zo hoog mogelijke bergen of weet ik veel is. Met andere woorden: er is gelukkig niets subjectiever dan genieten.

Ik was tijdens de kerstdagen heerlijk een paar dagen met mijn gezin eropuit; omdat ik dit loopfeest niet wilde missen zouden wij vrijdagavond naar huis komen. Bij nader inzien hebben wij toch maar besloten dat wij tot de jaarwisseling zouden blijven en mocht ik vrijdagnacht helemaal alleen de ruim 250 km naar huis rijden. Niettegenstaande het feit dat wat extra ruimte in mijn echtelijke sponde af en toe helemaal niet verkeerd is, is het ook wel erg rustig zonder het gezelschap van mijn gezinnetje. En ook het bij elkaar zoeken van mijn renspulletjes c.s. gaat met hulp van mijn gezin een stuk sneller.

Maar goed, zaterdagmorgen was ik precies om 8:15 in de buurt van Voulwammes. Op verzoek van de organisatie ben ik op zoek gegaan naar een parkeerplaats in de Meerstraat in Bunde. Ik wist niet dat er in Bunde zo’n lange straten zijn. Dus ik had mijn eerste uitdaging; waar stopt de bus? Gelukkig is de organisatie niet alleen enthousiast maar was ook op tijd gekomen. Dus zag ik Simon, en door pal achter hem te parkeren kon ik er redelijk zeker van zijn dat ik niet echt ver naar de bus hoefde te lopen.

Toen kon ik weer veel oude bekenden begroeten en kennis maken met een aantal lopers die ik alleen van naam kende. Nadat de ultra’s in de bus zaten was voor mij het beeld van een schoolreisje dan ook helemaal compleet. Omdat iedereen mooi op tijd was, c.q. degene die te laat kwamen per definitie afwezig waren, kon de bus doorgaan naar Meerssen om een honderdtal marathonlopers op te halen. Die hadden inmiddels een uur de tijd gekregen om koffie te drinken en dat was eerlijk gezegd meer dan lang genoeg.

Dus met drie bussen ging het richting Lichtenbusch. Hier aangekomen was ik weer in de gelegenheid om een uniek verschijnsel waar te nemen. Ik heb een aantal keren aan loopjes mogen deelnemen waarbij je met de bus naar de start gebracht wordt. Dit zijn altijd natuurlopen geweest. Je ziet steeds dat de deelnemers echte natuurmensen zijn en als zij een tijdje in de bus gezeten hebben en geen direct contact met de natuur gehad hebben de eerste mogelijkheid aangrijpen om dit weer te herstellen. Dus op het moment dat de bus opengaat springen ze met z’n allen op het eerste stukje natuur dat ze zien af. Omdat bussen meestal op parkeerplaatsen stoppen zie je ze dan ook meteen om de daar in de berm staande stuiken gaan staan. Uiteraard heb ik dit verschijnsel uitgebreid op de gevoelige plaat vastgelegd. Deze foto’s staan niet op mijn website maar kunnen wel in hoge resolutie opgevraagd worden.

Omdat de organisatie werkelijk aan alles denkt en dus weet hoe belangrijk inlopen is, mochten we eerst 800 meter inlopen. Nadat toen weer alle GPS’en gereset waren konden we onze tocht aan de bron van de Geul beginnen.

Het blijft indrukwekkend om zo’n grote groep lopers te zien. Jo liep voorop en Simon getooid met parkoerskennis achteraan. Na een drietal kilometers bekroop Jo het vermoeden dat Simon nu wel lang genoeg achteraan gelopen had en besloot hij om de groep te laten omdraaien en op zoek te gaan naar Simon. Aangezien Simon allang geleerd heeft dat slimheid een goed alternatief voor snelheid is had hij immers de goede afslag ontdekt en samen met de club van wijze mannen een mooie koppositie opgebouwd. Jammer genoeg was er inmiddels een loper lelijk ten val gekomen en moest er voor gezorgd worden dat hij geholpen en gerepatrieerd werd.

Slingerend langs de Geul of Gueule zoals ze in België zeggen zette de groep haar tocht voort. Omdat met name tijdens het eerste stuk redelijk wat stegelkes staan kwam de groep regelmatig tot stilstand. Als je ziet tot hoeveel “oponthoud” het passeren hiervan oplevert dan merk je pas hoe groot de groep was. Ik moet eerlijk zeggen dat het steeds weer stoppen de tocht behoorlijk zwaar maakte. Je kwam niet in je ritme, maar ook dit is een van de charmes van dit soort tochten.

Het uitzicht was in een woord geweldig. Ik heb behoorlijk veel foto’s gemaakt en hoop met behulp hiervan een indruk te kunnen geven. Uiteraard heb ik veel meer foto’s dan ik op mijn site heb geplaatst, als iemand foto’s wil hebben volstaat een mailtje.

Ongemerkt bereikten we in Kelmis de eerste verzorgingspost. Eindelijk kon ik de organisatie op een fout betrappen want deze post was niet zoals aangekondigd bij de Aldi maar bij de Lidl, dus had ik mijn verkeerde klantenkaart meegenomen.

 

Genietend van het landschap en keuvelend met heel wat bekenden ging de tocht voor naar Camerig. Voor SM veteranen werd dit weer bekend terrein, want in de oude SM was hier het half-marathonpunt. Vorig jaar moet ik hier wel een behoorlijke indruk achtergelaten hebben want er waren dit jaar nog een paar lopers die mij precies konden vertellen in welke plas ik vorig jaar gelegen had.

De veengebieden rond Camerig waren ook dit jaar weer spiegelglad en aan de kleren van een aantal lopers te zien hadden zij de plasjes van erg dichtbij bekeken. Tevens kregen we ook al een aantal highlights uit Limburgs Zwaarste van 2008 te zien. Alleen konden we nu van benden naar boven kijken terwijl we in April van boven naar beneden mogen kijken.

 

Als extraatje was de verzorgingpost in Gulpen verplaats naar de binnenplaats van de Gulpener brouwerij. Plannen kan de organisatie wel want net toen wij hier aankwamen begon het te regenen. Dus konden we mooi schuilen tot de ergste regen voorbij was.

Hier werd ik persoonlijk voor een groot dilemma geplaatst. Mijn persoonlijke fatsoensnormen geboden mij om zuiver uit beleefdheid  te proeven van het product dat daar met liefde en vakmanschap gebrouwen werd. Maar van de andere kant wilde ik de schijn van sporter ophouden en zou water meer op zijn plaats zijn. Maar aangezien ik hopelijk nog heel wat jaartjes kan sporten en de kansen om beleefd te zijn steeds sporadischer worden heb ik toch maar gekozen voor een lekker flesje bier. Helemaal niet verkeer na een kilometertje of dertig lopen. En dat dit echt goed is bleek wel doordat ik toen we daarna weer aan het lopen waren in staat was om Jo te passeren. Werkelijk een memorabel feit.

Via een verzorgingspost met uitzicht op kasteel Oost in Valkburg ging het richting De Nachtegaal. Geheel in de traditie van voorafgaande jaren werden we losgelaten en kon iedereen het laatste stuk in zijn eigen tempo lopen.

Tijdens dit “laatste stuk” heb ik nog het genoegen mogen ervaren om door Wilma Dierx ingehaald te worden. Mooi om te zien hoe soepel sommige mensen nog liepen.

Bij de nachtegaal was na een kleine 44 kilometer het feest voor de marathonlopers voorbij. De ultra’s moesten nog even controleren of de Geul inderdaad in de Maas stroomde.

Heel eerlijk gezegd had ik erg veel last van mijn voet en waren mijn spieren wel erg stram en vond ik dat het eigenlijk wel goed geweest was. Maar ik had ingeschreven voor het hele feest en mijn auto stond nog in Bunde. Dus sloot ik toch maar aan bij het selecte gezelschap dat de tocht even zou afmaken. Ik ben niet erg goed in cijfers maar mij bekroop het vermoeden dat niet alle ultra’s meer aanwezig waren. Wel was het zo dat tot mijn grote vreugde alle ultra dames vooraan stonden. En met name de dames zag ik een heel een stuk soepeler lopen dan ik.

Om een lang verhaal kort te maken: voor mij was het laatste stuk echt afzien. Mijn enkel en voet waren meer dan merkbaar aanwezig, ik had het koud en had genoeg gezien. Dus ik geloofde best wel dat de Geul in de Maas zou uitmonden en hoefde het echt niet met eigen ogen te aanschouwen. Op een gegeven moment kwamen we bij het Julianakanaal en zag ik dan ook dat de Geul er mee ophield; dus waarom zou ik er dan ook niet mee ophouden.

Voor de zekerheid heb ik maar een foto gemaakt en de lopers die bij mij waren, waren ook best gevoelig voor het argument dat dit genoeg was. Maar helaas hadden mijn vrienden van Rijkswaterstaat (de excuusmail die deze week over de A73 verstuurd is heeft ze weer hoog op mijn lijst met vrienden gezet) weer eens voor een verassing gezorgd. Ze hadden  een tunnel gemaakt onder het Julianakanaal zodat de Geul haar weg richting Maas ongestoord kon vervolgen. Dus moesten wij ook aan de overkant van het kanaal zien te komen. Ook al waren wij behoorlijk nat, door het water was geen alternatief. Gelukkig waren er niet een maar zelfs twee bruggen. Een na een kleine 750 meter aan de rechterkant en een na ruim 2 kilometer naar links. Uiteraard neem je dan de linker brug want dan kun je aan de overkant van het kanaal dezelfde afstaand weer teruglopen. Om het mazzeltje dat de Geul had doordat zij wel onder het kanaal door kon te compenseren ging zij met een geweldige slinger mooi meanderend richting maas. Eerlijk gezegd had dit voor mij niet meer gehoeven. Wat ik wel erg leuk vond was dat dit laatste loodje (inderdaad van loodzwaar) letterlijk door de Limburgse klei ging. Nu ben ik behoorlijk aan ons Limburg gehecht, hier heb ik ook mogen ervaren dat het Limburgse land ook erg aan mij gehecht is. Bij iedere stap zoog de klei mij vast en weigerde mij los te laten. Ik heb hier dus weer een paar prachtige volzinnen aan overgehouden en zie nu ook weer de humor van in. Toen ik dan ook eindelijk de Geul in de Maas zag stromen heb ik meteen besloten dat het over en sluiten was. Uiteraard een zeer wijs besluit want  mijn voet/enkel  maakten mij duidelijk dat het tijd werd om rust te gaan nemen als voorbereiding  voor een volgend loopje. Mooi is in dit verband het helend vermogen van het menselijk lichaam; ik had inmiddels een behoorlijk grote bloedblaar die de aandacht van het ongemak aan mijn enkel afleidde. 

Ik stond daar dus blij als een kind dat ik met veel plezier een geweldige tocht volbracht had te genieten van de symbiose tussen Maas en Geul, maar eigenlijk wilde ik genieten van warmte, eten en drinken. Dus moest ik terug naar mijn auto. Dus ben ik rustig de wandeling door de klei naar de bewoonde wereld begonnen. Toen ik eindelijk weer vaste grond onder mijn voeten had zag ik daar Simon Blok verschijnen. Eerst dacht ik nog aan de een of andere fata morgana, maar Simon staat niet op de lijst van onderwerpen waar ik van fantaseer. Hij was het dus echt. Simon vroeg mij of ik even mee terug kon om zijn glorieuze overwinning van de Geul op de gevoelige plaat vast te leggen. Zo’n verzoek kun je niet weigeren, dus weer terug naar mijn geliefde klei. Gelukkig is de foto gelukt en zelfs de foto waarop Simon de afsluitende sprong ( het blijft immers een bikkel) in het water volbrengt is gelukt. Deze laatste actie heeft mij trouwens nog lang bezig gehouden want ik weet nog steeds niet of hij nu in de Maas of in de Geul gesprongen is.

Uiteindelijk mocht ik dan toch weer terug naar de bewoonde wereld en nu kon ik wel over de rechterbrug (die nu dus weer de linker was) en was na een paar kilometer weer bij mijn auto. Daar stonden Helmut en Markus te wachten en via een helaas te korte tussenstop in de Nachtegaal kon ik hen nog even terug brengen naar Aken en toen nog 300 kilometertjes rijden naar het vakantie adres van mijn gezin.

Kortom: het was absoluut weer GENIETEN. Wat kan een mens meer wensen, leuke mensen, een fikse uitdaging, indrukwekkende natuur en tijdens het autorijden had ik zelfs geen last van mijn enkel meer.

Voor de statistiek: ik heb tijdens mijn loopje mijn gps aan gehad. De route kan dus op mijn website bewonderd worden. Volgens de GPS heb ik 54,8 kilometer gelopen. En voor het geval iemand geïnteresseerd zou zijn in tijden: toen ik aan de monding van de Geul uitkwam was het 16:30 uur, dus bruto heb ik een kleine 6,5 uur gelopen. Mijn GPS telt alleen de tijd die ik feitelijk in beweging geweest ben en dat was 5:52. Conclusie: er waren dus veel stegelkes waar we doorheen moesten.

Voor alle foto's verwijs ik naar dit album.